Toen op 10 oktober 2010 de vlag van de Nederlandse Antillen werd gestreken en Curaçao de eigen vlag hees vierden vele tienduizenden eilandbewoners dat ze zich eindelijk een ‘land’ mochten noemen. De Nederlandse Antillen hielden op te bestaan en de zes Caribische eilanden, die in de zeventiende eeuw door de West-Indische Compagnie veroverd werden, kregen een nieuwe staatsvorm. De kleine eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba werden bijzondere gemeenten van Nederland. Er kwamen drie autonome landen bij: Aruba (had al een Status Aparte sinds 1986) Curaçao en Sint-Maarten.
Sindsdien was het verre van rustig op de eilanden. De bewoners van de nieuwe landen kregen talloze regeringswisselingen en bestuurscrises voor hun kiezen, op Sint-Maarten viel de regering maar liefst negen keer. Corruptie en fraudezaken verlamden de samenlevingen. Meerdere eilandbestuurders verdwenen de cel in na veroordelingen wegens corruptie, witwassen en betrokkenheid bij moord.
De relatie met Nederland – het machtigste land binnen het Koninkrijk en voormalige ‘moederland’ – stond vaak op scherp. Tijdelijke ingrepen, zoals het Nederlandse toezicht op de eilandfinanciën, zijn sluipend door de jaren heen toch weer zo goed als permanent geworden. Voor Den Haag een bevestiging dat de Caribische landen hun eigen begroting en bestuur nooit op orde krijgen, voor de eilanden een bewijs dat Nederland het nog steeds niet kan laten zich met hun bewind te bemoeien.
Orkaan Irma
Problemen van buiten zetten extra druk op de kleine eilanden en hun bewoners. De Venezolaanse crisis, die in 2015 uitbrak, veroorzaakte een stroom van vluchtelingen in de regio. Daarbij zochten vele duizenden Venezolanen hun heil in vooral het nabijgelegen Curaçao en Aruba. De desastreuze gevolgen van de orkaan Irma (2017) op Sint-Maarten maakten ook de kwetsbaarheid en afhankelijkheid van het eiland duidelijk. Daar kwam bovenop dat Nederland harde voorwaarden stelde aan het verlenen van hulp. Nederland doet dit nu weer bij de verleende financiële steun voor het bestrijden en doorstaan van de coronacrisis, die alle zes eilanden zwaar raakte. „Door corona staat de klok op de eilanden op vijf over twaalf”, stelde staatssecretaris Raymond Knops (Koninkrijksrelaties, CDA) somber vast in de Tweede Kamer.
In de bijzondere gemeente Bonaire zagen de bewoners hoe steeds meer Nederlanders zich op het eiland kwamen vestigen en aan de slag gingen. Er ontstonden protestgroepen van mensen, die zich niet meer thuis voelden op het eiland.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data62987470-252a54.jpg)
Dat er bij het tienjarig jubileum van ‘10-10-10’ geen algeheel tevreden gevoel heerst is geen verrassing. Uit onderzoek van de Universiteit van Curaçao blijkt dat in Curaçao zelfs een meerderheid van de bevolking niet tevreden is over de vorm van de autonomie. Er moet dan ook veel meer gedaan worden om de samenwerking tussen de Caribische delen van het Koninkrijk en Nederland te doen slagen. Dat is ook de conclusie van een rapport van de Adviesraad Internationale vraagstukken, dat op verzoek van de Nederlandse regering is geschreven en aan de vooravond van het tienjarig jubileum is gepubliceerd.
De moeizame verhouding tussen Nederland en de eilanden wordt door politici aan beide zijden geweten aan de ‘postkoloniale gevoeligheden’, stelden de auteurs van het rapport vast; in werkelijkheid ontbreekt het hun vooral aan politieke wil. Immers, al in de talloze rondetafelconferenties en overleggen voorafgaand aan de opheffing van de Nederlandse Antillen speelde regelmatig de erfenis van het koloniaal verleden op.
Hoe kijkt een jongere generatie bewoners van de eilanden hiertegen aan? Bieden de eilanden, tien jaar na de staatskundige vernieuwing genoeg mogelijkheden en uitdagingen voor de groep die de landen moeten gaan opbouwen?
NRC sprak met jonge bewoners die de veranderingen van de afgelopen tien jaar bewust meemaakten en volwassen werden in hun ‘nieuwe’ landen.