Op bezoek bij vrienden in Rome, stond de vrouw des huizes al met de fles desinfecterende gel in de aanslag op de mat vóór de voordeur. In haar andere hand hield ze een stukje keukenrol. Met een glimlach spoot ze een klodder van het doorzichtige goedje op mijn handen. „Voor alle zekerheid”, zei ze. „Buona sera.” In die volgorde.
Bij mijn vaste kapper, een eenmanszaak, ging het al net zo. Hij wees op de fles desinfecterende gel bij de ingang. Pas daarna kwam hij dichterbij voor een ‘ellebooggroet’ en begon het bijpraten over de kinderen. Ik vanachter een mondkapje, hij ook vanachter een mondkapje met als extra bescherming een doorzichtig gezichtsmasker. Alsof je door een astronaut wordt geknipt.
Het zijn een paar anekdotische voorbeelden van hoe Italianen omgaan met de coronadreiging. Ze verklaren deels hoe het kan dat Italië, het eerste land in Europa waar het virus dood en ellende veroorzaakte, nu een van de laatste landen is waar, langzaam, de tweede golf begint. Met de zon heeft het in elk geval niets te maken, want Italië doet het stukken beter dan Spanje, Frankrijk en Griekenland.
In Nederland, met een kwart van het aantal inwoners, waren er deze week meer nieuwe besmettingen dan in Italië. De eerste drie dagen meldde Nederland afgerond 2.700 tot 3.000 nieuwe besmettingen, Italië 1.500 tot 1.900. Het totale aantal positieven nu ligt in Nederland rond de 100.000, in Italië is het ongeveer de helft.
In Italië zit de schrik van die honderden doden per dag dit voorjaar er nog in
Hoe komt dat? Door omstandigheden reisde ik de afgelopen weken een paar keer op en neer. Mijn conclusie, hoe impressionistisch ook, is dat Italianen de dreiging van het virus veel serieuzer nemen dan Nederlanders. Ook omdat de schrik van die honderden doden per dag dit voorjaar er nog goed in zit.
Neem de supermarkt. In Italië kom je niet binnen zonder mondkapje. Voor alle afgesloten ruimtes geldt: mondkapje op. Als ik een Nederlandse supermarkt binnenliep, moest ik steeds tegen mezelf zeggen: o ja, hier hoeft het niet.
Verplicht deurbeleid
Verplicht deurbeleid om te voorkomen dat te veel mensen in de winkel staan? Rutte en De Jonge kondigden dit dinsdag af, in Italië bestaat het al maanden. Van de ijszaak tot de computerwinkel, allemaal hebben ze een briefje op de deur waarop staat hoeveel mensen er tegelijk binnen mogen zijn. Meestal niet meer dan twee of drie. En de vrouw bij de bakker zegt vriendelijk doch nadrukkelijk dat ik het kapje óók over de neus moet doen.
Mondkapjes op straat? Niet gezien in Nederland. In Rome, waar het ook niet verplicht is, zie je toch veel mensen met een kapje. In de regio’s Campanië en Sicilië en in steden als Genua en Foggia is een kapje buiten de deur wel verplicht. Het herinnert de mensen er voortdurend aan dat het besmettelijke virus niet weg is.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data62673133-354203.jpg|https://images.nrc.nl/0GBZjQx_caWOaS36n2x8uWEgrFY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data62673133-354203.jpg|https://images.nrc.nl/11OiWDsTDGjYy9arKzurI5H8XIU=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data62673133-354203.jpg)
De Via della Conciliazione in Rome, in de buurt van het Sint-Pietersplein. Foto Filippo Monteforte/AFP
Het verschil begint al op het vliegveld. Wie de Romeinse luchthaven Fiumicino in wil, moet eerst zijn temperatuur laten meten. Er is maar één ingang open, en dat kan ook, want op de borden passen alle vluchten van die dag. Op Schiphol loop je gewoon door.
Ook van Amsterdam naar Rome is er verschil. Italië eist extra controle van de mensen die het land binnenkomen. Bij een vlucht naar Rome moet je op Schiphol langs de fictieve gate B-0, een afgeschermd stukje gang langs de loopband. Daar moet je je temperatuur laten meten, en een gezondheidsverklaring invullen. Als alles goed is, krijg je een stempel en het nummer van je echte gate. Na aankomst in Rome wordt weer, als extra check, je temperatuur gemeten.
Als je hierover met Italianen praat, hoor je vaak een zekere trots. Een natie die vaak is afgeschilderd als een groep anarchistische wettelozen gaat gedisciplineerd de strijd tegen de pandemie aan. De Wereldgezondheidsorganisatie WHO prees de Italiaanse aanpak vorige week in een tweet. Een van de reacties op Twitter, van ‘Tiennegolf’ uit Pisa, vat goed samen hoe veel Italianen zich voelen: „Ik ben behoorlijk trots op wat we tot nu toe hebben bereikt. Hebben we vergissingen begaan? Ja. Hadden we het beter kunnen doen? Ja. Maar we waren de allereersten die getroffen werden en het had veel, veel erger kunnen zijn. Viva l’Italia.”
Verantwoordelijkheidsgevoel
Op een avond, in een virtueel gesprek met een groep zakenlieden en een paar journalisten, zegt een van de vijf topfiguren bij de aanpak van de pandemie (hij mag niet met naam worden genoemd): „Ik kan me geen andere gebeurtenis herinneren waarbij Italië zo’n verantwoordelijkheidsgevoel heeft laten zien en zich zo heeft weten te gedragen als een nationale gemeenschap.”
Hij blijft wel bezorgd. Het is niet gelukt, zoals hij in het voorjaar hoopte, de pandemie beperkt te houden tot het noorden en tot ouderen. Nu zijn er in Lazio en Campanië meer nieuwe besmettingen dan in Lombardije, en in Sicilië meer dan in Emilia-Romagna. Hij vreest ook het school-effect: in tweederde van het land zijn de scholen op 15 september weer begonnen nadat ze een half jaar dicht waren geweest, in een ander deel pas een week later. De stijging van het aantal nieuwe besmettingen die donderdag werd gemeten, naar ruim 2.500, wordt met het opengaan van de scholen in verband gebracht.
Als je hierover met Italianen praten, hoor je vaak een zekere trots. Een natie die is afgeschilderd als een groep anarchistische wettelozen gaat gedisciplineerd de strijd tegen de pandemie aan
Italië blijft voorzichtig. In augustus mochten de disco’s open, maar na twee weken gingen ze weer dicht, omdat meer besmettingen werden gemeten. Dansavonden voor liefhebbers van salsa of tango? In Nederland was dat weer op gang gekomen, in Italië wachten ze nog. De hogesnelheidstreinen mogen maar voor 50 procent gevuld zijn – regionale treinen, waar je korter in zit, voor 80 procent. Op de markt in Rome, half overdekt, moet ik een looprichting volgen.
Begin maart, toen de pandemie nog beperkt leek, waarschuwde viroloog Roberto Burioni me dat Nederland deze epidemie niet moest onderschatten. Nu bel ik hem weer, om te vragen hoe hij tegen de situatie aankijkt. „Ons land heeft laten zien dat het zich in moeilijke momenten volwassen kan gedragen”, zegt hij. „Italië heeft de meest rigoureuze lockdown van de westerse wereld doorgevoerd, en de Italianen hebben die heel precies opgevolgd. Dat betekende een groot offer, persoonlijk én economisch. Maar we zijn erin geslaagd uit de wanhopige situatie van maart en april te komen.”
Dat Italië het nu beter doet dan andere landen, komt volgens hem ook doordat de schrik van de eerste golf er nog goed in zit. „In de zomer, in de vakantiemaand augustus hebben te veel mensen gedacht dat het gevaar voorbij was en zich op een niet verstandige manier gedragen. Maar de meeste mensen hebben nog goed het verdriet en de rouw van die eerste weken voor ogen, en daarom blijven ze voorzorgsmaatregelen nemen. Het virus verspreidt zich niet vanzelf, het virus verspreidt zich door het gedrag van mensen. Als je goed oplet, krijgt het virus minder kans. Als het regent en je gaat zonder paraplu de deur uit, dan word je nat. Dat moet je voorkomen.”
Is het kabinet niet te streng met zijn maatregelen? „Het gaat om een evenwicht tussen risico’s en de voordelen van meer ruimte geven. Die afweging is een taak van de politiek, niet van de wetenschap. Wij kunnen alleen zeggen wat de risico’s zijn en hoe je die kunt verminderen.”
In Rome gaan de mensen na een week van onophoudelijke stortregens weer de straat op. Veel mensen dragen ook buiten een mondmasker, al is dat hier niet verplicht. „Ik vind het verstandig omdat het aantal besmettingen weer stijgt”, zegt Giusy Perillo, die in een ziekenhuis werkt en op de stoep staat te wachten tot ze een winkel binnen mag. „Ik wil mezelf en anderen zo goed mogelijk beschermen”, vertelt Emilio Rosso, medewerker bij een ngo.
Controlerende agenten
Ook in de uitgaanswijk Trastevere zie je veel mensen met mondmaskers. Op de piazza Trilussa, een van de populairste verzamelpunten voor jongeren in Rome, zijn de trappen met rood plastic afgesloten. In pre-coronatijden zat het hier altijd vol. In het weekeinde staan hier nu agenten te controleren of mensen niet te dicht op elkaar staan. De handhaving is sowieso streng in Italië: alleen al woensdag zijn er 56.000 mensen en 6.000 bedrijven gecontroleerd, 44 mensen en 12 bedrijven kregen een boete, éen bedrijf moest dicht.
Deze avond is het rustig. Sara Brutti, een arbeidsconsulent, komt hier nog steeds vaak. Dat je niet op de trappen mag zitten en dat de politie dat controleert, vindt ze prima. „Wij jongeren vinden het echt moeilijk om samenkomsten te vermijden. Maar we moeten allemaal begrijpen wat we nu doormaken. Iedereen moet zijn gezond verstand gebruiken.”
Het kan toeval zijn, maar ik heb zulke uitspraken op straat de afgelopen weken vaker in Italië gehoord dan in Nederland.
Luister ook naar deze aflevering van onze podcastserie NRC Vandaag: Waarom Italië het nu zoveel beter doet dan Nederland
U kunt zich ook abonneren via Apple Podcasts, Stitcher, Spotify, Castbox of RSS.