Wetenschappers willen Huawei niet als sponsor AI-lab

Dreamslab Huawei schendt mensenrechten, zegt een groep wetenschappers. Ze noemt samenwerking van de Chinese techreus met Amsterdamse universiteiten zorgwekkend.

De hoofdvestiging van Huawei in Shenzhen, nabij Hongkong. Het Chinese bedrijf zoekt samenwerking in het Westen.
De hoofdvestiging van Huawei in Shenzhen, nabij Hongkong. Het Chinese bedrijf zoekt samenwerking in het Westen. Foto Alex Plavevski/EPA

Een collectief van ruim dertig Nederlandse wetenschappers en hoogleraren protesteert tegen de financiële steun van onderzoekslab Dreamslab door het Chinese bedrijf Huawei. Ze roepen de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam op het project opnieuw te beoordelen, ook op ethische gronden.

„Deze samenwerking is zorgwekkend: Huawei is actief betrokken bij de schending van mensenrechten in China, gericht tegen de Oeigoeren. Deze minderheid wordt onderdrukt, onder meer met behulp van surveillancetechnologie van Huawei.”

Dat staat in een open brief die het collectief Funding Matters donderdag heeft gepubliceerd. Ondertekenaars werken onder meer aan de universiteiten van Delft, Tilburg, Nijmegen en Groningen. Ook een aantal UvA-hoogleraren steunt het protest. Eerder waarschuwden zij dat de universiteiten gaan samenwerken met „een bedrijf dat kennis kan gebruiken binnen een systeem dat werkt aan een extreem assimilatieprogramma”.

Het project DreamsLab (afkorting voor Dialogues, Reasoning and Multilinguality for Search) wil zoekmachinetechnologie verbeteren door kunstmatige intelligentie (AI) te trainen op data die Huawei levert. Het Chinese techbedrijf betaalt 3,5 miljoen euro mee aan een team van negen onderzoekers – niet van Huawei. Dreamslab wordt geleid door Frank van Harmelen en Piek Vossen van de VU en Maarten de Rijke van de UvA.

Huawei zou onderzoeksresultaten bijvoorbeeld kunnen gebruiken om om een digitale assistent voor de Europese markt te ontwikkelen – Huawei smartphones mogen de Google Assistant niet meer gebruiken.

Publicatievrijheid

Huawei investeert veel in onderzoekscentra om zijn positie in Europa te verstevigen. Veiligheidsdienst AIVD en de NCTV zagen geen bezwaar in de samenwerking. De universiteiten hebben publicatievrijheid, ook als onderzoeksresultaten tegenvallen.

Die afwegingen zijn niet voldoende om dit soort financiële steun te legitimeren, zegt Linnet Taylor, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Tilburg namens het Funding Matters-collectief. „Wij vinden dat de universiteiten deze samenwerking opnieuw moeten toetsen en rekening houden met mensenrechten.”

Lees ook: Het charmeoffensief van Huawei

Funding Matters schrijft geen bezwaar te hebben tegen Chinese bedrijven in het algemeen. Eerder tekenden de wetenschappers protest aan tegen sponsoring van een privacycongres door het Amerikaanse bedrijf Palantir, dat surveillancesoftware levert.

Vorige maand reageerde de centrale ondernemingsraad van de UvA boos op de financiële steun van Huawei. „Deze participatie heeft grote symbolische waarde: samenwerking toont dat het bedrijf in het Westen welkom is en heeft de schijn ook zijn andere praktijken te legitimeren.”

Frank van Harmelen is teleurgesteld dat de kritiek van collega’s hem via een open brief bereikt. „Andere universiteiten als Delft en Eindhoven publiceren ook samen met Huawei onderzoek over antennetechniek, of photonica. Misschien kan ons lab aanleiding zijn zulke samenwerkingen te heroverwegen – daarover wil ik graag discussiëren.”    

Dat techniek van Huawei gebruikt worden voor surveillance van Chinese minderheden bestrijdt hij niet. „We hebben onze ethische afwegingen gemaakt. Wij werken hier aan zoektechnologie met Europese talen. Dat is een heel ander bedrijfsonderdeel van Huawei. Als je met geen enkel bedrijf zaken kan doen dat levert aan landen met bedenkelijk regimes, dan geldt dat ook voor Microsoft. Dat past zijn zoekmachine Bing in China ook aan aan de Chinese regels.”

Update 15 oktober: reactie Frank van Harmelen toegevoegd