Reportage

Juf werd ze pas toen ze thuis les moest geven

Rajeevana komt uit Sri Lanka, werd uitgehuwelijkt aan een landgenoot in Zeist en moest afzien van haar droom om schooljuf te worden.

Foto Daniel Niessen

Lees de online versie van dit artikel op nrc.nl/terugnaardeflat

Boven de bank in de woonkamer op driehoog hangt een foto van de bruid en bruidegom. Zij, Rajeevana, in grijsblauwe sari en omhangen met sieraden, hij in zwart pak met rood pochet. Ze kijken ernstig, onderworpen aan de regels van het ritueel.

De bruiloft was in mei 2010, drie maanden na hun eerste ontmoeting, in de aankomsthal van Schiphol.

Rajeevana, kortweg Rajee (bijna 34), had tot haar 23ste in Sri Lanka gewoond, bij haar ouders en broertje en zusje – in Jaffna, het uiterste noorden. Ze wilde er basisschooljuf worden, had als stagiair al voor de klas gestaan. Ze had nog één examen voor de boeg.

Maar de huwelijksbemiddelaar, ingeschakeld door haar ouders, had een match gevonden met een naar Nederland uitgeweken Sri Lankaan, Rajithananth. Hun sterrenbeelden pasten bij elkaar en ook zijn familie kwam uit Jaffna. Foto’s werden uitgewisseld: Rajee in een fotoshoot uitgedost in een sari, zoals de ouders van de man het graag zien.

Ze belden elkaar op, zij in Jaffna, hij in Zeist. Ze voerden lange, goede gesprekken

De keus was gemaakt.

Begin 2010 op de luchthaven van Colombo nam ze huilend afscheid van haar moeder en vader – van haar hele leven eigenlijk. Voor het eerst stapte ze een vliegtuig in. Naar films keek ze niet. Ze zat gewoon te zitten in haar vliegtuigstoel, verdrietig om wat ze achterliet en gespannen om wat zou komen.

Haar nieuwe familie stond haar op Schiphol op te wachten. De oudste broer van haar aanstaande was er – die woonde al decennia in Nederland. Diens vrouw en kinderen waren er, en een paar Sri Lankaanse kennissen. En Rajithananth zelf natuurlijk. Ze zag hem staan met in zijn hand een bos bloemen en op zijn gezicht een nerveuze lach. Wat te doen bij zo’n eerste ontmoeting? Wat te zeggen? „Niets”, zegt ze nu, tienenhalf jaar later. „Gewoon een hand geven en glimlachen.” Ze lacht hardop.

Ze zit op de bank onder de bruidsfoto. Naast haar, netjes op een rijtje, zitten dochter Akshaja uit 2011 en zoon Aksharan uit 2013. Hollandse basisschoolkinderen met grote bruine ogen.

Rajees man is aan het werk – elke ochtend en avond boent hij kantoren en zorgtehuizen in Zeist en Doorn.

Het nichtje van haar man, Princika, van begin twintig, is ook bij het gesprek. Zij is in Nederland opgegroeid en springt bij als vertaler van en naar het Tamil, ook al spreekt Rajee behoorlijk Nederlands en beantwoordt ze veel vragen meteen zelf.

De eerste jaren in Nederland waren moeilijk, vertelt ze. Ze miste haar familie en worstelde met het Nederlands. Juf worden – haar „droom” – ging in de nieuwe taal niet lukken, schatte ze in. Eerst kreeg ze de kinderen, toen was ze twee jaar vrijwilliger in een verzorgingstehuis.

In de L-flat wonen ze sinds 2011. Al is het er „altijd druk” – bij de lift, in het portiek – ze leven er met plezier. Er wonen een paar andere Sri Lankaanse gezinnen. En ze hebben aardige buren.

In 2019 kreeg Rajee een baan bij een hotel in Utrecht, bij housekeeping. Schoonmaken en bedden opmaken, elke werkdag van negen tot twee. In de pauzes kletste ze met collega’s uit de schoonmaakploeg, onder wie een Sri Lankaanse.

Ze woonde precies tien jaar in Nederland, haar leven op de rit, toen corona uitbrak. Meteen aan het begin van de voorjaarslockdown kwam ze thuis te zitten, zoals meer collega’s zonder vast contract. Er waren te weinig hotelgasten. Officieel ontslag volgde later in de lente.

Haar man heeft zijn schoonmaakbaan behouden. Voor het sturen van geld naar hun families in Sri Lanka zijn ze aangewezen op zijn inkomen.

Het liefst zou Rajee uit de flat vertrekken, zegt ze. Naar een huis met een tuin waar de kinderen kunnen spelen. Ze staan nu „vijf of zes jaar” op de wachtlijst voor een andere sociale huurwoning. Het kopen van een huis zit er met het gezinsinkomen niet in.

Haar leven zonder werk noemt Rajee „saai”. Man aan het werk, kinderen op school. Zij maakt schoon, kookt en kijkt tv. „Elke dag hetzelfde.” Ze wil misschien de ouderenzorg in. En ze wil haar Nederlands verbeteren – er zit een schooltje verderop in de wijk.

Onverwacht werd ze afgelopen voorjaar alsnog juf. In het Nederlands. Thuis-onderwijs. Het ging moeizaam, vertelt ze. „Mijn uitspraak is een beetje anders.” Haar dochter knikt hevig: „Ja. Soms zei ze de woorden fout en dan schreef ik dat en dan zei ze ‘nééé!’ en dat vond ik niet leuk.” Rajee, lachend: „We kregen een beetje ruzie.” Het voordeel, zegt ze: „Ik leerde zelf ook veel woorden.” Op een aanbod van de school vlak voor de zomer zeiden Rajee en haar man ja. Twee weken extra les voor de kinderen, midden in de zomervakantie.