‘Ben zo terug, even omkleden”, zegt Yannick van den Hil (24) nadat hij Ted’s Arcade in Breda is binnengewandeld. Er staan tientallen bliepende, flitsende en piepende spelmachines in de gamehal. Maar Van den Hill – haren strak in de wax, zwarte leren sporttas over zijn schouder – rijdt elke weekend 40 minuten naar Breda voor maar één machine: Pump it Up. Een dansspel dat in 1999 in Zuid-Korea is ontwikkeld en tussen de vitrine met knuffelbeesten en de airhockeytafel staat.
Vijf minuten later heeft hij zijn sportkleren aan – „pumpen is een conditiesport” – en springt op een van de twee dansplateaus voor een demonstratie. De pijlen die over zijn beeldscherm schieten corresponderen met de vakjes op het dansplateau, en geven aan welke stappen hij moet zetten. Linksvoor, rechtsachter, rondje draaien. Met zijn handen leunt hij op de rode stang achter zich, om zijn evenwicht niet te verliezen tijdens het razende voetenwerk. ‘Perfect’, ‘perfect’, ‘perfect’, perfect’, flitst er onafgebroken op het scherm.
Een kwestie van patronen leren herkennen, zegt hij, als hij na drie rondjes zwetend van de machine afstapt. En gebruikmaken van het ritme. Hij pakt dan ook liever de stampende hardstylenummers bijvoorbeeld, dan de liedjes met veel zang. Van den Hil is zeer „betrokken bij de machine” en heeft zelfs plastic strips onder de sensoren van de panels gelegd, zodat ze gevoeliger zijn voor aanraking. Noodzakelijk om goed te kunnen scoren op snellere nummers met een hogere moeilijkheidsgraad, en aan NK’s en EK’s te kunnen meedoen.
Waarom doet hij dit in godsnaam? Kan hij niet gewoon lekker op een dansvloer swingen? Nee, hij is geen danser, zegt hij. De lol zit ’m erin zichzelf te verbeteren en nieuwe nummers te leren zonder „dood te gaan” – oftewel het scherm op zwart zien gaan vanwege te veel missers. Maar let op, het beste uit jezelf halen is niet hetzelfde als de beste willen zijn, zegt Van den Hil. „Dat is de verkeerde instelling.” Als hij korfbalt, staat hij wel in het veld om te winnen, maar naar de speelhal komt hij vooral voor de gezelligheid.
Na een paar solorondes pumpt hij naast Jitske (22), een meisje dat hij op de Pump it Up-machine heeft leren kennen. Ze danst op haar sokken en geeft hem een slush puppy na afloop. Er staan ook nog twee vrienden van hem in de rij buiten te wachten, wijst hij, terwijl hij aan zijn blauw-rode ijsdrankje slurpt. Vanwege de coronamaatregelen mogen er niet te veel mensen naar binnen. Jammer voor de foto, zegt hij. Normaal gesproken staat er een flinke kring toeschouwers om ze heen.