Net als de oppositie in de Tweede Kamer, de Raad van State en het Centraal Planbureau zijn ook hoge ambtenaren van het Ministerie van Financiën uitermate kritisch op het kabinetsvoorstel om een fiscaal gunstige investeringsregeling voor bedrijven in te stellen. Deze zogeheten ‘Baangerelateerde investeringskorting’, afgekort BIK, kost de komende twee jaar 2 miljard euro per jaar en is volgens het kabinet bedoeld om tijdens de huidige economische recessie werkgelegenheid zo veel mogelijk te behouden.
Het plan werd op Prinsjesdag min of meer terloops in de begrotingsstukken gepresenteerd en is volgens de linkse oppositie niets meer dan een nieuwe poging van het kabinet om het grote bedrijfsleven een kostbaar belastingvoordeel te geven.
Al op 8 juli serveerden ambtenaren van de directie Algemene en Financiële en Economische Politiek het voorstel af. De BIK „draagt niet bij aan het creëren van banen of zelfs maar het behoud van banen”, schrijven ze aan minister Hoekstra (CDA) en staatssecretaris Vijlbrief (D66), die toen op het punt stonden het voorstel te bespreken met collega’s van Sociale Zaken en Economische Zaken en Klimaat. Ook is het voorstel volgens de hoge ambtenaren „budgettair niet te beperken”. Bovendien vrezen zij het „risico op misbruik” door bedrijven, als ook een ,,handhavingsrisico” door betrokken overheidsinstanties. Dat blijkt uit interne stukken die staatssecretaris Vijlbrief donderdagavond naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data62056520-e033ee.jpg)
Kritiekpunten ‘gemitigeerd’
In een begeleidende brief aan de Tweede Kamer, schrijft Vijlbrief dat hij zich realiseert dat de ambtelijke adviezen „soms ronduit negatief” zijn geweest. Hij zegt dat in de discussie over de BIK door het kabinet en de uiteindelijke vorm ervan „verschillende kritiekpunten konden worden weggenomen dan wel worden gemitigeerd”.
Vanaf komende maandag moet hij het Belastingplan in de Kamer verdedigen, de jaarlijkse bundeling wetsvoorstellen met alle voorgenomen fiscale maatregelen. Oppositiepartijen als GroenLinks, SP, PVV en PvdA hebben sinds Prinsjesdag al gedreigd om tegen het Belastingplan te zullen stemmen als de BIK-regeling niet van tafel gaat.
De Raad van State was eerder deze maand al kritisch over de BIK-regeling. Niet alleen inhoudelijk, maar ook procedureel. Het voorstel is namelijk onderdeel van het algehele Belastingplan 2021, zodat het voor de oppositie onmogelijk is om alleen tegen de BIK te stemmen.
De Centraal Planbureau gaf eerder deze week in een doorrekening van de BIK aan dat de voorgestelde fiscale investeringsaftrek „nauwelijks effect” op werkgelegenheid heeft.