Veel is niet wat het lijkt op het album Dirty Minds van mezzo Olivia Vermeulen en pianist Jan Philip Schulze. Neem bijvoorbeeld de gewelddadig geplukte roos uit Schuberts lied Heidenröslein, naar een gedicht van Goethe. Met die bloedrode bloem werd dikwijls gezinspeeld op een ontmaagding. In de Renaissance en Barok verwezen componisten en dichters al naar het orgasme als een zoete dood.
„Wanneer je oog krijgt voor zulke metaforen en dubbelzinnigheden duiken ze plotseling overal op”, zegt zangeres Olivia Vermeulen (1978). „Het idee ontstond, gek genoeg, toen het Concertgebouw ons vroeg een recital te maken voor Moederdag. Onze angst was dat dit nogal suf en lief zou uitpakken, en dus zochten we naar moeders met een rafelrand, of liederen waarin ze vergeefs de ontluikende verlangens van hun dochters proberen te beteugelen. Dat leidde bijvoorbeeld tot de ontdekking van Hugo Wolfs Erstes Liebeslied eines Mädchens, over een meisje dat met haar handen rondtast in een visnet. ‘Grijp ik een zoete paling? Grijp ik een slang?’, vraagt ze zich af. De vissenmonden zuigen zich vast aan haar borsten, ze dringen door haar huid naar binnen. Dit gedicht draait om het mannelijk geslachtsdeel. We hadden enorm veel plezier in dit lied, ook omdat we de humor ervan zagen. Een deur opende zich naar een muzikale wereld van verborgen erotiek, waarin we nog wat langer wilden blijven dwalen.”
Zo’n vijfhonderd jaar verhulde en openlijke seksualiteit bevat Dirty Minds, beginnend in de zeventiende eeuw bij de Brit Henry Purcell:
As for digging is the spade,
As for liquor is the can.
So man is for the woman made,
And the woman made for man.
„Een schep om te graven, een drankkroes om te vullen”, zegt Vermeulen. „Iedereen in die tijd begreep de symboliek. Twee eeuwen later gebruiken de Romantici veel beelden uit de natuur: de nachtegaal, de maan, de lotus die zich opent gedurende de nacht. Of het bloembed van Schönbergs Das schöne Beet, ‘met kelken, wit en zoel – hun vochtige mond ademt als een zoete vrucht op de hemelse velden’. Brahms verklankte een volkslied waarin een dochter aan haar moeder probeert te vertellen waar ze naar hunkert. ‘Een ding! Wat voor ding ? Een dingderlingdingding’, roept ze steeds wanhopiger.
„Tegenwoordig draaien componisten en dichters er niet zo omheen”, zegt Vermeulen. „Het openingsnummer op het album van Benedikt Eichhorn en Thomas Pigor heet simpelweg ‘Sex’. En de eerste regel zet meteen de toon: ‘Es geht nur um Sex heute Nacht.’ Enkel de lust telt.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/01/data7872957-e1483623661412.jpg)
Vlinder
De seksualiteit komt in alle soorten en maten langs, dromerig en sensueel in Debussy’s Trois chansons de Bilitis, cynisch en ontluisterd bij Weill en Eisler, met yowls and growls, gehuil en gegrom, in Heggie’s Animal Passion en Bolcom verklankt de kater van de morning after in Toothbrush time. En met haar plooibare mezzo fladdert Vermeulen als een mysterieuze vlinder van het ene gevoel naar het andere. Ze kleurt de liederen karaktervol in, maar nooit overdreven wulps of nadrukkelijk, zodat er genoeg overblijft voor de verbeelding van luisteraars zelf.
Grasduinen in dit repertoire zet volgens Olivia Vermeulen op zijn minst vraagtekens bij de gangbare monogame moraal en het ideaal van de grote liefde. Zeker bij Weill en Eisler, in wiens liederen cynisme hoogtij viert, waar Freudenmädchen en hun bordeelhoudsters het hoogste woord mogen voeren. Beminnen, zo beweren zij, doe je niet op een lege maag.
Door de titel ‘Dirty Minds’ vereenzelvigen mensen mij plotseling met wellust. Ten onrechte.
„Zulke liederen leren je deemoed tegenover de mens en zijn grootse verlangens, die ‘sterven als bloemen in een keldergat’. Bijvoorbeeld onze illusie van die ene alles omvattende relatie tot de dood ons scheidt: trouwen om daarna nooit meer om je heen te kijken. Het gaat – als je deze liederen gelooft – wel voorbij aan de werkelijkheid. Op deze wereld wandelen immers tal van mensen met wie je een innige band kunt voelen. Ik merk het in mijn werk. Samen musiceren – zeker in opera – is heel lichamelijk. Dat hoeft niet erotisch te zijn, maar intiem blijft het.
„Gevaar van de titel Dirty Minds – wat was ik naïef – blijkt dat mensen mij als persoon plotseling met wellust vereenzelvigen. Ten onrechte. Zo ben ik helemaal niet. Maar de kunstenaar verwarren met de mens hoort kennelijk bij deze tijd.”
De stem ben ik
Dat ze dit album over seks zou maken, had ze zich in haar jeugd niet kunnen voorstellen. „Als dodelijk verlegen kind trok ik me terug op mijn slaapkamer, waar ik de eenzame uren doorbracht met muziek van Bach, Schubert, Chopin. Op mijn zeventiende ontwaakte ik op een ochtend, ging beneden ontbijten en vertelde mijn moeder: ‘Ik wil zangeres worden.’ Verbazing alom. Want ik was geen meisje dat tussen de schuifdeuren stond op te treden. Het kwam puur door de muziek, die gaf zo veel kleur aan mijn bestaan, het was alsof zij een deel van mijn metabolisme vormde. Nog steeds. Zingen is voor mij een manier om uitdrukking te geven aan emoties die zich diep in me verbergen. Dat was de openbaring van mijn jeugd. Zingen voelde bevrijdend, het stelde me in staat om mezelf te ontdekken, want ja, de stem dat ben ik.”
Al bracht de coronacrisis Vermeulen even aan het twijfelen over haar roeping. „Toen alles wegviel, miste ik het zingen veel minder dan ik had verwacht, ook omdat ik somberde over de wereld en de omgang van zalen met musici. Maar een paar weken geleden zong ik in Boedapest in de Strauss-opera Ariadne auf Naxos. Mijn eerste concert na de lockdown. Met die sensuele klanken om me heen op het podium, vroeg ik mezelf plots af: Olivia, hoe heb je ooit kunnen denken dat je hier zonder kunt?”