Nog voordat zij de Onafhankelijkheidsverklaring hadden opgesteld, namen de Amerikanen het besluit om hun eigen postmaster general te benoemen. In 1775 stelden zij wetenschapper en staatsman Benjamin Franklin aan. Het salaris was schamel, schrijft hij in zijn memoires, maar hij had er toch van geprofiteerd. Zijn voorganger als postmeester – onder Brits bewind – had geweigerd Franklins krant, de Pennsylvania Gazette, per post te bezorgen. Als baas van de posterijen legde Franklin vast dat de krant voortaan voor een klein bedrag zou worden bezorgd.
Het aantal lezers en advertenties van de Gazette steeg en bezorgde de eigenaar „een aanzienlijk inkomen”. Maar belangrijker is dat Franklin, geesteskind van de Verlichting, voortaan álle kranten gelijkelijk per post liet bezorgen. Hij zag de waarde van vrije informatie in – die in 1791 in het Eerste Amendement op de grondwet zou worden vastgelegd als de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid.
Franklin perfectioneerde het netwerk van postwegen, -kantoren en -bezorgers waardoor brieven, kranten en pamfletten werden verspreid. De post werd het aderstelsel van de dertien koloniën. Dat gold tijdens hun opstand tegen de Britse koning. Maar ook na de onafhankelijkheid, in de democratie van gelijken die de founding fathers van de Verenigde Staten voor ogen stond, steunde het landsbestuur op goed geïnformeerde burgers, die welbewust zouden stemmen op medeburgers die zich welbewust verkiesbaar hadden gesteld.
250 Jaar later aangeland in, o ironie, het informatietijdperk, staat de Amerikaanse democratie te wankelen door wantrouwen dat langs diezelfde netwerken doelbewust is gezaaid. De burgers krijgen meer en sneller informatie dan ooit tevoren, maar zoals schrijver Jaron Lanier zegt in de Netflix-documentaire The Social Dilemma: „Er is wereldwijd een hele generatie grootgebracht in een context waarin de betekenis van communicatie manipulatie is.”
Luidkeels en impulsief
Zoals de brief, vertrouwelijk en doordacht, het vehikel voor ideeën was in de 18de en 19de eeuw, zo is de tweet dat in de 21ste eeuw: luidkeels en impulsief. Jack Dorsey, een van de oprichters en de huidige topman van Twitter, bekende in een podcast van The New York Times dat hij zich verkeken had op de effecten van de inrichting van zijn platform. Door in vette cijfers het aantal volgers bovenaan te zetten, door het aantal likes en retweets te benadrukken, deed Twitter iets anders dan communicatie stimuleren, zei Dorsey. „Het stimuleerde competitie.” Hij erkende dat dit leidt tot sensationeel en (dus) vaak onwaar getwitterd nieuws.
Dat een medium leugens als waarheid serveert, is geen nieuws. Het scherpst geformuleerde voorbeeld komt uit de Amerikaanse krantengeschiedenis. Voor de New York Journal ging illustrator Frederick Remington in 1897 naar Cuba om een opstand tegen de Spaanse overheersing te verslaan. Hij zag geen sporen van strijd en telegrafeerde dat naar zijn baas, William Randolph Hearst. Die schreef terug: „Jij zorgt voor de plaatjes, ik zorg voor de oorlog.”
Liegen is evenmin voorbehouden aan politici van een enkele partij. Democraat Joe Biden houdt vol dat de lopende benoemingsprocedure voor een rechter aan het hoogste gerechtshof „ongrondwettelijk” is. Hij heeft in het (voorlopig) enige presidentiële debat van deze campagne gezegd dat zijn milieubeleid niets te maken heeft met de ‘Green New Deal’ van de linkerflank van zijn partij. In zijn programma staat dat dit het raamwerk voor zijn plan is.
Maar het is zijn tegenstander Donald Trump die voortdurend de onwaarheid tot waarheid probeert te verheffen. Hij is de president van de „alternatieve feiten”, zoals zijn woordvoerder het formuleerde, toen ze moest uitleggen waarom mensen zouden aannemen dat het publiek bij Trumps inauguratie omvangrijker was geweest dan dat bij de inhuldiging van Barack Obama. Iedereen kon op de foto’s zien dat het omgekeerde het geval was.
Dat een medium leugens als waarheid serveert, is geen nieuws
Voor zijn medestanders maakt dat niet uit. Voor zijn tegenstanders maakt het álles uit. In de democratie van gelijken is de waarheid anno 2020 uitgesorteerd naar wereldbeschouwing. Om nog een keer The Social Dilemma aan te halen: iemand die van een ander een feit te horen krijgt dat niet strookt met zijn opvattingen, vraagt zich af hoe dat kan. Die ander ziet toch dezelfde informatie? Nee dus, want die ander krijgt alleen maar informatie die op hém is toegesneden, zoals ieder van ons zorgvuldig door de nieuwe media individueel gesorteerde feiten krijgt geserveerd. De platforms die dat doen – Facebook, Instagram, Twitter etc – hebben volgens de voormalige medewerkers die in de documentaire aan het woord komen, ontdekt dat polariserende boodschappen beter de aandacht trekken van hun gebruikers. Het blijkt ook uit onderzoek van het Massachussetts Institute of Technology: onware berichten worden veel sneller verspreid op Twitter dan ware. Onware worden 70 procent meer gedeeld en reizen zes keer zo snel over het platform.
Republikeinse megadonateur
Is het niet wrang dat juist de posterijen in 2020 in een wolk van wantrouwen zijn terechtgekomen? De levensader van de vroege Amerikaanse democratie en sindsdien steevast de meest geliefde en vertrouwde overheidsdienst, USPS, is door de president in de tang genomen.
Trump heeft een stevige hand gehad in de benoeming van een postmaster general dit jaar, een Republikeinse megadonateur, die meteen zo hard is gaan bezuinigen dat de US Postal Service er langzamer van is gaan draaien. En dat terwijl tientallen miljoenen Amerikanen op de post vertrouwen om hun stemrecht te kunnen uitoefenen in coronatijd.
Daar heeft Trump juist zijn meest systematische lastercampagne voor gereserveerd. Volgens hem zal stemmen-per-post onherroepelijk leiden tot verkiezingsfraude. Maakt niet uit dat al anderhalve eeuw per post wordt gestemd, dat er vijf staten zijn waar alle stembiljetten via de brievenbus gaan – inclusief het doorgaans Republikeinse Utah. Maakt niet uit dat de integriteit van de Amerikaanse verkiezingen in het verleden nauwelijks is aangetast door fraudegevallen. Trump zegt dat de verkiezingen doorgestoken kaart zijn en dat de uitslagen ongeldig zullen zijn. De reacties laten opnieuw zien dat de waarheid partijgebonden is. Ruim de helft van de Republikeinse kiezers gelooft dat stemmen per post tot fraude leidt, tegenover een fractie van de Democraten.
In de berichten die daarover rondgaan, zie je een enkel geval van echte fraude voorbijkomen. Veel vaker gaat het om vergissingen die het gevolg zijn van de complexe regels voor stemmen, die per staat verschillen en die door met name Trumps Republikeinse Partij bewust ingewikkeld worden gehouden, opdat zo min mogelijk mensen een geldige stem kunnen uitbrengen.
In Pennsylvania krijgen de kiezers die per post willen stemmen, een stembiljet thuis, plus twee enveloppen. Het ingevulde stembiljet moet in een blanco envelop, de zogeheten secrecy envelope en die moet weer in wat de declaration envelope wordt genoemd. De reden? Dat het twee eeuwen geleden zo is bedacht.
Foto’s Nathan Howard en Michael Reynolds
Een deel van de kiezers, bleek uit eerdere verkiezingen, zal de ene envelop weggooien en daarmee zonder het te weten hun stem ongeldig maken. In Pennsylvania kan dit betekenen dat 100.000 stemmen niet meetellen. Wie bedenkt dat Trump die staat in 2016 veroverde met een verschil van 44.000 stemmen, begrijpt hoe belangrijk het is om dit te regelen. Lisa Deeley, verantwoordelijk voor het verloop van de verkiezingen in Philadelphia, vertelde dat ze de parlementariërs van de staat per brief op het probleem heeft gewezen. „Ik kreeg geen antwoord.” In plaats daarvan stapte de Republikeinse meerderheid in de staat naar de rechter om het systeem zo te houden.
Wat zegt de president? Dat het systeem in Pennsylvania op instorten staat. En omdat de president het zegt, wordt het opgevat en verspreid als nieuws. Wetenschappers van een Harvard-instituut stelden in een onderzoek naar berichtgeving over stemfraude vast dat de belangrijkste verspreiders van nepnieuws over de komende verkiezingen niet de nieuwe sociale media zijn, maar de ouderwetse massamedia. En de president, op zijn Twitteraccount.
In een essay voor The New York Times trok schrijfster Marilynne Robinson een sombere conclusie: „Minder dan een maand voor de verkiezingen zijn we aangeland op een plek waar elk aspect van ons kiesstelsel in twijfel wordt getrokken en in gevaar is, bedreigd door het wantrouwen en de verongelijktheid die rondwaren onder Amerikanen”, schreef ze. „Als deze ene uitoefening van burgerrechten, waarop de legitimiteit van onze overheid rust, niet meer werkt, dan moeten we zo eerlijk zijn om een ander woord dan ‘democratie’ te vinden om te beschrijven wat we zijn geworden.”