Amnesty International (AI) zag zich eind september gedwongen de kantoren in India te sluiten. De mensenrechtenorganisatie en haar medewerkers werd het werken daar onmogelijk gemaakt. Het is tekenend voor het afglijden van India als rechtsstaat en dit proces gaat veel sneller en dieper dan de meesten van ons beseffen. De Nederlandse regering toonde zich in 2019, in antwoord op Kamervragen over religieuze vervolging in India, weliswaar bezorgd over de mensenrechten in India, maar stelde vertrouwen te houden in de rechtsstatelijke instituten zoals de Indiase Grondwet en de rol van het Hooggerechtshof. Het is te hopen dat minister Blok (Buitenlandse Zaken, VVD) inmiddels een scherpere blik heeft ontwikkeld op wat er gaande is in India.
Dat de regerende BJP onder leiding van Narendra Modi een hindoe-nationalistische agenda heeft, is bekend. De wijze waarop deze agenda in de afgelopen jaren met grote stappen tot een uitholling van de rechtsstaat India heeft geleid, is echter minder bekend, bij gebrek aan aandacht voor de samenhang tussen recente gebeurtenissen.
Hindoe-nationalisme
In de afgelopen jaren zijn de etnische en religieuze neutraliteit van de staat verschoven naar een accent op hindoe-nationalisme waardoor minderheden ernstig in hun positie worden bedreigd. Dit hindoe-nationalisme is onder andere zichtbaar in de nieuwe wetgeving over het burgerschap van India (de zogenoemde Citizens Amendment Act). In het recent geïnitieerde verificatieproces van burgerregistratie in het National Register of Citizens dat met name voor moslims discriminatoir zal uitpakken. En in de intrekking van artikel 370 van de Grondwet, wat een speciale autonome status verleende aan de staat Jammu en Kashmir. Het werd gevolgd door drastische vrijheidsbeperkingen van de overwegend uit moslims bestaande bevolking in deze regio, en het voorzag in de omstreden bouw van een hindoetempel in Ayodhya op de plaats waar eeuwenlang een moskee stond. In februari leidden protesten tegen deze ontwikkelingen in Delhi tot tenminste 53 doden en 500 gewonden. Honderden personen, onder wie juristen, studenten en journalisten, zijn na deze rellen aangeklaagd, ondervraagd of gearresteerd, in lijn met de draconische Indiase antit-terrorismewet (UAPA).
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data51708943-95151b.jpg)
Geen actie is evenwel ondernomen tegen BJP-politici die extremistische hindoes hebben aangezet tot het gebruik van geweld in de rellen in februari. Ook de rol van de politie in het niet optreden tegen de rellen en het mogelijk assisteren van de extremisten werd niet onderzocht.
De juridische middelen van de rechtsstaat, zoals de UAPA en de wijziging van de Grondwet, worden gebruikt om protesten tegen het beleid van de regering-Modi en het hindoe-nationalisme de kop in te drukken en om de ideologische hindoeïstische doeleinden te dienen. Juist ook omdat India op dit moment zitting heeft in de VN-Mensenrechtenraad, zouden deze ontwikkelingen reden genoeg kunnen zijn voor minister Blok om meer te doen dan op diplomatiek niveau zijn zorgen uit te spreken over de mensenrechtensituatie.
‘Coronajihad’
Echter, de situatie is gevaarlijker dan hierboven geschetst. Niet alleen staat India’s rechtsstatelijkheid op het spel. Wat de situatie anders maakt is de massale haattaal op sociale media met als enig doel om minderheden te ontmenselijken. Geweld van schijnbaar ongeorganiseerde bendes tegen islamitische slagers die beschuldigd werden van het slachten van voor hindoes heilige koeien, is een voorbeeld dat de Nederlandse pers heeft bereikt. BJP-leider Raghuraj Singh bedreigde mensen die slogans aanhieven tegen Narendra Modi en Yogi Adityanath, de Eerste Minister van Uttar Pradesh, met: „Jullie zullen levend begraven worden.” Een ander voorbeeld is de poging om moslims het voeren van een ‘coronajihad’ aan te wrijven, een vermeende samenzwering om het coronavirus te verspreiden. Deze beschuldiging is onder andere ondersteund door Anantkumar Hegde, een BJP-lid van het Indiase parlement.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data54569065-9c8f70.jpg)
Het aanzetten tot haat en geweld tegen bevolkingsgroepen is in strijd met internationale verdragen waaraan ook India gebonden is. Staten zijn verplicht om hier actie tegen te ondernemen en te voorkomen dat rechten van minderheden worden geschonden. In het overwegend hindoeïstische India zijn minderheden een gemakkelijk doelwit. Met de extremistische ideologie van hindoe-nationalisme die wordt gepropageerd door leidende politici, kan een giftige mix van haat en geweld zich snel verspreiden. Dit is het gevaar dat op de loer ligt en waar Nederland, liefst samen met Europese partners, veel assertiever stelling tegen moet nemen, door India rechtstreeks en via de Verenigde Naties aan te spreken. Dit moet gepaard gaan met alle mogelijke juridische en politieke middelen en met actieve steun voor organisaties die zich bezighouden met het documenteren van het haatzaaien en het aanzetten tot geweld.