Jubileum Theater RAST toont grote verschillen tussen oude garde en jong talent

Jubileumavond Theater RAST Theater RAST bestaat twintig jaar. Het interculturele gezelschap viert het jubileum met een triple bill, bestaande uit nieuw werk van artistiek leiders Saban Ol en Celil Toksöz én van regietalent Ada Ozdogan.

Scène uit de voorstelling ‘Le Souterrain’ met Denzel Goudmijn, Momo Samwel en Sidar Toksöz.
Scène uit de voorstelling ‘Le Souterrain’ met Denzel Goudmijn, Momo Samwel en Sidar Toksöz. Foto Jean van Lingen

Theater RAST is een van de langst overlevende interculturele theatergezelschappen van Nederland. De Turks-Nederlandse theatermakers Saban Ol en Celil Toksöz werden in 2000 aan elkaar voorgesteld en richtten samen met zakelijk leider Gert de Boer een groep op die zich zou gaan richten op ‘muzikale voorstellingen waar de humor de tragiek op de hielen zit’.

Met succes: niet alleen heeft RAST sinds haar oprichting subsidieronde na subsidieronde weten te overleven, ook werden er met succes internationale samenwerkingen opgezet. Zo regisseerde Toksöz voor Stadstheater Diyarbakir in Turkije de eerste Koerdische vertalingen van Hamlet (2012) en Puccini’s opera Tosca (2019), die laatste onder gespannen omstandigheden vanwege de onderdrukking van de Koerdische bevolking door de regering van Erdogan.

Lees ook: ‘In het Koerdisch wordt opera echt’

Op dit moment legt Ol in Istanbul de laatste hand aan de Turkse bewerking van Gif, de wereldwijd bejubelde tekst van Lot Vekemans. Desalniettemin leverde hij ook een bijdrage aan de jubileumavond van zijn gezelschap, die verder bestaat uit nieuw werk van Toksöz en regietalent Ada Ozdogan, die sinds een paar jaar vast aan het gezelschap verbonden is.

Na een geestige introductie van Toksöz begint de avond met Wandeling naar den vreemde, een korte dialoog die Ol baseerde op de roman Pasenow of de romantiek van de Oostenrijkse auteur Hermann Broch. De scène, waarin een oudere man een jongere dame op slinkse en indirecte wijze het hof probeert te maken, is vrij klassiek van aard: Ol doet geen poging om de ouderwetse taal en de belegen rollenpatronen te hercontextualiseren, waardoor je als kijker moeilijk grip krijgt op het artistieke idee achter de bewerking. De tegenstelling tussen de naïviteit van de jonge vrouw en de oeverloze filosofische mystificaties van de grijsaard is van begin tot eind voorspelbaar.

Frisse wind

Eigenlijk is Elk hart huilt, het stuk dat Toksöz voor de jubileumavond schreef en regisseerde, niet minder schematisch. De monoloog vertelt het verhaal van een jongeman die erachter komt dat hij geadopteerd is en zo zijn culturele identiteit moet herbepalen, alsmede zijn vooroordelen over andere culturen. Die vooroordelen zijn vanaf het begin zo overduidelijk aanwezig dat je de onvermijdelijke karakterontwikkeling al kan uittekenen, maar de voor de hand liggende dramaturgie wordt gelukkig geholpen door het sympathieke spel van Jasper Stoop en de muzikale begeleiding van Duygu Alkan en Khorshid Dadbeh. Bovendien weet Toksöz naar het slot toe nog prikkelend duidelijk te maken hoe lastig het is om verworven privileges los te laten, zelfs als dat ten koste gaat van je eigenlijke identiteit.

Ten opzichte van de klassiek georiënteerde artistieke kern van het gezelschap is Ada Ozdogan een frisse wind binnen RAST. In haar eerdere voorstellingen De rode klauw en het briljante Dubbelgangers liet ze al zien over een breed palet van stijlen te beschikken, en ook in Le Souterrain is haar nieuwsgierigheid naar verschillende genres duidelijk te merken. De tekst, die ze samen schreef met acteur Momo Samwel, is een overduidelijke hommage aan het werk van Quentin Tarantino (om precies te zijn is het een mengelmoes van elementen uit Reservoir Dogs en Pulp Fiction). Twee mannen en een vrouw (Samwel, Sidar Toksöz en Denzel Goudmijn, schitterend op elkaar ingespeeld) zitten in een kelder in de nasleep van een mislukte bankoverval te wachten op hun opdrachtgever. Ozdogan en Samwel vinden precies de balans tussen banale absurditeit en vlijmscherpe psychologische spanning die het werk van Tarantino kenmerkt, en weten in de slotscène, als de dialogen plotseling naar het Frans overschakelen, ook diens eigen schatplichtigheid aan andere makers te thematiseren. De manier waarop verschillende stijlen en (beeld)culturen elkaar én de ‘condition humaine’ beïnvloeden, blijkt een terugkerend thema in het werk van Ozdogan, iets dat uitstekend aansluit bij het interculturele karakter van RAST.