‘Ze komen binnen met gebogen schouders en vertrekken als vrouwen waar je rekening mee moet houden.” Honderden Rotterdamse vrouwen en enkele mannen met een uitkering volgden de afgelopen jaren vanuit de gemeente een traject om letterlijk weer in beweging te komen. Een gezondere levensstijl en meer veerkracht moeten leiden tot lagere zorgkosten en een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt, is het idee.
En dat blijkt te werken, staat in het onderzoek onder 574 deelnemers die in 2019 hun sport- en voedingstraject afrondden, dat onlangs naar de gemeenteraad is gestuurd. Deelnemers voelen zich gezonder, bewegen een stuk meer, voelen zich minder vaak neerslachtig, eten meer groente en fruit én bezoeken gemiddeld minder vaak de huisarts. „Mensen komen van de bank af en in beweging”, zegt Meike Los van de Gezonde Leefstijl Company die samen met de Vrijwilligerswinkel het traject Samen Gezond Eten en Bewegen organiseerde in Kralingen-Crooswijk. „Door vervolgens ook andere vrouwen les te geven, krijgen ze zelfvertrouwen en energie.”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data59287196-77e18f.jpg)
Rotterdammers die al langere tijd een uitkering hebben moeten een tegenprestatie verrichten zoals mantelzorg, vrijwilligerswerk, of bijvoorbeeld, in dit geval, werken aan gezondheidsproblemen. Sinds 2016 is het mogelijk om een zogenoemd gezondheidsbevorderend traject te volgen. Dat ontwikkelde de gemeente met de collectieve zorgverzekeraar VGZ (verzekeraar van 18.000 Rotterdammers met een uitkering). „Mensen met een lage sociaaleconomische positie kampen vaker met gezondheidsproblematiek”, schrijven wethouders Sven de Langen (sport, CDA) en Richard Moti (werk, PvdA) aan de raad.
In elf van de veertien Rotterdamse gebieden boden welzijnsaanbieders deze trajecten aan. Ieder traject is net even anders. In Overschie kregen deelnemers in het programma Vet Goed van WMO Radar lifestylecoaches toegewezen, en konden ze sportlessen en workshops van diëtisten volgen. Deelnemers konden in de verschillende gebieden kiezen uit bijvoorbeeld yoga-, zumba-, zwem-, wandel- en bokslessen.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data58109394-dda086.jpg)
In Kralingen-Crooswijk kregen deelnemers acht weken lang twee keer per week bewegingsles van een fysiotherapeut en een keer per week voedingsles van een diëtist. „25 deelnemers hebben we daarna opgeleid tot ervaringsdeskundigen om de lessen voort te zetten”, zegt Los.
De deelnemers werden grotendeels aangemeld door activeringscoaches, medewerkers van de gemeenten die langdurig werklozen begeleiden bij het uitvoeren van een verplichte tegenprestatie. Niet alle deelnemers waren even gemotiveerd. „Ze worden gestuurd”, zegt Los. Sommigen deelnemers hebben daarom een klein duwtje nodig. „Wij vragen ze om het twee of drie keer te proberen. Vinden ze het dan nog steeds niets, dan kunnen ze kiezen voor een andere tegenprestatie.”
De deelnemers aan de bewegingstrajecten waren gemiddeld langer dan elf jaar afhankelijk van een uitkering, 51 jaar oud, hebben meerdere gezondheidsproblemen, weinig tot geen werkervaring en opleidingen en zijn meestal alleenstaand. 83 procent van de deelnemers is vrouw. Ze hebben na afloop (nog) geen betaalde baan gevonden, maar 12 procent is wel vrijwilligerswerk gaan doen en nog eens 35 procent is van plan om dat te gaan doen. 41 procent van de deelnemers is blijven sporten.
Begin dit jaar is een nieuw bewegingstraject gestart. Door de coronacrisis doen er minder deelnemers mee. Toch vond de gemeente het belangrijk om een nieuwe lichting uitkeringsgerechtigden aan het sporten te krijgen. Moti: „We zien dat hun eigenwaarde en zelfvertrouwen groeit, ze doen weer mee.”