Eurocommissaris Didier Reynders

Foto Olivier Hoslet/EPA

Interview

‘Geld van de Europese belastingbetaler moet beschermd worden tegen misdaden’

Europese rechtsstaat De Belgische Eurocommissaris Didier Reynders steunt de Nederlandse eis van een strengere ‘rechtsstaattoets’ bij de verdeling van Europese subsidies. „Er is een crisis in Europa wat de rechtsstaat betreft.”

Didier Reynders heeft de debatten in het Nederlandse parlement gevolgd, over het belang van een zogenoemde ‘rechtsstaattoets’ in de nieuwe Europese meerjarenbegroting. Een meerderheid in de Tweede Kamer eist een streng mechanisme waarmee EU-landen die de rechtsstaat schenden gekort kunnen worden op Europese subsidies.

De Eurocommissaris voor Justitie is het met hen eens: de toets moet strenger worden dan het voorstel dat in Brussel op tafel ligt. En net als Nederland pleit hij voor het benoemen van concrete eisen. „Om er zeker van te zijn dat het een effectief mechanisme is”, legt de Belg uit. „Neem de onafhankelijkheid van justitie in lidstaten. De aanwezigheid daarvan is essentieel voor het beschermen van EU-gelden tegen corruptie.”

Critici zeggen: koppel de rechtsstaat nou niet aan de begroting, want daarmee maak je Europese waarden onderhandelbaar en afkoopbaar.

„Maar je hebt meer druk nodig om de begroting te beschermen! En nu al helemaal: we gaan via het nieuwe herstelfonds meer geld uitgeven, sneller en met meer flexibiliteit. Dus er zijn veel risico’s. Als wij solidariteit vragen van landen, van belastingbetalers, dan moeten we kunnen zeggen: we zullen uw geld beschermen tegen misdaden. En bovendien uitgeven in een land dat onze waarden deelt.”

Maar het betekent ook dat discussies vermengd zijn geraakt en Polen en Hongarije de begroting kunnen gijzelen. Bent u bang dat lidstaten alsnog buigen, om het geld te kunnen ontvangen?

„Ik denk dat de tijd dringt om naar een eindbeslissing over de begroting te gaan. Maar zonder een correct mechanisme zal dat onmogelijk zijn. We zoeken een compromis, maar we kunnen niet voor een verzwakking van het mechanisme gaan omdat er financiële nood is.”

In de wandelgangen van de topontmoeting van Europese regeringsleiders zal de rechtsstaattoets donderdag zonder twijfel onderwerp van gesprek zijn. Het thema ‘rechtsstaat’ staat deze weken sowieso hoog op de Brusselse agenda: twee weken geleden presenteerde de Europese Commissie een stapel rapporten over de rechtstaat in alle 27 Europese lidstaten. „We hebben positieve reacties gekregen”, zegt Reynders haast nonchalant. „Van bijna iedereen.”

Naar de valse noten hoef je niet te raden. Nog voor de Commissie haar ‘rechtsstaat-APK-keuring’ presenteerde, oefenden Hongarije en Polen zware druk uit om de conclusies af te zwakken. Na de presentatie van de rapporten, waarin inderdaad duidelijke zorgen stonden over onder meer de onafhankelijkheid van de rechtsspraak in Polen en de mediavrijheid in Hongarije, was de reactie nog feller. De Hongaarse premier Viktor Orban sprak van een „Soros-rapport”.

Aan de andere kant staan critici, onder wie rechtsgeleerden in heel Europa, die Brussel verwijten veel te weinig te doen om de rechtsstaat te beschermen. In een Skype-gesprek verdedigt Reynders zijn rapport bevlogen.

„Dit is geen nieuw verslag voor in de bibliotheek. Het is het eerste van een reeks die we elk jaar uitvoeren en waarmee we een permanent gesprek over de rechtsstaat kunnen voeren op politiek niveau. Het moet vooral ook effect hebben buiten Brussel. Ik wil ermee naar de lidstaten, praten met ngo’s, oppositiepartijen, journalisten. We gaan nu meteen beginnen met het verslag voor 2021, en daarna weer door naar het derde.”

Wat is het effect als de situatie in meerdere lidstaten ondertussen alleen lijkt te verslechteren?

„Dit is een lang proces. Mag ik een vergelijking maken? In 1999 was ik minister van Financiën voor België. Bij de eerste bespreking van elkaars begroting in Europa gaven we elkaar alleen felicitaties! Pas later, met de bankencrisis, werd het mogelijk kritiek te hebben en te dreigen met sancties. Natuurlijk: we moeten vlugger gaan, er is een crisis in Europa wat de rechtsstaat betreft. Daarom is het goed dat we met deze rapporten in de hand nu echt op politiek niveau dit gesprek kunnen gaan voeren.”

Uw collega Vera Jourova sprak in een interview van een „zieke democratie” in Hongarije. Bent u het eens met die formulering?

„Ik sta achter de commissie en ook achter vicevoorzitter Jourova. Maar ik probeer om niet dezelfde woorden te gebruiken en naar concrete feiten te kijken. Dit rapport is een analyse van de Commissie, we doen geen aanbevelingen. Daar hebben we geen juridische basis voor.

U zou die woorden dus niet gebruiken.

„Het is een andere stijl. Ik heb altijd gezegd: laten we een feitelijk verslag opstellen en daarna het gesprek aangaan. Ik wil naar Hongarije om daar met het parlement te debatteren. En ik zal daar eerlijk zijn en zeggen dat er een systematisch probleem is, op basis van deze feiten. Vergeet niet: dit verslag is alleen een aanvullend instrument. Als er schendingen zijn van het Europees recht dan gaan we naar het Hof van Justitie. Vorige week zagen we nog een beslissing van het Hof tegen een Hongaarse wet die buitenlandse financiering van universiteiten verbiedt.

U heeft misschien ook de open brief gelezen van tientallen rechtshoogleraren eind september. Ze verwijten de Commissie een gebrek aan urgentie en stellen dat terwijl Polen de rechtsstaat uitkleedt, Brussel zich vermoeit met het schrijven van rapporten.

„Ik lees verschillende commentaren en ik lees ook de tweets van professoren. Het duurt misschien lang, maar ik heb niet dezelfde tijdlijn als Twitter. We spreken over de rechtsstaat en dan moeten wij die ook serieus nemen. Als we naar het Hof gaan, moeten we een serieus dossier hebben. Tot nu toe hebben we alle zaken gewonnen omdat we het goed onderbouwen. ”

Maar terwijl het Hof al in april oordeelde dat de Poolse tuchtkamer onrechtmatig is, blijkt die nog altijd actief te zijn. Dan is de vraag toch terecht: waar blijven uw sancties?

„We zijn nu aan het verifiëren wat de feiten zijn. Begin dit jaar vertelden verschillende rechters mij over het drama dat gaande was met de tuchtkamer in Polen. Daarna hebben we het Hof om een versneld oordeel gevraagd, wat er bijzonder snel kwam, in april. Er zijn toen dingen in Polen veranderd, maar nu moeten we goed kijken welke feiten nog ingaan tegen de beslissing van het Hof. Daarna zullen we niet aarzelen boetes op te leggen, maar ik herhaal: we moeten dit zorgvuldig doen.”

Nederlandse rechters hebben al gezegd geen verdachten meer uit te leveren. Kunnen we dan nog wel spreken van een rechtsunie?

„Het toont waarom dit thema zo cruciaal is. Onze unie is gebaseerd op vertrouwen tussen de lidstaten, tussen burgers, tussen bedrijven. Bedrijven vertellen mij al: wij durven niet meer te investeren in bepaalde landen, want we hebben geen vertrouwen meer in justitie. Als minister heb ik ervaren hoe moeilijk het was hierover een politieke discussie met collega’s te voeren. Dat moet met deze rapporten beter mogelijk worden. En nu is het de taak van ons, van het publiek, van de media, om dit gesprek aan te gaan.”

Lees ook: Polen doet de Europese rechtsorde wankelen