Het coronavirus kan voor een dip zorgen in de jaarlijkse groei van de levensverwachting in Nederland. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek vrijdag op basis van nieuwe cijfers. De hogere sterfte door het coronavirus heeft naar verwachting een tijdelijk effect op de ontwikkeling van de levensverwachting. Afhankelijk van de sterfte de rest van dit jaar zal de levensverwachting in 2020 ongeveer gelijk blijven of dalen naar het niveau van tien jaar geleden.
De levensverwachting is de afgelopen eeuw gestaag toegenomen: van gemiddeld 50 jaar voor mannen en vrouwen begin vorige eeuw tot de huidige levensverwachting. Maar het coronavirus kan voor een onderbreking in die groei zorgen. Bij vorige perioden met hoge sterfte, de Spaanse griep en de Tweede Wereldoorlog, was er ook een dip in de levensverwachting te zien. Na die perioden was de levensverwachting echter weer snel terug op het oude niveau.
Afgelopen voorjaar zijn door de corona-uitbraak meer mensen overleden dan gemiddeld. In week 11 tot en met 19 zijn er naar schatting bijna negenduizend mensen meer overleden. Het precieze effect van corona hangt af van de ontwikkelingen in de rest van het jaar. Het CBS heeft daarvoor vijf scenario’s doorgerekend.
In het meest gunstige scenario, als de hogere sterfte in het voorjaar gecompenseerd wordt met lagere sterfte in het najaar, zal de levensverwachting in 2020 ongeveer hetzelfde zijn als het jaar daarvoor. Bij een toename van de sterfte in de laatste maanden zal de levensverwachting met enkele maanden dalen. In het meest ongunstige scenario, als er een tweede golf komt die dubbel zoveel sterfte veroorzaakt als de eerste golf, zal de levensverwachting mogelijk met ongeveer een jaar dalen naar het niveau van 2010.
De levensverwachting was in 2019 nog met vier maanden toegenomen tot 80,5 jaar voor mannen, en met drie maanden tot 83,6 jaar voor vrouwen. Die stijging is hoger dan de gemiddelde stijging in de zeven jaren daarvoor. Vergeleken met andere Europese landen lag de levensverwachting van Nederlandse vrouwen in 2018 vier maanden onder het gemiddelde in de EU. Die van Nederlandse mannen lag juist twee jaar boven dat gemiddelde.