Tako: „In juli ben ik afgestudeerd en eind augustus begon ik met solliciteren. Door de crisis was het moeilijk een baan te vinden als strategieconsultant – dat wilde ik eigenlijk doen. Dan word je door bedrijven ingehuurd om moeilijke problemen op te lossen, als een soort bedrijvendokter.
„In twee weken was ik door alle vacatures heen. Door de crisis zijn er minder vacatures, maar het aantal sollicitanten is hetzelfde gebleven. En het was al een vrij competitief wereldje. Omdat je in dat vak ook nog eens door een leertraject heen moet, kun je alleen seizoensgebonden solliciteren. Dus moest ik een stapje terug doen. Vanaf 12 oktober heb ik een nieuwe baan als accountmanager.”
Nika: „Ik deed social studies en heb een tijdje in de zorg gewerkt. Toen gaf ik al zangles en ik begon met optreden. Een paar jaar heb ik die twee dingen gecombineerd. Sinds augustus vorig jaar ben ik begonnen als zzp’er. Ik geef per week gemiddeld tien tot twintig zanglessen, geef daarnaast workshops en muziektherapie en treed op.”
Tako: „Ik werkte tijdens mijn sollicitaties drie dagen in de week in een magazijn. In mijn nieuwe baan werk ik gewoon vijf dagen.”
Nika: „Mijn lessen beginnen meestal rond drie uur in de middag. Ook geef ik op dinsdagavond les en zaterdagochtend. Ik heb een online agenda, waar mensen zichzelf kunnen inschrijven. Ik zet bewust maar zo’n zes lessen per dag open. Ik geef bijna alleen individuele les; dan ben ik zo gefocust bezig dat ik na zes lessen achter elkaar helemaal gesloopt ben. ’s Avonds sporten we veel. Of we zetten een filmpje op of gaan lezen. Als we samen zijn, hebben we wel quality time.”
Tako: „We zitten niet naast elkaar op de bank op onze telefoon.”
Nika: „Als een van ons vermoeid is, kunnen we wel heel bewust iets leuks plannen. Naar de sauna of zo. Maar vaak gaat het vanzelf. In mijn vrije tijd schrijf ik graag liedjes en die produceer ik dan samen met mijn broertje. We hebben er nu twee bijna klaar.”
Tako: „Verder zijn we niet zulke hobbymensen, eerder bourgondiërs. Gewoon, lekker op een terrasje zitten.”
Serieus leuk
Tako: „We hebben bij elkaar in de klas gezeten, op de middelbare school.”
Nika: „En toen hebben we elkaar tien jaar niet meer gezien.”
Tako: „Vorig jaar, in juli, kwamen we elkaar weer tegen op sociale media. Dat was een maand voordat ik een jaar mijn master zou doen in Spanje.”
Nika: „Toen die maand voorbij was, dacht ik: shit, ik vind hem serieus leuk. Hij wilde eigenlijk geen latrelatie en ik wilde niet wachten. Het was alles of niets. En nu zitten we hier.”
Tako: „Nika was, omdat ze eigen baas is, natuurlijk heel flexibel. En ze hoefde alleen een vliegticket te betalen, dus we zagen elkaar wel bijna elke maand. We hebben vanaf het begin heel duidelijke afspraken gemaakt over onze verwachtingen .”
Nika: „Dat we elkaar veel ruimte zouden geven en elkaar niet de hele dag gingen bellen of appen.”
Tako: „Dit was niet mijn eerste avontuur in het buitenland tijdens mijn studie. Ik heb weleens eerder een langeafstandsrelatie gehad. En dat ging op zijn zachtst gezegd niet heel soepel. Dus ik zag eerst het nut van een latrelatie niet in. Maar Nika is niet de moeilijkste.”
Nika: „Wij hebben sowieso nog nooit ruzie gehad. We kunnen allebei heel goed praten, dus dat is wel fijn.”
Tako: „En tijdens mijn master bleek het fijn om een relatie te hebben. Bij haar kon ik mijn ei kwijt als het even tegenzat. Ik keek er echt naar uit als ze kwam.”
Wonen in de oude garage
Tako: „We wonen eigenlijk nog steeds niet voor honderd procent samen. Ik kwam terug uit Spanje, had geen baan, en kon niet meteen een huurwoning vinden. Dus hebben mijn ouders gezegd: ‘Dan verbouwen we de garage tot studio.’ Daar wonen we nu.”
Nika: „Het is er een beetje ingeslopen. We wisten dat we wel een keer wilden gaan samenwonen. Maar dan moesten we nog even sparen en dan wat huren. Op een gegeven moment belde Tako mij: ‘Ons mam wil jou eigenlijk wel gewoon de sleutels geven.’ Mijn ouderlijk huis is hier tien minuten vandaan. Ik was van plan om steeds een paar nachten bij hem, en een paar nachtjes bij mijn ouders te blijven. Maar toen wij terugkwamen uit Spanje, waren mijn ouders nog op vakantie, dus was ik veel hier. Vanaf dat moment heb ik niet meer bij mijn ouders geslapen.”
Tako: „Bij jou thuis is het ook een stuk drukker.”
Nika: „Ik heb nog een broertje en zusje, en daar hebben we geen eigen ruimte. En hier hebben we een eigen slaapkamer, en een werkkamer voor onszelf.”
Tako: „We hebben alles, behalve sanitair en een keuken. Als ik kook, kook ik ook voor mijn ouders en zusje. En vice versa. We zijn nog steeds onderdeel van het huishouden hier. Nu ik een baan heb gevonden, gaan we kijken of we zelf iets kunnen huren.”
Nika: „Het is hier gewoon hartstikke gezellig. Maar als we zijn familie niet willen zien, hoeft dat niet. We hebben eigen sleutels, en een eigen ingang.”
Tako: „Je hebt natuurlijk niet honderd procent het gevoel dat je alles voor jezelf hebt. Dat ontbreekt een beetje. Hier wonen past wel een beetje bij mijn ritme in het leven. Elke keer als ik terugkom van een reis, is mijn geld op, en woon ik weer even bij mijn ouders. Als ik nu wegga, is het hopelijk voor de laatste keer.”
In Spitsuur vertellen stellen en singles hoe zij werk en privé combineren. Meedoen? Mail naar werk@nrc.nl