Opinie

Na kabinetsformatie van 493 dagen blijft België gewoon België

vivaldi-coalitie

Commentaar

Bij een cursus België voor Beginners zou het onderdeel Belgische politiek ongetwijfeld één van de zwaarste zijn. Ondoorgrondelijk is het systeem, onoplosbaar zijn de problemen die met het systeem samenhangen. Maar onbestuurbaar is het land nog net niet: 493 dagen nadat de Belgen naar de stembus gingen voor het kiezen van een parlement is er woensdag vroeg in de ochtend een akkoord bereikt over een nieuwe federale regering.

De formatie kende de inmiddels vertrouwde ingrediënten: een waaier van programmatisch sterk verschillende partijen afkomstig uit het Nederlandstalige en het Franstalige deel van het land moest het middels ingewikkelde tekstuele breiwerken en talloze informateurs met elkaar zien eens te worden over een overkoepelende regering en nam daar als vanouds ruim de tijd voor. Eén lichtpuntje: het oude formatierecord van 541 dagen waarmee het land in 2011 in het Guinness Book of Records kwam, is niet gebroken.

Ook de personele invulling van het nieuw te vormen Belgische kabinet doet vertrouwd aan. België blijft met de beoogde nieuwe premier, de 44-jarige liberaal Alexander De Croo, een politieke dynastie. Hij is de zoon van Herman De Croo, decennialang één van de spelbepalers in de Belgische politiek.

Tot halverwege vorig jaar werd België geleid door Charles Michel die toen voorzitter van de Europese Raad van regeringsleiders werd. De vader van Charles, Louis, was minister en vicepremier in het kabinet Verhofstadt. Daarnaast kent de Belgische politieke kaste nog heel wat meer ‘kinderen van’.

Het is natuurlijk verleidelijk om de Belgische politiek lacherig af te doen, waarbij vanzelfsprekend de clichématige verwijzing naar het surrealisme dan wel absurdisme niet mag ontbreken. Toch is dit veel te gemakkelijk en heeft dit zeker vanuit Nederland iets aanmatigends. Ook het Nederlandse politieke stelsel raakt steeds verder versplinterd en ook in Nederland nemen kabinetsformaties geruime tijd in beslag. Maar anders dan in Nederland staat in België bij elke kabinetswissel de staat zelf ter discussie en dat is wel degelijk zorgwekkend.

De zeven (!) partijen die elkaar nu met een verwijzing naar de vier jaargetijden (de kleuren van de vertegenwoordigde stromingen) hebben gevonden in een zogeheten Vivaldi-coalitie gaan zich buigen over een staatshervorming die in 2024 zijn beslag moet krijgen. Dan wordt voor de zoveelste keer de bevoegdheidsverdeling tussen de machtige gewesten (Vlaanderen, Wallonië en Brussel) en de federale staat onder de loep genomen. Het is een debat dat al eerder een verlammende uitwerking heeft gehad op de Belgische politiek en separatistische gevoelens in met name Vlaanderen kan aanwakkeren. Temeer daar de grootste partij van Vlaanderen, de nationalistische N-VA onder leiding van de Antwerpse burgemeester Bart de Wever, niet in de nieuwe coalitie is vertegenwoordigd. Het betekent in elk geval voor de twee vicepremiers die het project moeten gaan leiden een hoog politiek afbreukrisico.

België heeft weer een volwaardige regering. Of het veel verschil zal uitmaken, valt te bezien. De demissionaire regering onder leiding van de liberaal Sophie Wilmès heeft het land adequaat door de nog niet beëindigde coronacrisis geloodst. Daarvoor waren parlementaire volmachten noodzakelijk. Het is goed dat met de nieuwe regering de normale democratische parlementaire verhoudingen worden hersteld. Voor het overige geldt: België blijft België.