In een wereldwijde economische crisis zou je het niet verwachten, maar het vrouwenvoetbal is aan een financiële opmars bezig. Dat blijkt uit het international transfer market snapshot dat wereldvoetbalbond FIFA vorige week naar buiten bracht. Waar het mannenvoetbal de afgelopen maanden zware klappen te verduren kreeg, groeit het aantal betaalde toptransfers bij vrouwen. Het lijkt de bevestiging van een stille revolutie, die de prille economische opkomst van het vrouwenvoetbal toont.
Bij de mannen wisselden tussen 1 juni en 5 oktober dit jaar 7.424 spelers van broodheer en gaven clubs samen 3,33 miljard euro aan transfergeld uit – een daling van respectievelijk 18 en 32 procent ten opzichte van de zomerse transferperiode vorig jaar.
Bij de vrouwen steeg het aantal transfers juist, van 385 naar 522. Het totaalbedrag dat clubs aan speelsters uitgaven nam toe van 387.000 euro naar 700.000 euro. „Enorm bemoedigend”, noemde financieel FIFA-topman Emilio García Silvero die laatste cijfers.
Het registreren van transfers en transfersommen in het vrouwenvoetbal is relatief nieuw; de FIFA houdt de mondiale verschuivingen pas sinds 2018 bij. Dat de statistieken van mannen en vrouwen nu voor het eerst worden samengevoegd, is volgens experts een doorbraak.
Hoe kan het dat het vrouwenvoetbal financieel veel minder lijdt onder de coronacrisis dan mannenvoetbal? En: hoeveel waarde moet aan de cijfers worden gehecht?
In ontwikkeling
„Met alle respect voor het vrouwenvoetbal, maar in de grote commercie is deze sport nog in ontwikkeling”, zegt Ruud Koning, bijzonder hoogleraar Sporteconomie aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Ja, er wordt meer betaald voor voetbalsters, maar het blijven relatief lage bedragen. Anderzijds heeft het mannenvoetbal er ook decennia over gedaan om zich te ontwikkelen. Je bent er natuurlijk niet met een paar jaar.”
Koning denkt dat het vrouwenvoetbal „garen spint” bij de coronacrisis, omdat fans die normaal het stadion bezoeken, of langs de amateurvelden staan, nu vanachter hun tv sport kijken. „En ja, dan beland je op een zondagmiddag zomaar in een live wedstrijd uit de Vrouwen Eredivisie bij Fox Sports.” Fox-analist en ex-international Leonne Stentler is het met Koning eens. Vrouwenvoetbal is tijdens de coronacrisis zichtbaarder geworden, zegt ze. Dat zal ook sponsoren niet zijn ontgaan. „Ik zou het wel weten als ik in deze tijd als sponsor in het mannenvoetbal zat.”
De vrouwenvoetbalsector heeft ook minder last van beeldvorming, zegt Stentler. „In verschillende landen hebben mannenclubs staatssteun aangevraagd. Ze liggen onder een vergrootglas en mogen geen grote transfers doen. 100 miljoen voor een aankoop wordt bijna als respectloos gezien naar de maatschappij.” Het vrouwenvoetbal heeft daar geen last van, zegt Stentler, want daar wordt bij slechts een paar procent van de transfers een fee betaald. „En áls er betaald wordt gaat het om relatief zo’n klein bedrag dat er geen haan naar kraait.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data63232127-356ad0.jpg|https://images.nrc.nl/6Yag3Rba9Ll3yF8CytF-tN4ADEs=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data63232127-356ad0.jpg|https://images.nrc.nl/5NPROBdTXKoGW1RO54fqUP0V9T8=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data63232127-356ad0.jpg)
Volgens de FIFA-rapportage verwisselden dit jaar wereldwijd achttien speelsters van club met een transferfee, twee meer dan vorig jaar en 3,4 procent van het totale aantal transfers. „Dus bij één grote transfer vliegt het totale transferbedrag omhoog”, analyseert Koning. „Dan lijkt het of de mondiale markt plotseling heel actief is geworden. In die zin zijn de cijfers moeilijk te duiden.”
‘Het hoogste bedrag ooit’
Over de exacte transferbedragen in het vrouwenvoetbal worden doorgaans geen mededelingen gedaan, al proberen clubs wel goede sier te maken met indicaties. Zo maakte de Duitse club VfL Wolfsburg vorige maand bekend het „het hoogste bedrag ooit in het vrouwenvoetbal” te hebben ontvangen voor de verkoop van de Deense Pernille Harder aan Chelsea – tien maanden voor haar contract afliep. Media berichtten dat het om een bedrag tussen de 250.000 en 350.000 euro zou gaan.
Waar de meeste profvoetbalsters moeite hebben een contract voor langer dan een jaar te sluiten, tekende Harder voor drie jaar. Een zaakwaarnemer die niet met naam genoemd wil worden, spreekt van „een voorzichtige trend”. Clubs zijn volgens hem steeds meer genegen een langdurig contract te sluiten.
Bij Eredivisieclub Ajax heeft tweederde van de speelsters een contract van langer dan een jaar, vertelt manager vrouwenvoetbal Daphne Koster. Ze ziet het als een investering die zich op termijn uitbetaalt. „Ajax is een opleidingsclub, geen koopclub. Door speelsters langer vast te leggen, voorkom je dat ze vroegtijdig worden weg geplukt. Zo kun je langer bouwen aan een team en bied je speelsters meer zekerheid.”
Ajax ontving volgens Koster slechts één keer een transfersom, toen Desiree van Lunteren in 2018 haar contract openbrak om bij Freiburg te gaan voetballen. Ze voorspelt dat het „straks” normaal wordt transfersommen te vragen, al durft ze niet te voorspellen wanneer. „Er spelen zo veel factoren mee, en dan komt er ook nog een pandemie overheen. De budgetten staan onder druk, maar dat kan over twee jaar weer anders zijn. Er valt niets zinnigs over te zeggen.”
Lucratief contract
De Noorse Ada Hegerberg, een van de beste speelsters van de wereld, sloot deze zomer een lucratief contract met Nike, voor naar verluidt een miljoen euro. Tien jaar lang verbindt zij haar gezicht aan het sportmerk, in navolging van beroemdheden als Cristiano Ronaldo en Serena Williams.
Haar manager Alan Naigeon voorspelde enkele jaren geleden al dat Hegerberg de eerste voetbalster wordt die voor een miljoen pond transfereert. En daar denkt hij nog steeds zo over, zegt hij, al hebben Covid-19 en een recente blessure voor vertraging gezorgd. „Drie, vier jaar”, zegt hij. „Of laten we het ruim nemen: 2025. Dan tikken we de miljoen wel aan.”
Naigeon denkt dat het geen toeval is dat een club als Chelsea zo veel geld voor Pernille Harder heeft neergeteld. „Het brengt voor een topclub grote risico’s met zich mee om nu 100 miljoen in een voetballer te investeren. Waarom niet een ton investeren in een voetbalster als je goede kans maakt een trofee te winnen? Dat is goedkoper en veiliger. Ik voorspel dat we een kleine verschuiving op de mondiale voetbalmarkt gaan zien.”