‘We komen er steeds meer achter hoe moeilijk aardgasvrij worden is’

Van het gas af Met het aardgasvrij maken van woonwijken blijkt het nog niet erg te vlotten. De ‘proeftuinen’ stuiten op problemen met uitvoering en, vooral, financiering.

Aanleg van het warmtenet in de Groningse wijk Paddepoel. In het klimaatakkoord is opgenomen dat Nederland over dertig jaar klimaatneutraal moet zijn.
Aanleg van het warmtenet in de Groningse wijk Paddepoel. In het klimaatakkoord is opgenomen dat Nederland over dertig jaar klimaatneutraal moet zijn. Foto Kees van de Veen

Je zal maar zo’n brief op de mat krijgen, zegt Tweede Kamerlid Daniel Koerhuis (VVD). „Vanaf nu woont u in een proeftuin voor een aardgasvrije wijk. Ik kan me voorstellen dat je dan schrikt. Alsof daar proefkonijnen in tuinen wonen. En aardgasvrij? Misschien gaat het voorlopig wel om alleen het isoleren van je huis.”

Koerhuis’ woorden zijn illustratief voor de huidige sfeer rond het aardgasvrij maken van woonwijken. Die is veel kritischer dan een jaar geleden, toen het klimaatakkoord werd gesloten en een gevoel van ‘we steken de handen uit de mouwen’ leek te overheersen. Dit voorjaar kwam er een kritisch rapport van de Rekenkamer over „de te hoge verwachtingen” van de plannen. Deze zomer zette het Planbureau voor de Leefomgeving vraagtekens bij de betaalbaarheid voor de bezitter van het huis dat verduurzaamd moet worden. En vorig week meldde NRC dat een wijkproject in Purmerend zelfs stilgelegd is.

Wat Koerhuis betreft, wacht verantwoordelijk minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken, D66) voorlopig maar even met aanwijzen van een nieuwe serie wijken. We moeten, zei hij vorige week in de Tweede Kamer, eerst leren van de ervaringen van de 27 wijken die – met in totaal 125 miljoen euro rijkssubsidie – in 2018 aan de slag zijn gegaan. Maar zover lijkt het niet te komen. Ollongren houdt vast aan haar voornemen nog deze maand circa twintig nieuwe wijken aan te wijzen die gemeenten hebben voorgedragen.

„We komen er inderdaad steeds meer achter hoe moeilijk het is”, zegt Maarten van Poelgeest. De voormalige wethouder uit Amsterdam coördineert de wijkenaanpak zoals die vorig jaar in het klimaatakkoord is afgesproken. „We worden realistischer omdat de praktijk dichterbij komt.”

De opdracht binnen het klimaatakkoord is helder. Nederland moet over dertig jaar klimaatneutraal zijn, dus geen CO2 of andere broeikasgassen meer uitstoten. Dat geldt voor fabrieken, auto’s én voor de ruim acht miljoen huizen, kantoren en openbare gebouwen die samen ‘de gebouwde omgeving’ vormen. In 2030, bepaalt het akkoord, moeten er op weg naar 2050 anderhalf miljoen huizen aardgasvrij zijn. Dat staat gelijk aan zo’n 3,4 miljoen ton CO2-besparing. Uit onder andere de proeftuinen van Ollongren moeten lessen voor de komende jaren worden getrokken.

Isolatie – ook goed

Juist de nadruk op een collectieve aanpak en volledig aardgasvrij lijkt in de weg te zitten. Van Poelgeest: „Ik begrijp dat veel gemeenten eerst een scherper beeld willen hebben van alle technische mogelijkheden. Waar collectief – bijvoorbeeld een warmtenet – het beste alternatief is, moeten we doorgaan met de wijkenaanpak. Als dat helder is, moet je tempo maken.”

Tegelijk pleit hij ervoor breder te kijken dan alleen de collectieve aanpak, zoals aanleg van een warmtenet. Als gemeenten aangeven dat zij voor sommige huizen met isoleren willen beginnen, is dat ook goed. „Daarmee draag je ook bij aan CO2-besparing.” Zijn ‘derde spoor’ is inzet van hybride warmtepompen: die elektrische pompen maken alleen op de koudste momenten gebruik van aardgas. „Dat levert voor de komende vijftien jaar ook een substantiële besparing op.”

Dat hoeft volgens hem niet alleen via subsidies. „Stel dat zo’n hybride oplossing voor twee miljoen huizen nu de beste oplossing is, dan kan je als Rijk ook bepalen dat de oude, versleten ketel alleen nog door zo’n hybride mag worden vervangen. Dan verplichten we dat. Het gevolg is dat die markt heel snel groeit en de kosten snel dalen.”

Toch is er wel degelijk ook een brede roep om meer geld, zo bleek tijdens ‘De Klimaatdag’ vorige week. Bij dit digitale congres naar aanleiding van de eerste verjaardag van het klimaatakkoord benadrukte de Utrechtse wethouder Lot van Hooijdonk (GroenLinks) dat betaalbaarheid en rechtvaardigheid cruciaal zijn voor bewoners die hun huis moeten verduurzamen. „We hebben het niet aantrekkelijk georganiseerd. Gas is nog nooit zo goedkoop geweest, en als mensen van goede wil zijn, moeten ze zelf de afsluiting van het gas betalen. Totaal de verkeerde prikkel.”

Van Hooijdonk, die een centrale rol speelt bij de warmtetransitie in Utrecht, zei zich zorgen te maken. „Waar het aan schort is een goede aanbieding voor de mensen. Als onze boodschap is: het kost u 10.000 euro, dan lukt het ons niet. Ik kan niet recht lullen wat krom is. De kosten moeten anders neerslaan. Dan hebben de gemeenten een veel gemakkelijker verhaal.”

Ook de Hengelose wethouder Claudio Bruggink (D66) weet inmiddels dat aardgasvrij maken van een wijk, in zijn geval de proeftuin Nijverheid, „in de praktijk superingewikkeld is, maar niet onmogelijk”. Dankzij de subsidie van Binnenlandse Zaken staat er 4 miljoen euro op de bankrekening – „daar is nog geen cent vanaf” – maar dat is zeker niet genoeg als de hele wijk moet worden verduurzaamd. „Er is steeds gezegd, en in het klimaatakkoord afgesproken, dat het haalbaar en betaalbaar moet zijn, maar dat is het niet als er geen goede regelingen zijn. Als gemeenten echt aan de slag gaan, gaat het om enorme bedragen voor het Rijk. Ik zie dat nergens in begrotingen terug. Hier hoort gewoon geld bij.” Niets doen is gezien de toekomstige risico’s veel duurder, benadrukt hij

In Hengelo is al veel met bewoners overlegd, gestudeerd en gerekend. Binnenkort wordt bekendgemaakt of er een warmtenet (stadverwarming) of een hybride warmtepomp (deels elektrisch, deels gas) voor de bewoners van Nijverheid komt. Bruggink: „Voor het geld zal ik toch naar het ministerie moeten kijken. Gemeenten kunnen niet zelf de portemonnee trekken om de beloften van het Rijk na te komen. Het is natuurlijk mooi dat we proeftuin zijn, anders waren we nu niet zover geweest, maar tegelijkertijd loop je wel in alles voorop. Dan zijn dus ook nog veel dingen niet geregeld, zoals geld en de noodzakelijke wetgeving.”

Lees ook: Ineens was er een brief: voorlopig gaat uw wijk toch niet van het gas af

Woonlastenneutraliteit

Voor SP-Kamerlid Sandra Beckerman komt de roep om extra geld niet als een verrassing. „Dit groenste kabinet ooit heeft zelf onlangs berekend 4,5 miljard euro aan subsidie aan de fossiele industrie te geven en 4 miljard aan klimaatbeleid. Daar zit hoe dan ook het knelpunt. In de praktijk betaalt de vervuiler in Nederland nog altijd niet.”

Minister Ollongren stuurde onlangs een overzicht van zestien studies naar de energietransitie in de wijken, zegt Beckerman. „Bijna alle studies, van ABN Amro, Nibud, PBL tot Motivaction, noemen betaalbaarheid als belangrijkste drempel. En we kennen hier verschillende potjes en regeltjes van Rijk, provincies of gemeenten, maar daar kom je niet uit. In Engeland krijgen huishoudens die het niet kunnen betalen 10.000 pond (ruim 11.000 euro). Daar moet de minister eens naar kijken.”

Voor VVD-Kamerlid Koerhuis is meer geld niet direct de oplossing. Hij wil eerst zoveel mogelijk lering trekken uit de ervaringen van de eerste 27 proefwijken. „Dat zijn we verplicht aan de mensen in de wijken die de tweede tranche van het project gaan vormen. Wat zijn de verwachte kosten, wat is de verwachte CO2-besparing? Daar doen we het allemaal voor. En ook heel belangrijk: is de woonlastenneutraliteit gegarandeerd? Aan dat laatste ga ik de minister echt houden.”

Die woonlastenneutraliteit wordt in het klimaatakkoord „het uitgangspunt” genoemd. Wie van het gas af moet, moet er financieel niet op hoeven toeleggen. Een recent rapport van het PBL gaf aan dat een huizenbezitter zijn investeringen niet terugverdient met een lagere energierekening. Blijft dat uitgangspunt overeind nu Ollongren zelf aangeeft dat „de praktijk weerbarstiger is dan het papier waarop het klimaatakkoord is vastgelegd”? De minister zegt „heel hard te werken” aan deze woonlastenneutraliteit. „Het streven is dat woonlasten niet stijgen, dat moeten we zeker borgen voor mensen met een lager inkomen, maar ik kan geen garantie geven voor alles en iedereen.”

Volgens Van Poelgeest, die de wijkaanpak coördineert, moeten ervoor worden gezorgd dat de proefwijken in beweging komen, wil je vaart maken met de verduurzaming van de wijken. „We moeten niet te veel uitstellen, want dan krijgen we later problemen om aan de eisen van het akkoord te voldoen. Om het nu betaalbaar te houden, moet je die eerste generatie compenseren. Die mensen worden geforceerd tot iets waarom ze meestal niet gevraagd hebben. Ik denk dat er zeker in een volgende kabinetsperiode geld bij moet.”

Dat zowel Kamerlid Koerhuis als wethouder Van Hooijdonk het belang van woonlastenneutraliteit benadrukt, maakt hem optimistisch. „Als VVD en GroenLinks het eens zijn, moeten we er toch uit kunnen komen”, lacht hij.

Lening als sleutel

Aanvankelijk was het plan de huizenbezitter tegemoet te komen met een nieuw type lening: de gebouwgebonden financiering. Zo’n lening om de verduurzaming te financieren zou dan bij de verkoop van het huis naar de nieuwe eigenaar overgaan. Probleem is dat de banken zo’n regeling in de praktijk niet zien zitten.

Teleurstellend, vindt Ollongren. „We hadden toch de hoop dat dit de sleutel zou zijn om het betaalbaar te maken. Als je zo’n lening kan overdragen, neemt het vooral een psychische drempel weg.” De bewindsvrouw kijkt nu of er alternatieven zijn, bijvoorbeeld via het Warmtefonds van het Rijk, dat financieringen voor verduurzaming aanbiedt.

Daarnaast gaat ze ook nog eens kijken naar de naam van het twee jaar geleden gelanceerde wijkenproject, zei ze in reactie op de kritische woorden van VVD’er Koerhuis. Is ‘proeftuinen voor aardgasvrije wijken’ wel de goede naam, vraagt zij zich nu ook af. „Het project hoeft niet direct per se tot aardgasvrij te leiden, dus eigenlijk dekt de naam niet helemaal wat je aan het doen bent. En ik heb zelf geen bezwaar tegen het woord proeftuinen, maar als dat leidt tot de suggestie dat mensen proefkonijn zouden zijn, dan heb ik er wel bezwaar tegen. Ik ga kijken of we dat beter kunnen doen.”