Ik weet niet of u naar de persconferentie van Frank de Boer heeft geluisterd, maar ik heb het wel gedaan en ik moet er nog van bijkomen. Hoe gierig kan de KNVB zijn als ze deze man in het openbaar laten spreken zonder daarvoor een schrijver in dienst te nemen die even een inspirerend toespraakje voor hem in elkaar zet.
Begrijp me niet verkeerd, dit is geen sollicitatie, ik wil geen teksten voor de KNVB schrijven, maar er zijn vast genoeg gekwalificeerde woordkunstenaars te vinden die met iets beters komen dan dat geïmproviseerde gereutel waar we naar hebben moeten luisteren. Het niveau ‘dronken oom speechend op een bruiloft’ werd ternauwernood gehaald, en dat op een persconferentie.
Besprenkeld met de voor de De Boertjes herkenbare eh’s die ergens vanuit hun limbisch systeem, onder het strottenhoofd door, hun mond in zakken, trakteerde de bondscoach ons op zinnen als: „Hier zit een heel blij persoon”, misschien in geval we dachten dat er een auto achter die microfoon geparkeerd stond. „Een ongelofelijk supergevoel om bondscoach te mogen zijn.”
Dat zijn zinnen die meisjes in poesiealbums schrijven: een ongelofelijk supergevoel dat wij vriendinnetjes zijn.
Frank is heel trots, zegt hij, was hij ook als speler. „Als ik het Oranjeshirt aantrok deed ik dat heel graag”, alsof er ook maar een Nederlandssprekende voetballer geleefd heeft die met tegenzin dat shirt aantrok. Dan vertelt hij ons dat dit „een speciaal moment is” en zet hij zijn toekomstvisie in. „Ik geloof dat we een mooie toekomst hebben”, alsof er ook maar een net aantredende coach zou zeggen dat het vooruitzicht klote is en het niks gaat worden maar we even door de zure appel moeten tot de toekomst voorbij is.
Ook het gevleugelde: „ … enne ja, we hebben een goeie spelersgroep en een goeie staf”, is geen verrassing want geen aantredende coach zou zeggen, zelfs niet als het waar is, dat de spelers een stelletje etterbakken zijn en de staf niet spoort. Frank legt weer een eh, en bekent dat hij als speler en als coach iemand is die het hoogste eist, een ware verademing in die zee van spelers en coaches die jaar in jaar uit voor de bodem gaan. Bij „ik ga zo hoog mogelijk proberen te eindigen,” laat ik het hoofd zakken en gaat de bondscoach verder: „Ook de journalisten en fotografen zullen wel dolgraag een EK of WK meemaken en daar zo lang mogelijk in meedoen en trots zijn op je land”. Nee, Frank, de sportjournalistiek zit niet op EK’s en WK’s te wachten en ze willen graag trots zijn op Denemarken.
Het ene cliché was nog niet uitgesproken of het andere werd ingezet. Frank kijkt uit naar de samenwerking, kijkt uit naar de hopelijk succesvolle periode en hij gaat zijn best doen.
Tot slot geeft hij een compliment voor de verbouwing, dankt voor het vertrouwen en zegt dat hij nogmaals zegt dat hij er zin in heeft. Laten we hopen dat de nieuwe bondscoach in de kleedkamer beter preekt, want met dit soort teksten inspireert hij Oranje regelrecht de sloot in.