Opinie

Techmacht krijgt oog voor wetgeving

Marietje Schaake

In de laatste maand voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen sneuvelen tal van heilige huisjes in Silicon Valley. Nooit eerder erkenden socialemediabedrijven zelf hun verantwoordelijkheid in een democratie. Zo kondigde Twitter nieuwe regels aan om te voorkomen dat onrechtmatige claims op de verkiezingsoverwinning voor onrust zorgen. Berichten die het verkiezingsproces kunnen verstoren, zoals oproepen tot geweld, worden vanaf nu verwijderd. Facebook en dochter Instagram beloofden de samenzweringsgroep QAnon te weren. Bovendien kwam Facebook terug van de mantra dat vrije meningsuiting boven alles staat. En ook geschiedvervalsing over de Holocaust en ontkenning ervan gaan er in de ban. YouTube gaat desinformatie over Covid verwijderen, maar sprak zich niet uit over QAnon, dat veel invloed heeft via dit platform.

Met deze aanpassingen tonen de socialemediabedrijven dat ze de schijnwerpers op zich gericht weten, nu de spanningen rond de verkiezingen oplopen. Tegelijk laten hun keuzes zien hoezeer democratisch gekozen politici tot nog toe nalieten regels te stellen.

Maar qua wetgeving is in de VS nu een voorzichtige inhaalslag te bespeuren. De rechterlijke commissie van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden publiceerde vorige week een rapport dat de buitensporige macht van grote techbedrijven in verband brengt met schade aan de democratie. Mededingingsregels moeten worden toegepast en gemoderniseerd, aldus het rapport, om de economie eerlijk te houden en de democratie te redden.

De Amerikanen kunnen nu zomaar de EU inhalen als leidend wetgever in de techsector

De Amerikanen kwamen langzaam op gang met regulering van techbedrijven, maar kunnen nu zomaar de EU gaan inhalen als leidend wetgever in de technologiesector. Onconventionele interventies veranderen de spelregels eveneens. Neem het dreigement van president Trump om het Chinese videoplatform TikTok te verbieden, om het vervolgens te laten overnemen door een Amerikaans techbedrijf. Hij wil trouwens ook de aansprakelijkheidsuitzondering voor socialemediabedrijven schrappen.

Lees ook dit verhaal over de hoorzitting van Big Tech in het Amerikaanse Congres: Groepsverhoor per video helpt Big Tech

Zo ver kwam het zelfs in de EU niet, waar socialemediabedrijven evenmin aansprakelijk zijn voor berichten op hun platforms. Het voorbije decennium nam de Unie vaak het voortouw met wetgeving, waar Amerikaanse politici en techlobbyisten dan woedend op reageerden. Europa zou jaloers zijn op het succes van Silicon Valley en had geen recht van spreken zonder techreuzen van eigen bodem.

De EU omarmde haar rol als ‘superwetgever’ en had na invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in ieder geval een antwoord op vragen over databescherming. Wat overigens veel andere vragen over wettelijke kaders voor technologie openlaat.

De inhaalslag die de VS als technologiemacht nu ook qua wetgeving kunnen maken, kan tot meer internationale samenwerking leiden als de politiek daarvoor kiest. Joe Biden, presidentskandidaat voor de Democraten, wil democratische landen op een top bijeenbrengen als hij gekozen wordt. Een van de agendapunten: de impact van technologie op democratie.

Zijn de veranderingen door de Amerikaanse techbedrijven zelf intussen genoeg om te voorkomen dat hun platforms faciliteren dat grootschalig wantrouwen ontstaat in het verkiezingsproces? Of dat burgermilities die platforms gebruiken om kiezers te intimideren? Dat valt pas achteraf vast te stellen.

Zeker is dat er komende maand veel op het spel staat. Voor socialemediabedrijven, die met hun macht en beleidswijzigingen volop in de aandacht staan. Voor de toekomst van technologiebeleid in de Verenigde Staten. Maar vooral voor de Amerikaanse democratie zelf.

Marietje Schaake schrijft om de week op deze plek een column over technologie, beleid en economie.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.