Weg met het minimalisme. Het overdadige interieur is terug

Interieur Na jaren van streng minimalisme maakt decoratieve overdaad een rentree. „Zeiden we eerst: wat kan er weg? Nu is het: wat kan er bij?”

De zitkamer van Mario Buatta, nagemaakt voor de Sotheby’s-veiling.
De zitkamer van Mario Buatta, nagemaakt voor de Sotheby’s-veiling. Foto Sotheby’s

Met een klap landt de geel-blauwe afvalcontainer op straat, tussen de rijtjeshuizen. ‘Chuck out your chintz,’ klinkt het in het liedje van de Britse IKEA commercial uit begin jaren negentig, ‘Do it today!’. Chintz slaat op stof met bloemenpatronen zoals je die nu nog weleens vindt in oubollige interieurs. In de hele straat rukken families hun bloemige gordijnen van de wand, vegen beschilderd porselein van tafel en gooien hun tuttige sprei met bed en al van de trap. In marstempo lopen ze naar het bekende Zweedse woonwarenhuis om lichte, Scandinavische meubels te kopen. Een bevrijding!

Dertig jaar later is minimalisme mainstream en vind je vrijwel nergens meer een gebloemd bankstel of draperieën voor het raam. Sla een woontijdschrift of makelaarsbrochure open en je wordt vooral begroet door donkergrijze strakheid en meubels in mid-century modern stijl, die uitblinken in spartaanse functionaliteit. Decoratie is verdacht geworden en leven met zo min mogelijk spullen iets om over op te scheppen. Een Japanse opruimgoeroe met een eigen Netflix-show is zo beroemd geworden dat de uitdrukking Marie Kondo-moeheid al gevallen is. Is er nog wel lol te beleven aan het streven naar minimalisme?

Een onverwacht succesvolle veiling in New York was een van de eerste signalen dat ‘maximalisme’ klaar is voor een terugkeer. Sotheby’s veilde in januari de nalatenschap van Mario Buatta (1935-2018), The Prince of Chintz. De Amerikaanse interieurontwerper had klanten als Mariah Carey, Henry Ford II en president Reagan, voor wie hij het gastenverblijf van het Witte Huis inrichtte. Hij haatte het sobere interieur waarin hij zelf opgroeide op Staten Island en werd verliefd op de stijl van Engelse landhuizen, die hij toepaste in de appartementen van de nieuwe rijken op Manhattan. Begin dit jaar werd zijn persoonlijke collectie meubels en kunstvoorwerpen geveild voor tweeënhalf keer de verwachte opbrengst.

Fake, nouveau riche

Mario Buatta’s eigen zitkamer, nagebootst voor de veiling, is een explosie van decoratie en de perfecte samenvatting van zijn stijl. Aan lichtblauwe linten hangen olieverfschilderijen van hondjes – in plaats van voorouders. De meubels zijn een ratjetoe van empire, Biedermeier en Aziatisch antiek, de tafels staan vol zinloze porseleinen objecten en de met weelderige stoffen beklede banken liggen vol met gebloemde kussens. Een deurkozijn is in zijn wereld niet compleet als er geen timpaan op zit, een driehoekig ornament dat doet denken aan een Romeinse tempel. Muren schilderde hij het liefste felgeel of hoogglans aubergine.

Je mag het fake, nouveau riche of truttig vinden, traditionalistische decoratie is al zo lang uit de mode dat moderne smaakmakers er weer mee aan de haal durven gaan. Luke Edward Hall (31), de stilist die in de Financial Times lezersvragen beantwoordt, heeft een timpaan boven zijn keukenkastjes. Het Zweedse modemerk ACNE, van oorsprong toch behoorlijk edgy, heeft dit najaar een ‘Checks & Dogs’-collectie, met blouses beschilderd met hondjes en tuttig geruite broeken die zo weggelopen lijken te zijn uit een Buatta-interieur.

Blouses uit de ‘Checks & Dogs’-collectie van Acne.
Foto’s Acne

Ook in Nederland is de decoratieve geest uit de fles. „We proberen de decadentie terug te brengen, zegt Jeroen Dijkstra (32), samen met fotograaf Florine van Rees (32) oprichter van The Royal Hangover, „want dat misten we al een tijd in Rotterdam.” Het duo organiseert overdadig gedecoreerde pop-up diners op bijzondere locaties, met kristallen glazen en bombastische boeketten. „We laten een tijdelijk paleis landen in de stad. Het moet voelen alsof je op een koninklijke afterparty terechtgekomen bent, met hemelbedden om champagne in te drinken.”

Olieverfschilderijen doen dienst als dienblad, op tafel ligt een neergestorte kroonluchter, doorkruist met een neon buis. „Om het hedendaags te houden zit er ook gebroken meuk tussen. Het is voor ons heel belangrijk dat het schuurt”, vertelt Dijkstra over de aankleding van hun events, „Als het te goed klopt wordt het stoffig of krijg je een showroom. Het moet er niet uitzien als het huis van oma.”

Ook in zijn eigen huis houdt Dijkstra van uitbundigheid. „Ik ben een groot fan van messenleggers. Antieke handgeschilderde bordjes verzamel ik ook graag. Het hoeft geen complete set te zijn, als het maar echt mooi spul is.” Als je goed zoekt op de tweedehands markt kun je je voor weinig geld omringen met hoogwaardige spullen. „Als student ontdekte ik al dat een antieke sofa minder kost dan een nieuwe Klippan van IKEA.”

Ik hou van kitscherig porselein, dingen met chagrijnig kijkende hondjes

Augusta Wind (36) uit Rotterdam is één van de vaste bezoekers van The Royal Hangover en deinst in haar eigen kledingstijl en inrichting ook niet terug voor een gouden randje. „Het kan me niet krullerig genoeg zijn. Ik heb het gevoel dat er weer plezier terugkomt in de mode en in interieurs na jaren van minimalisme.” Waar omringt ze zich mee? „Ik ga af op hysterische klassiekheid. Kitscherig porselein waar wel veel vakmanschap in zit. Dingen met chagrijnig kijkende hondjes. Alles wat met de hand afgewassen moet worden.” Door moderne kleuren te kiezen kun je het fris houden, adviseert ze, want met veel traditionele dingen in huis wordt het geheel al snel te bruin. „Vloekende combinaties zoals rood en roze mogen. Het is goed als er een clash is.”

Engelse landhuisstijl

Ook Annick van Itallie (55), Expert Interieur en Antiek bij Catawiki, een populaire veilingsite voor verzamelobjecten, merkt dat een nieuwe kopersgroep zich stort op traditionele spullen. Ze stelt wekelijkse veilingen samen met meubels, stoffen en kunstobjecten met thema’s als Frans elegant of Engelse landhuisstijl. Het bezoek aan deze categorieën op Catawiki nam met 40 procent toe vergeleken met vorige zomer, terwijl de omzet zelfs 67 procent hoger lag. „Vroeger deelden we in naar periode, land en materiaal. Nu mengen we tijden en culturen en hoog en laag segment door elkaar heen.” De kopers bestaan volgens Van Itallie veelal uit veertigers die de middelen hebben een huis uitgebreider in te richten. Wat is het meest in trek? „Chintz is inderdaad weer helemaal in: stoffen met bloemen, planten of vogels. Vooral sinds het tweede kwartaal van 2019 gaat het hard, het wordt door bieders van over de hele wereld opgekocht.” Ook beeldjes van Staffordshire hondjes en oriëntaals porselein gaan voor goede prijzen weg.

Vier items die bij de veiling veel meer geld opbrachten dan verwacht: een Chinese kast uit rond 1730 (ca. 137.000 euro), een set aardewerk met sla-motief (ca. 50.000 euro), een olieverfschilderij uit 1903 (ca. 42.000 euro) en een Italiaanse bestekset (ca. 80.000 euro).
Foto’s Sotheby’s

De rode draad in de Engelse landhuisstijl is het buitenleven. „Bloemen en dieren. Jachttaferelen, paarden en honden.” Spelletjes en trofeeën van verre reizen maken het af. „Denk aan globes, schaakborden en biljarttafels,” zegt Van Itallie. Het is niet verwonderlijk dat deze sfeer een opleving beleeft nu een groot deel van de westerse wereldbevolking meer binnen moet blijven dan ooit. Je huis aankleden met herinneringen aan vroeger, aan reizen en aan de natuur klinkt in tijden van quarantaine lang niet zo gek. Vroegen we vorig jaar nog: wat kan er nog weg? In 2020 vragen we: wat kan er nog bij?