Brian Elstak heeft het druk. Als ik hem en theatermaker Marjorie Boston in zijn studio ontmoet, komt hij net terug van het StripWeekend in Haarlem, waar hij zijn eerste graphic novel Franklin promootte (die hij maakte samen met auteur Marga Altena en graphic designer Lyanne Tonk). De volgende beeldroman staat alweer in de steigers: voor het project Neukpiet, waar hij samen met acht andere kunstenaars aan werkt, ligt er over twee dagen een deadline („en die is al twee dagen uitgesteld, anders zat ik hier nu niet.”). En dan is hij ook nog betrokken bij de toneelversie van zijn succesvolle prentenboek Tori, die op dit moment onder regie van Marjorie Boston bij het Haagse jeugdtheatergezelschap HNTjong wordt gemaakt en zaterdag 17 oktober in première gaat.
Elstak had nog nooit een boek geschreven, maar kreeg het idee voor Tori bij het voorlezen aan zijn eigen kinderen. „De boeken die ik had waren al helemaal stukgelezen en ik had nieuwe titels nodig. Toen ik naar de boekhandel ging vond ik niks tofs; ik ben heel beeldend ingesteld en er resoneerde niet echt iets. Maar ik vind voorlezen belangrijk: als je kinderen voorleest luisteren ze op hun best, omdat er geen andere prikkels zijn, en omdat ze na het verhaal moeten gaan slapen (lacht). Dus ik dacht: wat als ik een verhaal verzin waarin ze zelf de hoofdrol spelen, waarin ze lessen krijgen die ik belangrijk vind? Daarom bedacht ik het verhaal van de uit eieren geboren mensenkinderen Cel, Bones en Zi, die opgevoed zijn door de reuzenschildpad Jean-Michel Tortoise. Jean-Michel is een echte verhalenverteller, een ‘tori-man’. Als ze hem overtuigen om zijn verhalen op papier te zetten, begint er voor de kinderen een avontuur om het manuscript dwars door de jungle naar Jean-Michels vriend Lennox te brengen, terwijl de handlangers van de jaloerse Vos het proberen af te pakken.”
Hoe is het van een verhaal voor uw eigen kinderen naar een gepubliceerd prentenboek gegaan?
„Dat was niet mijn oorspronkelijke idee. Ik heb er op basis van mijn illustraties eerst een soort animatiefilm van gemaakt bij expositieruimte Via Henri, waarbij ik mensen uit de hiphopscene gevraagd heb om de personages in te spreken. Dat heb ik ook online gezet, en toen kreeg ik heel veel vragen over ‘wanneer het boek uit zou komen’! Via via kwam ik toen uiteindelijk bij uitgeverij DasMag terecht, die hadden nog nooit een jeugdboek uitgegeven maar waren helemaal mee met het idee, en hebben me toen aan Karin Amatmoekrim (die ik al goed kende) gekoppeld om mijn verhaal verder uit te werken.”
Hoe ontstond het idee voor een toneelbewerking?
„Ik kwam via Ellen van Heijningen van festival Boekids in contact met Noël Fischer (artistiek leider van HNTjong), zij wilde er graag een voorstelling van maken. Voor mij was dat helemaal oké – voor mij was Tori al geslaagd toen mijn kinderen het tof vonden en alles wat daarna kwam was een kers op de taart. Noël Fischer wilde het in eerste instantie zelf regisseren maar ze kwam in conflict met een ander project. Ze vroeg me of ik suggesties had voor een goede regisseur – ik had wel wat ideeën, maar toen zij zelf met Marjorie Boston op de proppen kwam vond ik dat natuurlijk een geweldig idee!”
Elstak en Boston hebben samen een lange geschiedenis. Elstak liep stage als communicatiemedewerker bij Made In Da Shade, de theatergroep die Boston in 1993 samen met Maarten van Hinte en Lucien Kembel oprichtte. Na zijn stage kwam hij in vaste dienst en hij bleef er werken toen het gezelschap in 2007 fuseerde met productiehuis Cosmic Theater, met als nieuwe naam MC. Boston voerde ook over de nieuwe instelling de artistieke leiding, tot de sluiting in 2014.
Boston: „Brian deed wel pr bij ons maar we beschouwden hem als maker, omdat hij echt een verhalenverteller is. Als hij met een concept voor publieksbenadering kwam beïnvloedde ons dat in ons maakproces.”
Elstak: „Ik heb van Marjorie en Maarten van Hinte geleerd dat iedere vorm in principe goed is om je verhaal te vertellen. De eerste voorstelling die ik van hen zag, OffSide, had voor mij dezelfde impact als de film La haine, ik voelde me gezien in mijn leefwereld. Die ervaring wilde ik ook aan een ander publiek bieden, we richtten ons op uitgaanspubliek in plaats van traditioneel theaterpubliek. Ik keek als communicatiedeskundige expres niet naar wat andere gezelschappen deden en deed dingen die net off waren, daardoor vielen we heel erg op. Zo kwamen we bij voorbeeld met de slogan ‘Als iemand Toneelgroep Amsterdam is zijn wij het wel’ (lacht).”
Boston: „Ja dat werd ons niet in dank afgenomen (lacht).”
Elstak: „Vanwege onze gedeelde geschiedenis was ik een beetje boos op mezelf dat ik voor de regie van Tori niet aan Marjorie had gedacht, dus ik heb haar sneaky even zelf gebeld voordat Noël dat had gedaan.”
We blijven dicht bij onze hiphopstijl van theatermaken, waarbij iedereen een gelijkwaardige kunstenaar is
Wat sprak u aan in ‘Tori’? Waarom wilde u als regisseur deze klus graag doen?
Boston: „Het deed veel dat Brian me persoonlijk belde. Ik kende het boek al en had de animatiefilm ook gezien, die laatste vond ik met name briljant. Een andere belangrijke reden om het te doen was dat HNTjong me de ruimte gaf om het maakproces helemaal zelf in te richten, wat voor mij geen gebruikelijke ervaring is als ik een opdracht krijg. Voordat Brian me belde waren we met mijn huidige productiehuis Rightaboutnow Inc al aan het brainstormen met HNTjong over mogelijke samenwerkingen, en toen kwam dit op ons pad. En Maarten [van Hinte] was ook als scriptschrijver gevraagd en met hem werk ik al mijn halve leven samen.”
Is het werkproces bij ‘Tori’ daarmee precies hetzelfde als uw autonome werk?
Boston: „Niet helemaal. Normaal schrijft Maarten alleen een raamwerk en zoeken we het vervolgens samen op de vloer uit, terwijl hij nu voor de start van de repetities een af stuk moest leveren. Desondanks blijven we vrij dicht bij onze hiphopstijl van theatermaken, waarbij we iedereen die bij het project betrokken is zo veel mogelijk als gelijkwaardige kunstenaars behandelen, en in hun kracht te laten staan. We vertrekken als sinds Made In Da Shade vanuit de ‘cypher’: dat komt oorspronkelijk uit de jazz maar is door de hiphop overgenomen. Kort gezegd is het het principe van de jamsessie: je bouwt met elkaar aan één geheel door te improviseren en op elkaars bijdrages voort te borduren. Dat levert een sterk gevoel van community en gedeelde verantwoordelijkheid op, en ook een theatervorm die vele verschillende stijlen in zich kan dragen. Voor Tori werken we met een spoken word-artist, een dj, een mimespeler, een tekstacteur, een graphic designer... We betrekken altijd ons hele netwerk bij het ontwikkelen van een voorstelling, vanuit hun eigen skills.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data63087997-289072.jpg|https://images.nrc.nl/eNvyEqwOJIy2nssp8PVBpZS7BuA=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data63087997-289072.jpg|https://images.nrc.nl/wxCXyNNxPBCIRTnHe5fvvQ5IV8Y=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data63087997-289072.jpg)
„Die aanpak biedt ook ruimte om out of the box te denken. Ik bedacht bij voorbeeld een theatrale skatebaan in de voorstelling om het heldenverhaal een continu gevoel van beweging en actie mee te geven. Daarvoor was het ook nodig dat de spelers leerden skaten, dus speciaal daarvoor heb ik choreograaf Bryan Duiventak gevraagd. Zijn bijdrage heeft ook weer invloed op de voorstelling.”
Hoe smeed je daar een geheel van?
Boston: „Ik regisseer en maak vanuit het muzikale denken. Ik praat eerder over een partituur dan over een dramaturgie en soms sluit ik mijn ogen bij een repetitie om naar het stuk te kunnen luisteren. Dan kijk je voorbij de psychologie van het spel en ontstaat er iets nieuws. Daarnaast richt ik me op de balans van de verschillende invloeden. Ik vind het te gek om al die werelden op een gelijkwaardige manier naast elkaar neer te zetten, en om in die patchwork toch ook de complexiteit zichtbaar te laten zijn - dat is pas écht inclusie. Ik denk dat mijn Surinaamse achtergrond daar ook bij helpt: sinds het koloniaal verleden verenigt het land zo veel culturen in zich, en daarmee wordt het cliché doorbroken dat het omarmen van een andere cultuur ten koste gaat van je eigen cultuur. Suriname heeft wat dat betreft een echte sample-cultuur.”
Wat willen jullie met de toneelversie van ‘Tori’ bij het publiek bereiken?
Elstak: „Voor mij geeft iedere verschijningsvorm van het verhaal er weer een nieuwe impuls aan. Wat ik bijzonder vind in dit creatieproces is dat er op een inventieve manier wordt gekeken naar hoe je een verhaal kan vertellen.”
Boston: „Ik denk dat het heel belangrijk is om aan kinderen mee te geven dat ieder verhaal telt, en dat je eigen verhaal, dat wat je uniek maakt, je superkracht is. Ik hoop dat ieder kind in de zaal zich op een bepaald moment gespiegeld voelt.”
Elstak: „Ja, dat kinderen ook inzien dat je verhaal altijd gehoord en gezien mag worden, wat je achtergrond ook is. Het leuke aan een publiek van kinderen is dat zij vaak makkelijker dan hun ouders mee kunnen gaan in een veelheid aan vormen die samen weer een geheel maken: zij accepteren dat eclectische gewoon en maken er hun eigen realiteit van.”