Recensie

Recensie Beeldende kunst

Godvruchtig prentensnijder in negentiende-eeuwse Zeeland

Expositie Met een selectie van vijftig kleurige knipsels eert het Zeeuws Museum de naïeve kunst van Jan de Prentenknipper (1798-1870).

Jan de Prentenknipper, Liefde is de eerste wet, collectie Zeeuws Museum (papier en waterverf).
Jan de Prentenknipper, Liefde is de eerste wet, collectie Zeeuws Museum (papier en waterverf). Foto Jan Torfs

‘Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt’, zo luidt volgens Dante’s Inferno het opschrift boven de poort van de hel. Iemand die de naam van dat bittere oord gebruikt voor precies het tegendeel van de boodschap, moet wel een ijzeren vertrouwen hebben in zowel het geloof als in de mensheid. Zo iemand, kennelijk, was ene Jan Huijszoon, die in het negentiende-eeuwse Zeeland aan de kost kwam met het vervaardigen van kleurige knipsels met vaak een religieuze of moraliserende boodschap. Onder de vele opschriften die hij daarbij gebruikte was ‘HEL’, dat hij verrassend gebruikte als afkorting voor ‘hoop en liefde’. Zo staat het onderaan een prentje waaruit, tegen een blauwe achtergrond, symbolen zijn uitgesneden zoals een hart doorboord met twee pijlen (liefde), een anker (hoop), bekroond door een vliegende bazuinblazende engel.

Jan de Prentenknipper, H.E.L., collectie Openluchtmuseum Arnhem (papier en waterverf) Foto Martin Wijdemans

Aan het merkwaardige werk van Huijszoon, beter bekend als Jan de Prentenknipper (1798-1870), wijdt het Zeeuws Museum in Middelburg een aantrekkelijke expositie. Veelzeggend genoeg is tweederde van de vijftig geselecteerde werken afkomstig uit particulier bezit; na een oproep van het museum zijn er nogal wat, tot dusverre onbekende, prenten tevoorschijn gekomen. Het doet vermoeden dat Jans oeuvre, waarvan een deel dus als gekoesterd familiebezit de tand des tijds heeft doorstaan, veel groter is geweest. In de lokale overlevering leefde hij nog lang na zijn dood in 1870 voort als een ambachtsman die soms werkte als dagloner, maar vooral rondreisde over de Zeeuwse eilanden om zijn prenten aan de man te brengen. De artistiek ongeschoolde prentenknipper voerde zijn bladen uit in een heel eigen, naïeve stijl en voorzag ze zelf van veelkleurige beschildering.

Symmetrisch effect

Kleine, zo te zien snel vervaardigde knipsels met religieuze zinnebeelden of verwijzingen naar bijbelverhalen, dienden als boekenlegger in bijbel of kerkboek. Nauwkeuriger uitgewerkt zijn grotere werkstukken die Jan maakte, met de Tempel van Salomo als een westers buitenhuis, of met een groot hart omringd door scènes en symbolen ter gelegenheid van een huwelijk. Hij sneed ze met een mesje uit papier dat hij soms dubbelvouwde voor een symmetrisch effect. Een indrukwekkende prent getiteld De liefde is de eerste wet heeft motieven als slangen en leeuwen, engelen met weegschalen, en een aloud symbool van Christus’ offer: de pelikaan die zijn jongen voedt met het bloed dat uit wonden die hij zelf in zijn eigen borst pikt. Verhalende scènes illustreren vaak de stoere Oudtestamentische verhalen van Noach, Jona of Elia. Jan zal er zelf een voorkeur voor hebben gehad, net als de Zeeuwse hervormden voor wie hij vrijwel uitsluitend lijkt te hebben gewerkt.

Jan de Prentenknipper, Het slot Baltimor, Collectie Riet Basting-Verplanke Foto Anda van Riet
Popmuzikant Tonnie ‘Broeder’ Dieleman koos de kunst Jan de Prentenknipper als leidraad voor zijn album ‘De Liefde is de Eerste Wet’.

Het beeld dat oprijst van een godvruchtige, goedgemutste ambachtsman wordt genuanceerd door de minder rooskleurige feiten van zijn leven. Jan de Prentenknipper knoopte met moeite de eindjes aan elkaar en met zijn grote gezin moest hij regelmatig bij de armenzorg aankloppen. Voor boerenfamilies die hem tijdelijk onderdak boden, maakte hij als dank uitbeeldingen van hun hofsteden. Soms bevatten die een tekst met een toepasselijke verwijzing naar de boer zelf, die zich als een Oudtestamentische aartsvader bekommert om ‘het runder vee / gelijk als vader Jacob dee’.