-
Nacht
Een kinderpianootje staat voor de boekenkast, in de tuin wachten een plastic tractor en schommel op de peuters die hier wonen. De nacht, met zijn vragen en melancholie, lijkt ver weg in het huis van pianist Hannes Minnaar in Nederhorst den Berg. En toch wijdde hij aan dat duistere thema zijn vierde solo-cd, waarop werken van Schumann, Ravel, en Rob Zuidam.
„Ik ben niet iemand die zijn creatieve hoogtepunt beleefd heeft om 4 uur ’s nachts”, zegt Minnaar. „Maar een melancholicus die ’s nachts wakker ligt? Zeker.”
De laatste jaren staat slaapgebrek slapeloosheid in de weg. „Wat dat betreft is vaderschap heel heilzaam”, zegt Minnaar – met een kenmerkende, droge ironie die je het gevoel geeft dat er onder de oppervlakte van alles woelt.
Dat zijn nieuwe cd niettemin Nox, nacht, heet, „dat ontstond zo”, zegt Minnaar. „Denk vooral niet aan romantiek in de maneschijn. De nacht van Schumann, Ravel en Zuidam is eerder huiveringwekkend.
„Ravels Gaspard de la nuit was al jaren een obsessie. Ik houd heel erg van Ravel, en Gaspard staat bekend als een van de moeilijkste pianostukken. Ik had ontzettend veel zin me daarin vast te bijten.”
-
Smaak
Maurice Ravel is een vroege, grote en natuurlijke liefde van hem, zegt Minnaar. Net als Bach. En Brahms. „Die liefde was er denk ik het allereerst.” Op Nox wordt Ravel vergezeld door vijf in sfeer breed uiteenlopende solostukken van Rob Zuidam (1964); nocturnes die hij voor Minnaar componeerde. „Dat was samen al bijna een volle cd. Er kon nog één stuk bij.”
Schuberts Sonate in a -kleinwas te lang, Schumanns Nachtstücke sloten wél perfect aan. „Met Schubert heb ik sowieso een wat moeilijke relatie. Zijn muziek heb ik jarenlang verkeerd begrepen. De harmonieën vond ik te voor de hand liggend, de ritmes slaapverwekkend, ergerlijk zelfs. De melancholie, de schaduwkant, die ontging me totaal. Nee als scholier ging ik liever voor Ravel, Stravinsky en Brahms dus. De Ballades opus 10, of zijn opus 118 nr. 2. Fantastisch.”
Maar smaak kun je ontwikkelen. „Ik heb veel moeten aanleren. De antenne voor Schubert heb ik nu wél. Beethoven was ook geen spontane liefde, terwijl ik nu denk: zo’n Vierde pianoconcert, rijker wordt het niet.”
-
Aangename buurman
In veel opzichten doet Hannes Minnaar benaderbaar aan. Speelstijl. Gedrag. Uiterlijk. Tussen meesterpianisten als, zeg, Sokolov, Volodos of Zimerman, is Minnaar eerder een ideale schoonzoon dan een raadselachtige klavierpriester.
„Ah, mijn veelbesproken, mild vriendelijke uitstraling…” Minnaar zucht. „Ik denk dat wie me goed kent zal bevestigen dat het met mijn benaderbaarheid in werkelijkheid vies tegenvalt. Maar dat vriendelijke… Het allerergste is dat ik het soms zelf terugvind in mijn pianospel. Dat wat ik hoor meer de vrucht is van aangeboren talent dan van noeste studie. En dat bevalt me uiteraard to-taal niet. Talent zonder discipline, dat is middelmaat. Ik voer een onophoudelijke strijd tegen middelmaat.”
Hij pakt de cd erbij. „Nox zit deze herfst in de actie ‘Aangenaam Klassiek’ van de klassieke cd-vakhandel. Aangenaam. Kijk, als zo’n actie mensen over de streep trekt om méér klassieke muziek te beluisteren: uitstekend. Maar ik heb niks met het ideaal van vervolmaakte aangenaamheid. Zoals ik ook een hekel heb aan gespierd, perfect pianospel. Muziek maken gaat over kwetsbaarheid, over menselijkheid. En kwetsbaar en menselijk kan muziek alleen zijn als je juist niet bang bent voor het onvolmaakte.”
Hij lacht. „Zie je? Ik zit wél vol raadselachtige tegenstrijdigheden. Want zo’n appel op het onvolmaakte; hoe geloofwaardig is dat van iemand die dol is op Bach en Ravel, componisten die in de buurt komen van het volmaakte? En toch. Ook in Bach zoek ik het menselijke. Bij Ravel ligt het ingewikkelder. Hij slaagt er zelf niet helemaal in zijn menselijkheid te verstoppen. Maar als je die menselijkheid vervolgens met ‘romantisch’ spel uitvergroot, dan krijg je een Disney-Ravel. Terwijl ik zeker weet dat hij van zo’n emotionele uitvergroting zou hebben gegruweld. Maar dat is wél de Ravel-speelstijl die je nu heel veel hoort (zie de tweede luistertip).”
-
Vrijheid
In de coronatijd reisde Minnaar langs een aantal stadskerken met de Goldberg Variaties van Bach, een stuk waarin hij zich (zoals vele pianisten voor hem) al jaren verdiepte. Kleine concerten waren het, voor steeds 100 man publiek – destijds het maximum.
Op het Prinsengrachtconcert kon een groter publiek deze zomer ruiken aan zijn Bach-stijl. De ‘Aria’ speelde hij daar opvallend vrij, zangerig, ongebonden. „Het is een aria en het is barokmuziek. Retoriek is álles. Ik denk die muziek in zinnen die in timing op elkaar reageren. En dat geldt ook voor mijn benadering van Beethoven en Mozart.
„Maar je karakterisering van mijn spel als vrij en zangerig is wel subjectief. Ik heb ter voorbereiding van die concerten met de Goldberg Variaties een les losgepeuterd bij Bach-specialist Ton Koopman. Die vond mijn benadering nog veel te schools.”
-
J.S. Bach
Waar sommige musici de coronacrisis aangrepen voor gestreamde thuisconcerten, bleef het rond Hannes Minnaar een tijd stil. „Ik vond de lockdown niet te doen”, zegt hij. „Eerst was er de pijn van alle afgezegde concerten. Streamen vond ik onaantrekkelijk. Publiek is zo wezenlijk voor hoe ik speel.” Daarbij was van extra rust met kinderen van 0 en 2 jaar thuis geen sprake. „Nee, van mijn professionele hoedanigheid bleef alleen een dagelijks telefoontje met mijn manager over.”
’s Avonds zocht en vond Minnaar structuur en houvast bij Bachs Goldberg Variaties. „De muziek nam me mee – maar zonder dat ik in een droomwereld kon verdwalen. De Goldberg Variaties dwingen je in het hier en nu te blijven. Ze zijn zo intellectueel geconstrueerd dat je enorm je kop erbij moet houden, maar juist daardoor in een soort meditatieve toestand raakt. Dat had op mij een heel heilzaam effect.”
De Goldberg-concerten die hij daarop organiseerde waren uitverkocht. „Ik heb het geluk in Nederland een publiek te hebben opgebouwd dat ik kan terugvinden – ook nu. Maar voor beginnende artiesten, zonder vangnet, lijkt dit me een dramatische tijd. Zo onwerkelijk ook. Wat gaat er, als deze tweede golf doorzet, verder gebeuren? Twee weken terug speelden we met het Van Baerle Trio in Porto. Die vliegreis vond ik onvergetelijk. Als ik in een concertzaal moet geloven dat een halfvolle zaal onveilig is, dan graaf ik hier in het vliegtuig mijn eigen graf, was mijn gedachte.”
-
Perfectionisme
Tussen 2017 en 2019 maakte Minnaar met het Van Baerle Trio (met violiste Maria Milstein en cellist Gideon den Herder) opnamen van Beethovens verzamelde pianotrio’s. De vijf cd’s verschenen onlangs als compacte verzamel-box (Challenge Classics).
In trioverband opnemen is fijn, vindt Minnaar, superlatieven als ‘vakantie’ en ‘jongensdroom’ vallen. „Opnamedagen begonnen met een fietstocht van mijn huis door de natuur naar de studio, om vervolgens een prachtige vleugel aan te treffen in een fantastische studio. En alles wat ik moeilijk vind aan opnemen, speelt minder als je met zijn drieën bent. Het gemis van publiek telt minder, want je communiceert met elkaar. En tijdens het montageproces, dat me in mijn eentje tot diepe moedeloosheid kan drijven, is er het reddend pragmatisme van mijn collega’s. ‘Als we nou dit en dit verbeteren, dan is het acceptabel!’”
In vergelijking was de opname van zijn vierde solo-album Nox een zware bevalling. „De gedachte dat mensen zo’n cd gaan kopen en hem eindeloos afspelen; zó confronterend. Je kunt alles overdoen tot het is zoals je wilt, maar juist daardoor ontstaat een rare hyperfocus, waarbij andere elementen weer uit beeld raken. Dat eindeloos wikken en wegen, daar kan ik heel chagrijnig van worden. Tot de cd er is. Dan pas hoor je: oh, zó heb ik het gespeeld. En dan valt het vaak wel mee.”
Nog een troost: inzichten opgedaan tijdens de montage van een cd kan hij bij concerten inzetten. „Om na zo’n concert te constateren: op de cd was het toch beter…”
Hij kan er zelf smakelijk om lachen. „Er zijn heus wel momenten dat ik echt tevreden ben, hoor. Vorig weekend speelde ik Schumanns Nachtstücke op een recital echt goed, beter dan op de cd. Dan denk ik: nu heb ik de sleutel gevonden! En de dag erna mislukt het weer. Ik ben heel onevenwichtig als uitvoerder. En daar ben ik blij om. Daardoor word ik tenminste niet het soort pianist waaraan ik een hekel heb: iemand van voorspelbare kwaliteit.”
N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Muziek maken gaat over kwetsbaarheid: de zes thema’s van Hannes Minnaar
Nachtmuziek Pianist Hannes Minnaar wijdde zijn net verschenen nieuwe album ‘Nox’ aan de nacht, tijd van introspectie en knagende vragen. Gesprek langs zes thema’s – met Minnaars eigen luistertips.
Een versie van
dit artikel
verscheen ook in
NRC Handelsblad
van 1 oktober 2020.