Vechtende vrouwen als reality-hit, dat wringt toch ergens

Reality-tv Series als ‘The Real Housewives’ en ‘Selling Sunset’ zijn mateloos populair. Wat schieten we ermee op om massaal naar ruziënde vrouwen te kijken, vraagt zich af.

Illustratie Lotte Dijkstra

De laatste maand gaan er eindelijk weer dagen, soms zelfs een hele week, voorbij waarin ik niet aan Taylor Armstrong denk. De voornaam gaf ze zichzelf – ze werd geboren als Shana Lynette Hughes – net als haar enorme lippen. Haar achternaam kreeg ze van haar echtgenoot Russell. Armstrong is een van de hoofdpersonen uit de eerste drie seizoenen van de realityserie The Real Housewives of Beverly Hills, waarvan de eerste twee seizoenen sinds juni op Netflix te zien zijn.

Het kan liggen aan mijn beperkte ervaring met het genre, maar nooit heb ik iemand op tv of waar dan ook zulke ongeremde ruzies zien maken als de constant op de toppen van haar zenuwen lopende Armstrong. Van een van haar meest legendarische uitbarstingen is vorig jaar de inmiddels wereldberoemde woman yelling at a cat-meme gemaakt, waarbij een foto van haar van haar woede vertrokken en betraande gezicht, plus wijzende vinger, geplaatst is naast die van een witte kat achter een bord groente – een even absurde als effectieve keuze.

The Real Housewives of Beverly Hills is een van de negen langlopende, succesvolle Amerikaanse series die sinds 2005 groepjes doorgaans rijke vrouwen volgen op plekken als New York, Miami en Orange County, begonnen als ‘echte versies’ van het populaire en fictionele Desperate Housewives. De tiende, die zich afspeelt in Salt Lake City, start in november.

Nieuw is de serie dus bepaald niet. En bij RTL8 is hij al jaren te zien. Maar ik zal niet de enige zijn die er op Netflix voor het eerst bij terechtkwam. Netflix zegt dat de series al voor de coronacrisis op de planning stonden, maar deze tijd leent zich natuurlijk bij uitstek voor guilty pleasures en inhaalbingen.

Een journalist van The Guardian keek, naar aanleiding van de komst van het tiende seizoen Beverly Hills afgelopen april, tijdens de lockdown eerst alle negen andere. ‘Ik heb het hele jaar binnenshuis niet zo’n lol gehad’, schreef ze, al vond ze het ‘lastig uit te leggen waarom.’

Ikzelf vond kijken naar de serie een nogal verbijsterende ervaring. Taylor Armstrong is niet de enige housewive die tekeergaat: de serie moet het van catfights hebben.

Op YouTube staan compilaties met de ‘beste ruzies’ uit de serie:

Waarom lenen vrouwen zich daarvoor? Wat is er amusant aan?

Het geruzie ging soms zo onder mijn huid zitten, dat ik moeilijk in slaap viel. Maar stoppen lukte niet – daarvoor is de serie te geraffineerd opgebouwd. Hoe en wanneer zou deze rampenrit tot stilstand worden gebracht? Of zou dat helemaal niet gebeuren?

Een casino en een basketbalteam

Als je het meedoen aan een realitysoap niet beschouwt als een baan, zijn twee van de zes vrouwen uit de Beverly Hills-serie geen huisvrouw: een heeft restaurants, een ander werkt in het bedrijf van haar familie, die een casino, een basketbalteam en een stadion bezit. Dat werk blijft niet geheel buiten beeld, zeker niet als er een feestelijke opening is, maar het is een bijzaak in de serie.

Er speelt er zich behoorlijk wat ‘echt’ drama af in de levens van de deelnemers. Er is een housewive met een alcoholprobleem. Er is een ex-Playmate die in de eerste aflevering nog opschept dat ze de enige is die met een echte celebrity is getrouwd (Kelsey Grammer), maar door hem wordt verlaten voor een andere vrouw. En Taylor blijkt te worden geslagen door haar echtgenoot, die vanaf het begin een verontrustend doodse blik in zijn ogen heeft. Uiteindelijk gaat ze bij hem weg. Hij vertrekt naar het huis van een vriend, waar hij later zelfmoord pleegt.

Die tegenslagen maken de vrouwen niet hechter. Bij elk feestje of drankovergoten etentje gaan ze, als op commando, weer los: zorgvuldige gekapte, diep gedecolleteerde furies in korte rokken en op immens hoge pumps, die nooit te lang hoeven te zoeken naar een reden voor een ruzie, tot aan de rëunie-afleveringen toe, waar alle onenigheden nog eens uitgebreid geëvalueerd worden met uitvoerend producent en talkshowhost Andy Cohen. Een verkeerd te interpreteren blik is al aanleiding genoeg.

Lees ook: De camera verwacht seks, drank en tranen.

Dat alles speelt zich af tegen een achtergrond van ongekend materialisme: gigantische McMansions, speciaal ontworpen Louboutins, privévliegtuigen, champagne van 2.000 dollar per fles, vier nanny’s voor twee kinderen, het 60.000 dollar kostende feestje voor de vierde verjaardag van de dochter van Taylor Armstrong, waaraan niemand, nog wel het minst de jarige, enig plezier lijkt te beleven.

Russell Armstrong uitgezonderd, over wie we gaandeweg steeds meer te weten komen, worden de echtgenoten neergezet als beheerst en laconiek. Het gekift lijken ze doorgaans met milde geamuseerdheid te aanschouwen, alsof het een schouwspel is dat speciaal voor hen wordt opgevoerd. Wat ook zo is, als je gelooft in wat intraseksuele vrouwelijke competitie wordt genoemd. Het begrip is afkomstig uit de biologie en op mensen toegepast vanuit de evolutionaire psychologie, een (omstreden) vakgebied waarin gedrag van mensen verklaard wordt vanuit de evolutietheorie. Vrouwen vallen elkaar af, nemen elkaar de maat, sluiten elkaar uit, roddelen en slutshamen om seksegenoten uit te schakelen omdat ze dat als soort gewend zijn te doen in hun competitie om de beste partner.

Illustratie Lotte Dijkstra

Minstrel show

De beroemde feministe Gloria Steinem sprak zich al in 2013 uit over de serie: ze vond het het ergste wat op tv te zien was. Dat de vrouwen werden neergezet als „rijk, verwend, afhankelijk en haatdragend naar elkaar” stond haar tegen, en bovendien had ze het idee dat het allemaal gefabriceerd was. „Een minstrel show voor vrouwen”, naar de beruchte theatershows met blackface.

Niet alle feministen denken er zo over. Camille Paglia verklaarde in 2014 op de site van Bravo, de zender achter de series, dat ze een groot fan was: het was voor haar geen entertainment meer, maar een lifestyle. Het vrij tonen van emoties, de ingewikkelde relaties, het ellebogenwerk, de mooie huizen en restaurants en de door flinke hoeveelheden alcohol opgewekte hilariteit en eerlijkheid – ‘Ga van die saaie, vervlakkende anti-depressiva af, Amerika!’ – maakten dat ze dezelfde aflevering meerdere keren kon zien zonder daar maar iets minder plezier aan te beleven.

De feministische beweging is zelf niet altijd wars geweest van onderling gedoe en oordelen, maar in de huidige vierde golf ligt de nadruk op acceptatie. Zonder solidariteit was #metoo nooit van de grond gekomen. Fictieve series over (huis)vrouwen dragen die boodschap tegenwoordig uit – zie bijvoorbeeld de hit Big Little Lies, waar de gelederen zich uiteindelijk sluiten als een vrouw wordt geslagen door haar man.

Series als Real Housewives lijken daarmee een laatste bastion van catfights in een wereld waarin volgens sommigen ‘niks meer mag’ (en geen maker zich hoeft te verantwoorden, want de vrouwen doen het ‘zelf’).

Zijn ze daarom een uitlaatklep voor vrouwen – ik heb niet de indruk dat er erg veel mannen naar kijken – die diep van binnen, of openlijk, hun nagels soms nog willen uitslaan? Zit die vrouw eigenlijk in ons allemaal?

De Amerikaanse schrijfster en feministe Roxane Gay zei vorig jaar in de talkshow van Andy Cohen dat de series „vrouwen hun ware zelf laten zijn”. „We zien de rotzooi, de geweldige vriendschappen en alles wat ertussenin zit. Vrouwen toestaan totaal zichzelf te zijn, dat is het meest feministische wat je kunt doen.”

Inmiddels is er een nieuw Amerikaans vrouwenrealityfenomeen bij gekomen: Selling Sunset, over een groep vrouwelijke makelaars die handelen in huizen in Los Angeles die soms tientallen miljoenen kosten. Het eerste seizoen kwam vorig jaar online bij Netflix, het derde is sinds augustus te zien. Bedenker Adam DiVello, zo vertelde hij in Variety, wilde beslist geen nieuwe Real Housewives maken: „Het moest niet alleen maar kattigheid en vechten zijn.”

Als we er voor het gemak van uitgaan dat deze zes uitzonderlijk mooie vrouwen inderdaad al serieus aan het makelaren waren voordat de serie begon, hebben we te maken met vrouwen met een baan die, afgaande op de commissies die bij alle verkoopprijzen in beeld verschijnen, serieuze bedragen verdienen. En ja, je ziet ze open dagen organiseren, onderhandelen met klanten, en over bouwplaatsen lopen.

Onderlinge competitie 

Dat ze er ’s ochtends vroeg al bij lopen alsof ze naar een feest gaan, inclusief het soort pijnlijk hoge hakken dat de meeste modegevoelige vrouwen allang voor sneakers hebben ingeruild, is tot daaraantoe. Maar het kantoor en de huizen zijn ook hier niet meer dan een achtergrond voor onderlinge competitie, die eigenlijk zelden het werk betreft – tenzij er een vermoeden van voortrekken bestaat. Eindeloos wordt ook gepraat over wie wel of niet is bevriend met wie en waarom; onder de vrouwen bestaat blijkbaar het misverstand dat collega’s vriendinnen zouden moeten zijn. Als de stemming even goed lijkt te zijn, is een van de twee grootste krengen altijd bereid even te stoken. Het gaat er niet zo gillend hard aan toe als bij de Housewives, maar zeker zo vals.

De rollen van de rustige, laconieke mannen worden deze keer gespeeld door Jason Oppenheim, eigenaar van de makelaardij, en zijn tweelingbroer Brett. Beiden zijn vrijgezel en ogenschijnlijk behept met bindingsangst, maar daarover kom je eigenlijk niks te weten.

Natuurlijk draagt montage veel bij aan het beeld dat ontstaat van vrouwen in beide series, en is er sprake van sturing. Vooral etentjes en andere bijeenkomsten lijken geregisseerd, zeker in het geval van de Housewives, die de ‘girls’ te pas en te onpas voor elkaar organiseren. Zonder dat daar een andere reden voor te bedenken is dan dat er weer wat onderling vuurwerk nodig is.

„Het is niet zo dat de productie zegt: waarom praat je nu niet over dit en maak je ruzie over dat?”, zei Denise Richards, recente toevoeging aan The Real Housewives of Beverly Hills, vorig jaar in The New York Times. De vrouwen uit Selling Sunset ontkennen dat de serie is ‘gescript’, maar hebben wel toegegeven dat ze aangespoord worden voor de camera gesprekken te hebben die ze liever niet zouden voeren. „Ik houd meer van onroerend goed dan van drama”, aldus makelaar Mary Fitzgerald in Cosmopolitan. „Maar hier hebben we voor getekend.”

En dus, zoals een vrouwelijke journalist, een liefhebber, van het Zwitserse SonntagsZeitung schreef, ‘vechten ze en trappen ze, doen ze wat vrouwen over de hele wereld doen, alleen heeft hun façade meer glamour’. Uiteraard, stelde ze, zijn er critici die dat schandelijk, clichématig, vrouwonvriendelijk en achterlijk vinden. ‘Hoe humorloos!’

Ah, dat zal het zijn.