Amy Coney Barrett, genomineerde voor het Amerikaanse Hooggerechtshof, wilde er deze week tijdens de hoorzitting in de Senaat geen vragen over beantwoorden. Obamacare, de betaalbare zorgwet, ligt binnenkort ter beoordeling bij het hof. Zal zij straks, als nieuwe hoge rechter deze wet helpen herroepen, zoals president Trump hoopt?
„Ik herhaal het nog maar eens”, zei ze bij elke vraag, „zolang de zaak niet voorligt, kan ik daar geen antwoord op geven.” Op de vraag van een Democratische senator of zij zich wel eens positief over Obamacare had uitgelaten, moest ze toegeven: „Nee.”
Het dagenlange verhoor van Barrett – wier voordracht omstreden is omdat die zo kort voor de verkiezingen is gedaan én wegens haar zeer conservatieve denkbeelden – werd deze week vooral door het prisma van de landelijke politiek bekeken. Democraten gebruikten de gelegenheid om campagne te voeren voor verkiezingsthema’s als abortus en het zorgstelsel. Sommige Republikeinse Senatoren, die op 3 november herkozen hopen te worden, zitten klem. Wat zullen de kiezers ervan vinden als zij een rechter benoemen die de zorgverzekering voor 23 miljoen Amerikanen dreigt af te schaffen?
Ik dacht aan de verzekerden in Baltimore, een stad waar ruim een op de vijf inwoners onder de armoedegrens leeft. Hoe zou het verder gaan met de duizenden patiënten die jaarlijks de praktijk van dokter Opesanmi in West-Baltimore binnenlopen? Of het nabijgelegen medisch centrum? 200.000 inwoners van Maryland die maandelijks deze lage, door de staat uitonderhandelde verzekeringspremie betalen, zullen hun polis verliezen. Zoals de zwarte bouwvakker met de diamanten oorbel, die net uit het spreekuur komt. Hij heeft prostaatkanker en is voor de zekerheid vast overgeschakeld op een particuliere verzekering die hem maandelijks 300 dollar kost.
De praktijk van dokter Opesanmi is gevestigd in West Pratt Street, in dat deel waar bewoners overdag wezenloos over de stoep lopen, minutenlang krom staan, omdat ze net een pijpje ready rock, cocaïne uit de magnetron, hebben gerookt. Als ik woensdagmiddag voor de deur sta, is het gietijzeren hek dicht, de rolgordijnen omlaag. Dokter O, zoals ze wordt genoemd, trekt het lint uit haar frambooskleurige dreadlocks en zet haar computer aan om aan de administratie te beginnen.
Haar grootste patiëntengroep bestaat uit drugsverslaafden. Daarna komen de hart- en vaatziekten en diabetes. Ze maakt onderscheid tussen de kansarmen, die gebruik maken van de sobere Medicaid-verzekering en de groep die daar sociaal-economisch net boven zit, de Obamacare-patiënten. „Ik ben hier dokter, raadgever en psychiater tegelijk.”
Ook dokter O volgde deze week de verhoren van rechter Barrett op de voet. Als het voordelige Obamacare wegvalt, dan gebeuren er twee dingen, zegt ze. „Allereerst de grote persoonlijke gevolgen. Mijn HIV-patiënten bijvoorbeeld, kunnen geen dure medicijnen betalen. Krijgen zij geen AIDS-remmers, dan keert de AIDS-patiënt weer terug in het straatbeeld. Je kunt je voorstellen wat voor gevolgen dat heeft: voor hun levensverwachting, voor hun relaties.”
Dan de gevolgen voor de volksgezondheid. „Mensen die niet verzekerd zijn, slikken geen medicijnen, belanden op de IC, doen de rest van hun leven een groot beroep op de gezondheidszorg. Wie geelzucht heeft, verspreidt dat. Die kosten komen voor rekening van de samenleving.”
Wat dokter O het ergste vindt: president Trump heeft geen alternatief voor Obamacare. „Hij gooit het gewoon weg, zonder dat de samenleving er iets voor in de plaats krijgt.”
In het Huis van Afgevaardigden zag ik Kweisi Mfume, de Democratische vertegenwoordiger van Marylands 7de district, vorige week uitvaren tegen zes topmannen van farmaceutische bedrijven. Een van hen had sinds 1997 de prijs van een succesvol medicijn tegen multiple sclerose 27 keer verhoogd zodat patiënten nu 5.800 dollar per maand betalen. Anderen hadden vergelijkbare prijsverhogingen doorgevoerd.
De directeuren stamelden dat die verhogingen van voor hun tijd dateerden, of dat de ontwikkeling van medicijnen zo duur was. „Gewone burgers lijden, omdat zij hun pillen niet kunnen betalen. En dat alleen maar omdat jullie je winst willen opschroeven”, concludeerde Mfume. „Het is een schande.”
Mfume’s Republikeinse uitdager Kim Klacik klaagt week in week uit over de nalatigheid van haar opponent, die West-Baltimore zou laten verkommeren. Als ik Mfume na afloop van zijn optreden confronteer met Klacik’s verwijten, zegt hij: „Ik ben geen gemeenteraadslid of burgemeester. Ik ben afgevaardigde in het nationale Congres. Als ik hier pleit voor lagere medicijnprijzen, doe ik dat ook voor Baltimore.”