Ondernemerschap is belangrijk voor een economie. Zeker in uitdagende tijden als deze. Kun je ondernemerschap dan ook stimuleren, bijvoorbeeld via beleid of onderwijs? Of geldt zoals sommigen beweren: je bent ondernemer of je bent het niet? Is het aan te leren of aangeboren?
Een van de mooiste onderzoeken op dit gebied is een paar jaar geleden uitgevoerd in Zweden door Matthew Lindquist, Joeri Sol en Mirjam van Praag.
De onderzoekers konden gebruikmaken van een bijzondere database van vierduizend Zweedse adoptiekinderen, geboren tussen 1940 en 1970. Deze kinderen werden via de rechter toegewezen aan adoptieouders en in dat proces werden zowel de gegevens van de biologische ouders vastgelegd als die van de adoptieouders. Daarnaast kon via belastinggegevens worden achterhaald wie van de kinderen en de ouders ondernemer was (zo’n 4,5 procent van de groep). De gegevens van de adoptiekinderen werden geanalyseerd en vergeleken met die van ‘gewone’ Zweden.
Wat kwam eruit? Is ondernemerschap aangeboren of aangeleerd? Het antwoord van de onderzoekers luidt: beide. Maar beide factoren tellen niet even sterk, nurture bleek belangrijker dan nature. Het effect dat de adoptieouders hadden op hun kinderen was ongeveer twee keer zo groot als dat van de natuurlijke ouders.
Ruwweg geldt: zo’n 66 procent van de kans dat je ondernemer wordt, valt te verklaren uit wat je leert na je geboorte. En zo’n 33 procent wordt bepaald door wat je genetisch meekrijgt.
Hoe sterk zijn die effecten? Begint iedereen met ondernemende ouders een eigen zaak? De kans dat een kind van biologische ouders die ondernemer zijn ook voor zichzelf begint, bleek zo’n 20 procent groter dan de kans van kinderen zonder ondernemersgenen. Het hebben van opvoeders die ondernemer zijn, bleek de kans dat je entrepreneur wordt met 45 tot 65 procent te verhogen.
Hoe werkt dit? Nemen kinderen de zaak van hun ouders over? Krijgen ze geld van hun ouders om te starten? Dat is niet hoe het gaat, zeggen Lindquist, Sol en Van Praag. Het percentage ondernemers dat op die manier start is gering. Belangrijker is het hebben van een rolmodel. Dat leiden de onderzoekers af uit het feit dat ondernemende vrouwen meer effect hebben op hun dochters en ondernemende vaders meer effect op zonen. Dat je iets doorgeeft aan kinderen van hetzelfde geslacht, wijst in de regel op een rolmodeleffect.
Een recente review-studie van Guisepinna Cardella en collega’s laat ook zien dat rolmodellen behoorlijk wat invloed hebben op ondernemerschap, maar dat zo’n rolmodel niet per se uit je eigen familie hoeft te komen. Belangrijk is vooral dat je je met een rolmodel identificeert. Ook bleek dat rolmodellen soms een negatief effect hebben op de kans ondernemer te worden, bijvoorbeeld wanneer het bedrijf van je ouders failliet gaat.
Wat hebben we aan dit onderzoek? Het is interessant te weten dat genen een rol spelen. Daarnaast is het praktisch relevant om te zien dat ondernemerschap geleerd kan worden. Niet via een cursus van een halve dag, wel bijvoorbeeld via rolmodellen. Of dat ondernemerschap ook succesvol uitpakt, is natuurlijk weer iets anders. Daarvoor is, zoals altijd, meer onderzoek nodig.