Opinie

Van afschaffing veto’s wordt de EU niet geopolitieker

Luuk van Middelaar

Deze week vergaderen Merkel, Macron, Rutte en hun collega’s over de toestanden aan Europa’s buitengrenzen. Twee maanden na de vervalste verkiezingen in Wit-Rusland lukt het de EU niet om sancties te treffen tegen het Loekasjenko-regime. Eén lidstaat blokkeert het besluit: Cyprus. Het eilandje van ruim 1 miljoen inwoners wil pas instemmen met de strafmaatregel voor Wit-Rusland als de Unie ook sancties oplegt aan grote buur Turkije, dat deze zomer met veel machtsvertoon Griekse en Cypriotische territoriale wateren schond. Deze brutale verknoping van onderwerpen stuit op weinig begrip.

Tien dagen terug schoven de ministers van Buitenlandse Zaken de zaak door naar de leiders. Merkel en Macron moesten de dwarsliggende Cypriotische president Anastasiades maar in zijn hok duwen, was de gedachte. Alleen werd de voor vorige week geplande top op het laatst uitgesteld vanwege een Covid-geval in de entourage van toppenvoorzitter Michel, die zich aan de quarantaineplicht wilde houden. Per video vergaderen over gevoelige onderwerpen als Rusland en Turkije is zinloos, dus komt iedereen donderdag alsnog naar Brussel – in de hoop eenheid en handelingsvermogen te herstellen.

In EU-kringen geldt de Cypriotische blokkade als schoolvoorbeeld van wat er schort aan Europa’s buitenlandpolitiek. Hoe kan Europa ooit ‘speler’ worden tussen grootmachten Amerika, Rusland en China als één lidstaatje de hele club kan gijzelen?

De op het oog simpele oplossing: schaf de veto’s af. Zo redeneerde Commissievoorzitter Ursula von der Leyen in haar recente Staat van de Unie, de openingsrede van het politieke seizoen. En verdomd, voor weinig voorstellen gaf het Europees Parlement haar meer applaus dan toen ze bepleitte voortaan bij meerderheid over sancties te stemmen.

Toch is dat te kort door de bocht. Neem het Cypriotische veto. Dit is een schreeuw om aandacht, in een voor het land zelf vitale zaak. De unanimiteitsregel is een levensverzekering voor noodgevallen. Je kunt die kaart in de EU niet voor elk wissewasje trekken, dan verspeel je alle krediet. Ook Cyprus houdt het enkel vol omdat het in stilte steun krijgt van Frankrijk, dat ook vindt dat Turkije harder aangepakt moeten worden. De eis van unanimiteit dwingt allen om er in overleg met 27 uit te komen. Open debat, inhoudelijke confrontatie en inzicht in elkaars motieven vormen, als het lukt, de basis voor een duurzaam akkoord. Volstaat de kracht van argumenten niet, dan zijn achter de schermen ook andere drukmiddelen jegens dwarsliggers denkbaar dan enkel het zwaard van de meerderheidsstemming – een zwaard dat ook diepe wonden kan slaan, zoals in 2015 na een stemming over asielquota is gebleken.

In de kern is het debat over veto versus meerderheid een Brusselse reflex, een vlucht in beleidsinstrumenten en procedures. Er is meer nodig om van Europa een speler te maken die de eigen belangen robuust verdedigt: een fundamentele omslag in mentaliteit, in strategische reflexen, in zelf- en wereldbeeld. Dat schrijft politiek filosoof en voormalig Kremlin-adviseur Hans Kribbe in zijn juist verschenen The Strongmen. European Encounters with Sovereign Power. Het is een met vaart geschreven, meesterlijke analyse van de logica en rationaliteit van de machtspolitiek. Geconfronteerd met de claims en streken van de ons omringende sterke mannen – Poetin in Oekraïne, Xi op de Balkan, Erdogan in de Middellandse Zee, Trump met sancties – moet Europa zich bevrijden uit de rol van de scheidsrechter die hoog verheven boven het spel universele waarheden declameert. Een speler gaat het veld op en aanvaardt, aldus Kribbe, in een strijd te zijn verwikkeld, om grond, technologie, invloed, prestige – en weet dat de tegenstanders alleen de taal van de macht verstaan. Deze metamorfose is ingrijpend. Je verliest houvast: het lekkere gevoel van het scheidsrechtersfluitje. Maar je wint ook iets: de vrijheid om belangen te bepalen, strategieën te ontplooien, voor jezelf op te komen.

Zowat alle verantwoordelijkheden zeggen dat Europa de kant van speler op moet – Rutte vorig jaar in Zürich („minder naïef”), Von der Leyen bij haar aantreden („geopolitieke Commissie”), Macron wanneer hij kan („soevereiniteit”). Maar de scheidsrechtersrol blijft trekken. Zie hoe Duitsland in de zomerse bijna-oorlog van Griekenland en Cyprus met Turkije in de bemiddelrol schoot.

Ik zeg niet dat het per se een goed idee is om Turkije keihard te straffen. Erdogan zou hard kunnen terugmeppen. Maar wie als speler een klap wil kunnen uitdelen, moet zelf sterk staan. En de onvermijdelijke spanning accepteren tussen trouw aan onze hoogste waarden en het vermogen overeind te blijven.

Luuk van Middelaar is politiek filosoof, historicus en hoogleraar EU-recht (Leiden).

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.