Op de IC liggen voornamelijk mensen met een niet-westerse migratieachtergrond die de Nederlandse taal niet helemaal machtig zijn, zo verklaarde het hoofd van de IC-afdeling van VU Medisch Centrum dit weekend in een podcast. Maandag bleek uit onderzoek van RTL Nieuws dat het coronavirus harder toeslaat in sociaal-economische zwakkere wijken, waar ook veel mensen met een migratieachtergrond wonen.
Verschillende kranten berichten over een verhitte discussie onder politici op Twitter, naar aanleiding van de podcast afgelopen weekend. De één noemt als verklaring dat mensen met een migratieachtergrond zich niet aan de regels willen houden. Terwijl de ander noemt dat er betere voorlichting nodig is in andere talen dan het Nederlands. Gaat het alleen om deze twee factoren? En wat weten we hierover eigenlijk vanuit wetenschappelijk onderzoek?
Bang om ziek te worden
Voor het RIVM deden Pharos (expertisecentrum gezondheidsverschillen), Erasmus Universiteit Rotterdam en Radboudumc onderzoek naar de kennis en naleving van de coronamaatregelen onder mensen met en zonder een migratieachtergrond die wonen in achterstandswijken. Hieruit bleek dat deze mensen juist erg bang zijn om ziek te worden, ze de regels wel degelijk kennen en evenveel gemotiveerd zijn om deze na te leven, zelfs vaak strenger, als mensen zonder die achtergrond. De overheidscommunicatie is te ingewikkeld en de steeds veranderende maatregelen verwarrend en dit blijkt niet alléén voor mensen met een migratieachtergrond.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data62145307-bb078d.jpg)
Waar ligt het dan wel aan? Mensen die leven in sociaal-economisch ongunstige omstandigheden – met een lage opleiding en weinig geld – wonen vaker in achterstandswijken. Ze worden meer blootgesteld aan het virus, omdat ze dichter op elkaar leven, in kleinere huizen. En hebben vaker banen waarbij thuiswerken onmogelijk is. Weinig geld is ook bij deze pandemie een extra probleem: mondkapjes aanschaffen, boodschappen laten bezorgen en met het openbaar vervoer naar een teststraat reizen. Dat kost allemaal extra geld.
Mensen die financieel krap zitten, hebben een grotere kans op álle soorten ziektes, ook infectieziekten, dan mensen die leven in welvarende omstandigheden. Mensen met een niet-westerse migratieachtergrond in Nederland behoren gemiddeld vaker tot deze groep. Helaas verbaast het dus niet dat in achterstandswijken meer besmettingen voorkomen, en dat juist deze mensen erger ziek worden en op de IC belanden. We noemen dit sociaal-economische gezondheidsverschillen. In diverse rapporten, van onder andere de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, is al aangegeven dat deze verschillen door de coronapandemie groter zullen worden.
Professionele tolken
Ook bekend is dat een infectie met corona ernstiger verloopt bij mensen die al gezondheidsproblemen hebben, zoals diabetes, overgewicht, longziekten of hart- en vaatziekten. Juist deze aandoeningen komen veel vaker voor bij laagopgeleide mensen met een kleinere portemonnee dan bij hoger opgeleide, welgestelde mensen. Voor sommige van deze aandoeningen geldt dat zij onder bepaalde migrantengroepen nog vaker voorkomen, mogelijk mede door erfelijke factoren.
Omdat vooral ouderen ernstig ziek worden, en veel oudere migranten de Nederlandse taal niet machtig zijn, is het begrijpelijk dat juist op de IC relatief veel migranten liggen die slecht Nederlands spreken. Dit bemoeilijkt de zorgverlening, zeker nu familieleden niet bij de zorg aanwezig kunnen zijn en de vergoeding voor de inzet van tolken in de zorg is afgeschaft.
/s3/static.nrc.nl/liveblog/files/2020/10/web-1210binicu.jpg)
Kortom: het is in ieders belang – van Henk en Ingrid én Mohammed en Fatima – dat we juist deze groepen beter beschermen. Dit doen we door duidelijker te communiceren: in verschillende talen, maar ook in makkelijk te begrijpen bewoordingen. Daarnaast is goede ondersteuning nodig voor mensen met financiële problemen: schuldhulp en (gezonde!) voedselhulp. En juist nu is het cruciaal dat het inschakelen van professionele tolken in de zorg gefaciliteerd wordt.