In Het Monster van Wokeness strijdt journalist Kawtar Amrani tegen sociaal onrecht. De verslaggever typt keurige verhalen op voor de binnenlandredactie van, jawel, NRC, en geeft onder een geheim pseudoniem vlijmscherpe maatschappelijke kritiek op Twitter. ‘@Kannibelle—Woke but broke’ verplettert de reputatie van een racistische sterrenchef, een gay café dat inzet op wit publiek, zorgt ervoor dat een seksistische Bart Smit-folder uit de roulatie wordt gehaald en dat een politieagent die islamofobe tweets verstuurt op non-actief wordt gezet.
Kawtar houdt haar activistische dubbelleven krampachtig verborgen voor haar familie, jeugdvriendin Sophie en collega’s bij de krant, die haar inhoudelijke suggesties pas serieus nemen nadat ze met behulp van haar woke vriendengroep anoniem voor ophef zorgt online.
Het Monster van Wokeness van schrijver en bestuursadviseur Tofik Dibi (1980) leest als een verkenning. Zijn personages worden met een paar pennenstreken sterk neergezet, zoals de ‘Straks mag blanke vla ook niet meer’ – moeder van Sophie. De minachting waarmee racisme als gevoelskwestie wordt weggezet, de vervreemding van een jeugdvriendin die de noodzaak van Kawtars engagement niet begrijpt en de impact van online haat: het zijn maar een paar voorbeelden van de thema’s die Dibi raakt. Hij laat daarbij zijn hoofdpersonage haar afwegingen zo expliciet benoemen – ‘als we witte mensen afschrijven zijn we geen haar beter dan zij die ons als groep afschrijven’ – dat het soms lijkt alsof de schrijver op de pauzeknop drukt om zich rechtstreeks tot zijn lezers te richten. Ook door het gebrek aan sfeer vinden de worstelingen van Kawtar geen weerslag in haar omgeving. Het Kasteel, waarin ze undercover gaat om een sterrenchef die serveersters molesteert te ontmaskeren, wordt voornamelijk met dialogen opgetuigd, het beeld van de stevig gekozen locatie blijft liggen.
Shishalounge
Nederlandstalige fictie waarin hedendaags racisme een rol speelt is schaars. Een geslaagd voorbeeld uit de Engelstalige literatuur waarin racisme naar voren komt is de hitroman Amerikanah van de Nigeriaans-Amerikaanse schrijver Chimamanda Ngozi Adichie. In het boek koos Adichie naast het lopende verhaal voor een kort anti-racistisch essay per hoofdstuk.
Met het theaterstuk Melk en Dadels en het autobiografische debuut Djinn heeft Dibi zich laten zien als een gelaagd schrijver die niet alleen betogend te werk gaat. In de scènes met de vrienden van Kawtars zusje in de shishalounge en in het ‘Wokabulaire’, de verklarende woordenlijst voor niet-ingevoerden waarmee Dibi zijn boek afsluit, vindt hij meer ruimte: ‘Woke: Alert zijn op onrechtvaardigheid in de maatschappij. Het gaat om je verdiepen in de materie, niet om een tajine kopen bij de Xenos’.
Deze dynamiek kan niet verhelpen dat Dibi’s hoofdpersonage te veel op zichzelf blijft staan. De innerlijke monoloog van Kawtar tegen haar demonen, online en in de echte wereld, blijft de boventoon voeren. Daarmee zet Dibi de bubbel van een personage dat online haar authentieke stem probeert te vinden sterk aan, maar komt zijn boek als geheel te weinig tot leven.