Opinie

Niet alleen een gezondheids- maar ook een gedragscrisis

Gedeeltelijke lockdown

Commentaar

De boodschap van het kabinet is helder: werken mag, veel leuke dingen mogen niet. Pas als iedereen zich gedraagt en het virus daardoor is verjaagd, gaat Nederland van het slot. Veel meer perspectief is er ook niet te geven. De besmettingen lopen – net als elders in de wereld – weer op. Opnames in ziekenhuizen en intensive cares stijgen. RIVM-directeur infectieziekten Jaap van Dissel waarschuwde woensdag dat zonder nieuwe maatregelen de opnamepiek twee keer zo hoog kan worden als tijdens de eerste golf. De tweede golf is aangespoeld, over een derde golf wordt in Den Haag al gesproken, een vaccin gloort in de verte aan de horizon.

En mochten maatregelen niet het gewenste effect hebben, dan volgt op de ‘gedeeltelijke lockdown’ die premier Mark Rutte (VVD) en minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge (CDA) dinsdag afkondigden, een volledige lockdown. Als ze wél werken, bood de routekaart die dinsdag werd meegeleverd het lichtpuntje van afschaling naar risiconiveau ‘ernstig’ en uiteindelijk naar ‘waakzaam’. Voor de toekomst is nu ook duidelijk hoe ingrijpen eruitziet.

Meer hoop wilden premier Rutte en De Jonge duidelijk niet – nog niet – bieden. Het signaal van het kabinet was: het is menens. Opnieuw.

Corona is niet alleen meer een gezondheidscrisis, maar ook – of misschien wel vooral – een gedragscrisis. Met de ‘blokjesverjaardag’ als ultiem voorbeeld van hoe de Nederlander de coronaregels in de zomermaanden omboog tot iets wat paste bij zijn eigen idee van die regels.

Zegt de premier dat we niet meer dan drie gasten mogen ontvangen? Dan nodigen we er drie per uur uit. Moeten de kroegen om tien uur dicht? Dan feesten we zonder zorgen door in het park. Positief getest op het coronavirus? Nou, even de kinderen naar school brengen, kon volgens 20 procent van die mensen wel. Net als 70 procent van de mensen met klachten naar buiten ging.

Dat het kabinet de burger aansprak op diens (gebrek aan) verantwoordelijkheid is daarom terecht. De coronaregels beschouwen als „keuzemenu” is voorbij, maakten Rutte en De Jonge dinsdag duidelijk. Een dwingend advies moét opgevolgd, een regel is een regel. Er zal meer worden gehandhaafd dan gedoogd.

Lees ook: ‘Gedeeltelijke lockdown’ is ook het gevolg van eerdere aarzeling

Maar het kabinet moet ook naar zichzelf wijzen. Eerdere persconferenties en maatregelen lieten juist ruimte voor twijfel en daarmee zelfinterpretatie. Wat was nu de groepsgrootte, was dat mondkapje nu wel of niet effectief?

De zomermaanden werden door de overheid onvoldoende benut om het bron- en contactonderzoek en de testcapaciteit voldoende op te schalen, de corona-app kwam er pas afgelopen weekend, regionale maatregelen waren er nauwelijks of nauwelijks merkbaar. Terwijl al sinds half juli het aantal besmettingen gestaag toeneemt.

De coronacrisis is echter niet louter een dialoog tussen burger en overheid. De bestrijding van Covid-19 is een maatschappelijke opdracht, waarbij ieder zich moet afvragen wat hij of zij zélf kan doen. Dat vraagt om veerkracht, om uithoudingsvermogen. Waar in maart het thuiswerken nog nieuw was, het wandelingetje tijdens de lunch verfrissend en de vakantie in eigen land een verrassing, dreigt nu sleur en wrevel over de tijdsduur.

Zaak is, zo zei sportpsycholoog Afke van de Wouw tegen NRC „je goed te voelen met het ongemakkelijke”. Om met Shakespeare te spreken: we zijn meesters van ons eigen lot.