Opinie

De zenderbaas doet alles om president Poetin zo vorstelijk mogelijk in beeld te brengen

Michel Krielaars

Regelmatig vraag ik me af hoe je in een dictatuur of autoritaire staat een fatsoenlijk mens kunt blijven. Tenslotte doen maar weinigen hun mond open als ze daardoor hun baan verliezen of in de cel belanden. Volgzaamheid ligt in hun geval meer voor de hand. Ik heb dan ook het volste begrip voor mijn Russische vrienden die soms moeite hebben om het morele vaandel hoog te houden. „Jij hebt gemakkelijk praten, omdat je straks weer naar je veilige landje gaat”, zeggen ze steevast. „Maar wij moeten het hier zien te rooien.”

Een vriendin die aan een Moskouse universiteit doceert, vertelde me onlangs dat ze zich steeds meer in allerlei bochten moet wringen om haar demonstrerende studenten tegen de autoriteiten te kunnen beschermen. Ze doet haar beteugelende werk zo goed dat haar carrière een hoge vlucht neemt. Tegen een behoorlijke prijs weliswaar, want haar studenten, die haar eerst op handen droegen, vertrouwen haar niet meer.

Joshua Yaffa, voormalig correspondent van The New Yorker in Moskou, behandelt dat morele laveren heel knap in zijn boek Tussen twee vuren. Buigen of barsten onder het regime van Poetin. Hij doet dat aan de hand van een aantal portretten van opmerkelijke Russen die hij op zijn pad tegenkwam, zoals de directeur van staatstelevisiezender Pervyj Kanal (Eerste Kanaal), een Tsjetsjeense mensenrechtenactiviste, een priester die zich verzet tegen de collaboratie van de Russisch orthodoxe kerk met het regime, een Moskouse armendokter en een vernieuwende toneelregisseur die door de staat gesteund wordt, tot hij over de schreef gaat en moet boeten.

Vooral het hoofd van Pervyj Kanal, Konstantin Ernst, is een kampioen in het moreel geschipper. Hij doet alles om president Poetin zo vorstelijk mogelijk in beeld te brengen. Iedere ochtend zit hij bij diens perschef op schoot om te horen wat het regime graag op de buis zou willen zien. Echte bevelen krijgt hij nooit en hij is zogenaamd vrij om te doen wat hij wil. Het enige echte taboe is berichtgeving over Poetins vrienden en familie. Ernst geniet van zijn baan en maakt menige geweldige tv-dramaserie of film. Daarom probeert hij zijn bazen zoveel mogelijk te behagen, terwijl zijn journalisten in nieuwsuitzendingen soms ongestraft de draak met de Poetin-show steken.

Veelzeggend is ook het beeld dat Yaffa schetst van de Moskouse arts Liza Glinka, die aanvankelijk een hulporganisatie voor daklozen leidt, maar zich als vliegende dokter in het door oorlog geteisterde Oost-Oekraïne en Syrië voor de propaganda van het Kremlin laat gebruiken en zo een nationale heldin wordt. Ze profiteert van haar roem om mensen te kunnen redden, maar benadrukt daarmee onbewust het belang van de Russische militaire aanwezigheid in die gebieden. Uiteindelijk komt ze om als het vliegtuig neerstort, dat haar met het koor en orkest van het Rode Leger naar Syrië moet brengen.

En dan is er de Tsjetsjeense mensenrechtenactiviste Heda Saratova, die na de moord op een collega de kant van het regime kiest. Als reden voert ze aan dat het ene pad ellende voor haar en haar familie betekent en het andere een mate van comfort, terwijl ze dan misschien alsnog het lot van vervolgde landgenoten kan verbeteren. En toch koester ik meer sympathie voor de geniale regisseur Kirill Serebrennikov, die zijn eigen weg volgt en daarvoor in het gevang belandt. Maar ik heb natuurlijk gemakkelijk praten vanuit mijn veilige landje.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.