Stel dat er een marsmannetje naar de aarde komt, zou die dan verschil zien tussen voetbalstadions en religieuze tempels? Wie door 365. The World’s Greatest Football Grounds bladert, ziet reusachtige, spectaculaire bouwwerken, waar soms duizenden mensen samen zingen, fakkels ontsteken, en vereren en vieren wat er op het groene vlak tussen hen in gebeurt. De vergelijking tussen voetbal en religie is al heel vaak gemaakt. Dit dikke fotoboek maakt in ieder geval duidelijk hoe universeel de voetbalreligie is: overal ter wereld stuit je op voetbal. Om te kijken, in stadions groot en klein, en om zelf te spelen, op achterafveldjes of middenin de natuur.
„Hadden we gewoon zin in: een ongefilterde berg prachtfoto’s van de mooiste stadions ter wereld, in alle soorten en maten”, schrijven de makers, journalisten en fotografen, in het voorwoord. Het fotoboek dient als dubbelnummer van Santos, tijdschrift over voetbalcultuur. En ongefilterd is het boek zeker. In willekeurige volgorde gepresenteerde foto’s bieden zicht op voetbalvelden met en zonder tribunes, in het hart van de stad naast een kerk of te midden van adembenemende natuur – bossen, bergen, zee. We zien zingende fans en juichende spelers, we zien voetbalcultuur in haar volle glorie, met vlaggen, fakkels en spandoeken. Bekende stadions als Camp Nou in Barcelona of Maracanã in Rio de Janeiro. Maar ook velden in obscure uithoeken in Oost-Europa of Scandinavië of Zuid-Amerika. Er zijn luchtfoto’s van stadions met op de achtergrond wolkenkrabbers en andere grootstedelijke architectuur. We zien Brits voetbal in actie, met in een hoek van het stadion een paar huizen, of, in België, industrie. Er zijn oude bakstenen gevels, moderne staalconstructies, en statribunes in verval. Lelijkheid, kneuterigheid, schoonheid, alles komt voorbij. Soms is een voetbalstadion net een zojuist geland ruimteschip.
Ook Nederlandse stadions ontbreken niet. Het moet gezegd: een van de mooiste stadions hier te lande is De Kuip – „literally translated: the bathtub”, voegt Michel van Egmond toe in een van de vier korte, in het Engels geschreven artikelen. Ook wie er nooit geweest is, beseft dat de euforie daar letterlijk voelbaar is, als het stadion ontploft en Feyenoord iets te vieren heeft. Dat komt doordat het gebouw door op en neer springende fans gaat trillen. Dat uitgerekend de ‘Stadionclub’ van zijn unieke onderkomen af wil, is een groot raadsel.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/05/teg101unit00821r.jpg)
Voorlopig trilt geen enkel stadion. Profvoetballers blijven er, ondanks corona, hun wedstrijden spelen, maar helaas moeten ze dat doen tegen een troosteloos decor van lege stoeltjes. Met dit boek kun je je weer even in een kolkend stadion wanen. In Ivoorkust, Oekraïne, Bolivia of Kroatië. In dat laatste land zijn de stadions af en toe echt knotsgek: zo vind je er een veld met bescheiden tribunes naast zonovergoten wijngaarden, en een veld met een halve tribune in een stervorm, ingeklemd tussen rotswanden en met een ruïne daarbovenop.