Een wel heel vergeetachtige treinreiziger

Deze rubriek belicht elke week kwesties uit het bedrijfsleven waarover de rechter zich onlangs uitsprak. Ditmaal: civiel recht, over een treinreiziger die wel heel vergeetachtig was.

Het Centraal Station in Utrecht.
Het Centraal Station in Utrecht. Foto Robin van Lonkhuijsen

De conducteur roept het om. En ook in de algemene voorwaarden van de NS staat dat reizigers moeten uitchecken. Een passagier blijkt Oost-Indisch doof en checkt tussen oktober 2018 en mei 2019 bij 21 treinreizen niet uit. Hij is daardoor alleen het instaptarief verschuldigd (destijds 10 euro ). De NS waarschuwt de man na de zesde en twaalfde keer per brief en e-mail dat uitchecken verplicht is en dat de NS op grond van de algemene voorwaarden een naheffing in rekening kan brengen: de kosten van de langst denkbare reis per gemiste check-out.

Na 21 gemiste check-outs stuurt de NS hem een naheffing van 665 euro. De man weigert betaling en stelt voor de rechter dat hij steeds bij vergissing niet uitcheckte. De waarschuwende brieven bereikten hem vanwege een verhuizing nooit en de e-mails zag hij over het hoofd. Ook stelt hij dat de naheffing niet klopt omdat die niet overeenkomt met de door hem gemaakte reizen.

De rechter gaat niet mee in het verweer. De treinreiziger heeft geen adreswijziging gestuurd en dat hij e-mails mist, kan hij de NS niet tegenwerpen. Omdat de reiziger „geen enkele concrete aanknoping” geeft waar hij die 21 keer is uitgestapt, mag de NS de langst denkbare rit in rekening brengen. Naast de naheffing moet de man ook de NS-deurwaarders-, incasso- en griffiekosten betalen à 925 euro.

Correctie (15 oktober 2020): In een eerdere versie van dit artikel stond ten onrechte dat het instaptarief voor de passagier 25,30 euro bedroeg. Dat is hierboven aangepast.