Analyse

De wereld wordt onveiliger voor Nederland; dreigende scenario’s moeten ernst situatie duidelijk maken

Defensievisie Defensie luidt de alarmbel en vraagt met meer aandrang dan ooit om miljarden euro’s. „Wij zijn nu niet in staat om alle dreigingen adequaat het hoofd te bieden.”

Een militair in nieuwe gevechtskleding met het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem, een communicatie- en navigatiesysteem..
Een militair in nieuwe gevechtskleding met het Verbeterd Operationeel Soldaat Systeem, een communicatie- en navigatiesysteem.. Foto’s Cinthia Nijssen/Defensie Media Centrum

Of het nu gaat om het afslaan van een cyberaanval, een campagne om de lokale bevolking van een missiegebied te stimuleren bermbommen te melden of het verwerken van bergen data uit een satelliet, voor de Nederlandse krijgsmacht is het zogeheten informatie-gestuurd optreden een steeds belangrijker wapen. Ook de donderdag gepresenteerde Defensievisie 2035 valt te zien als een informatie-manoeuvre. En dan komt de vraag op: wat is het doel daarvan?

Het korte antwoord luidt: het rapport is een alarmbel. In zo’n vijftig pagina’s wordt een inktzwarte wereld geschetst, vol (cyber-)terrorisme, onbeheersbare migratiestromen, en steeds vijandiger grootmachten, waarin het kleine Nederland uiterst kwetsbaar is. Want, zo zei minister Ank Bijleveld (Defensie, CDA) bij de presentatie van het rapport: „Wij zijn nu niet in staat om alle dreigingen adequaat het hoofd te bieden.”

Dat is op zichzelf geen nieuwe constatering. De annexatie van de Krim door Rusland maakte in 2014 hardhandig een einde aan het idee dat Europa in pais en vree kon verder bouwen aan zijn welvaart. De landen van de NAVO spraken opnieuw af dat ze hun uitgaven aan defensie zouden opvoeren tot 2 procent van het bbp. De Russische dreiging ging deel uitmaken van het ministeriële voorwoord in de jaarlijkse defensiebegroting, gevolgd door uiteenlopende dreigingen als het steeds assertievere China en de groeiende onverschilligheid van de VS voor het NAVO-bondgenootschap.

Satelliet voor militaire communicatie, die volgend jaar gelanceerd moet worden.

Prijskaartje: 13 tot 17 miljard

Nieuw is dat Bijleveld een prijskaartje heeft gehangen aan het pareren van de dreigingen. Nederland zal volgens haar jaarlijks 13 tot 17 miljard euro extra moeten uitgeven aan defensie, bovenop de ruim 11 miljard in de huidige begroting. Dat geld is onder meer nodig voor de ontwikkeling van het ‘informatiegestuurd optreden’ en voor het nakomen van internationale verplichtingen. Onder dat laatste valt het halen van de NAVO-norm; met zijn krappe 1,5 procent behoort Nederland nu tot de Europese achterhoede.

Het zo nadrukkelijk vragen om geld voor defensie is een omslag. Toen westerse samenlevingen na het einde van de Koude Oorlog dertig jaar geleden het ‘vredesdividend’ gingen incasseren, accepteerde de Nederlandse krijgsmacht dit tamelijk gelaten. Militairen voerden bezuinigingsopdrachten loyaal uit, ook al deed bijvoorbeeld het verdwijnen van de tanks de landmacht veel pijn. Na de annexatie van de Krim is de politieke wind gedraaid; de consensus is dat er meer geld moet naar de krijgsmacht. Het huidige kabinet heeft 1,7 miljard euro extra uitgetrokken voor de krijgsmacht. Toch slaat nog steeds geen generaal met de vuist op tafel voor - bijvoorbeeld - de terugkeer van de tanks.

De Defensievisie is misschien geen vuist op tafel, maar een klap met de vlakke hand is het wel. „Wij vinden het op een of andere manier heel vanzelfsprekend dat we ons in Nederland veilig voelen, maar dat is het natuurlijk niet”, zei Bijleveld donderdag in allerlei variaties. Bijleveld en haar militaire adviseur Rob Bauer, commandant der strijdkrachten, willen in hun rapport heel erg duidelijk maken dat het waarborgen van de nationale veiligheid geld kost.

Premiegeld

De Nederlandse krijgsmacht kampt met een aloud probleem, dat ook verkopers van verzekeringen kennen. Zoals in het document staat: „Defensie is de verzekeringspolis voor een groot aantal risico’s waarvan we niet weten of ze zich ooit voordoen, maar die wel een ontwrichtend effect hebben als het gebeurt.” En die je, als ze zich niet voordoen, het gevoel kunnen geven dat je het premiegeld voor niets hebt uitgegeven. Daarom is het voor politici in beginsel minder aantrekkelijk om geld aan uit te geven aan het afweren van toekomstige dreigingen dan aan het oplossen van actuele problemen.

Om het gevoel van urgentie aan te wakkeren, presenteert defensie niet alleen miljardenbedragen, maar ook een veel indringender dreigingsbeeld dan gebruikelijk. Vertrouwd zijn observaties als: „Een uitbraak van een nieuw en agressief virus in Azië kan onze economie platleggen.” Verregaander zijn de vijf scenario’s voor 2035, waaronder een burgeroorlog in een Noord-Afrikaans land en een conflict rond de Noordpool. In een scenario ontstaat een militair conflict in het Caribisch gebied na olievondsten, worden Curaçao en Aruba overspoeld met vluchtelingen en breken op deze eilanden onlusten uit.

Om dergelijke dreigingen het hoofd te bieden moet de krijgsmacht grondig worden vernieuwd. Het Nederlandse militaire optreden moet voldoen aan tien ‘inrichtingsprincipes’, zoals „flexibel optreden” en „unieke mensen” en drie eigenschappen: „technologisch hoogwaardig”, „informatiegestuurd” en „betrouwbare partner en beschermer”. De prominente plek van het informatie-gedreven optreden laat zien hoe snel deze jonge loot is uitgegroeid tot een volwaardige boom.

Lees hier een pleidooi voor meer Europese samenwerking

Geen Europees leger

Als „betrouwbare partner” richt Nederland meer dan ooit zijn blik op een „sterker, zelfredzamer Europa”. Dat betekent geen Europees leger, zei Bijleveld desgevraagd: „Maar we hebben ook geen NAVO-leger, alleen samenwerking binnen de NAVO. Ook in Europa kunnen we meer samenwerken, bijvoorbeeld door met een aantal landen materieel in te kopen. En dit voorjaar hebben de Fransen, Britten en wij in overleg elk een schip naar het Caribisch gebied gestuurd.”

Met de visie levert Bijleveld naar eigen zeggen de „bouwstenen” voor het defensiebeleid van volgende kabinetten. Het is zeer de vraag of het nieuwe kabinet, dat na de Tweede Kamerverkiezingen volgend jaar aantreedt, meteen miljarden op tafel zal willen leggen. De coronacrisis slaat namelijke diepe kraters in de overheidsfinanciën. Aan de andere kant zijn de dreigingen zo serieus en gaan de technologische ontwikkelingen zo snel, dat forse investeringen in de Nederlandse krijgsmacht onvermijdelijk lijken.