Vrij zijn is… de chachacha leren

Vrij Hoe breekt Nederland uit de sleur? Deze week: de chachacha leren.

Foto Folkert Koelewijn

De parketvloer van Dansinstituut Meyer et Fils glanst en eigenaar Ger van der Velden stuitert van de energie. Eindelijk dansles, na een stille zomer. Vanwege het coronavirus moest hij z’n dansschool half maart sluiten. Maar nu mogen ze open, voor vaste paren. Bij de ingang temperatuurt Van der Veldens assistente Sjanie iedereen die binnenkomt.

Dick (72) en Magda (68) van Zanten komen met de metro uit Hoek van Holland. Hij in een hagelwit overhemd, zij in een jurk met marineblauwe en witte strepen. Opgetogen trekken ze hun dansschoenen aan.

Magda: „Vijfenveertig jaar geleden hadden we hier ook dansles.”

Dick: „Er was bijna niets te beleven. Rotterdam moest weer opgebouwd.”

Ze zochten vertier door te gaan stijldansen. Bij Meyer et Fils, vanaf 1912 op de Henegouwerlaan gevestigd en een begrip in de stad. Van der Velden (eigenaar sinds 1982): „Dansles hoorde bij een nette opvoeding. Wij hadden het betere publiek, artsen, apothekers – de familie Lubbers kwam hier. Stijldansen zat enige tijd in een dip, maar de laatste jaren is er een opleving. Ook door televisieprogramma’s als Dance, dance, dance.”

Magda: „Ik deed het voor de ontspanning. En natuurlijk om samen te dansen op feestjes van de zaak.” Ze leerde Dick op het werk kennen. Bij de Verenigde Onafhankelijke Sleepdienst werkte hij als machinist op een sleepboot en zij op kantoor.

Na een paar jaar stopten ze. Continudienst, een kind, avondschool, druk. Maar drie jaar geleden ging het roer om. „Dat kwam door een cruise naar Noorwegen”, zegt Dick. „Aan boord waren overal bandjes, maar we durfden niet te dansen.”

Terug naar Meyer et Fils voor de basis: Weense wals, rumba, chachacha. Dick: „En dan opnemen en thuis oefenen. Ik zit nog weleens uit de maat.” Magda: „Als hij niet nadenkt, gaat het hartstikke goed.”

Wat ook helpt zijn de befaamde ezelsbruggetjes van Van der Velden. In de cucaracha plet je met je voorvoet een denkbeeldige kakkerlak. Of het ‘Wiebeltje’ in de tango. ‘Hup saté, kipsaté’ voor de jive.

Magda: „In het begin denk je, dat leer ik nooit. Gelukkig ben je met leeftijdgenoten… Het ergst vind ik als er muziek is – bij mij van binnen begint het te borrelen – en dat er dan niemand danst.” Ze lacht. „Vorig jaar deden we een rondje Engeland op een cruiseschip. Hup, daar gingen we.” Voor ze het wisten stond de vloer vol.

Achter zijn meubel in de hoek start Van der Velden de muziek. ‘Rollercoaster’ van Danny Vera, een foxtrotje. „We gaan beginnen”, zegt hij door de microfoon, „1,2…”

De paren zwieren weg. Sommigen bewegen wat voorzichtig, anderen met veel schwung in de oude heupen. En iedereen heeft een glimlach op zijn gezicht.