Leven met het virus. Maar hoe dan?

Ariane Bazan Hoe moeten overheden burgers leren leven met corona? Psycholoog Ariane Bazan adviseert de Belgische regering.

Het Centraal Station van Brussel. Het aantal besmettingen in België is de honderdduizend gepasseerd. „Als er een tweede golf komt, zijn we in elk geval beter voorbereid dan bij de eerste”, zegt Ariane Bazan.
Het Centraal Station van Brussel. Het aantal besmettingen in België is de honderdduizend gepasseerd. „Als er een tweede golf komt, zijn we in elk geval beter voorbereid dan bij de eerste”, zegt Ariane Bazan. Foto Zhang Cheng Xinhua / Eyevine / ANP

Onverwacht gevaar, doodsangst en een gevoel van hulpeloosheid: het zijn drie elementen van een traumatische gebeurtenis. De coronacrisis een collectief trauma noemen, hoeft dan ook geen overdrijving te zijn, vindt Ariane Bazan. Hoe leren leven met dat trauma? Hoe burgers gemotiveerd houden als een tweede golf zich aandient? De Belgische overheid hoopt dat Bazan, psychoanalytica en hoogleraar klinische psychologie, op die vragen een antwoord heeft.

Lees ook: hoe motiveer je een bevolking vol te houden?

Net als in veel andere landen lopen de coronabesmettingen in België weer op, terwijl het draagvlak voor de overheidsmaatregelen afneemt. Woensdag kwam de Belgische Nationale Veiligheidsraad bijeen om over nieuwe maatregelen te beslissen, voor het eerst met hulp van de Evaluatiecel (Celeval in het Frans), een nieuw samengestelde wetenschappelijke raad die de overheid adviseert. Voor Bazan ligt, als enige psycholoog van het gezelschap, een belangrijke rol weggelegd.

Gemakkelijk is dat niet tussen de virologen, epidemiologen en economen, vertelt ze dinsdagochtend aan de telefoon vanuit de Dordogne. Bazan zit daar temidden van de dozen in het huis van haar ouders, die zijn verhuisd naar een rusthuis. Net had ze een vergadering met de Evaluatiecel: „Voor veel mensen in de adviesgroep lijkt het vanzelfsprekend dat corona gevaarlijker is dan de griep en dat de gevolgen van de epidemie groter zijn dan die van de maatregelen die we nemen. Ik constateer dat daarover bij veel burgers twijfels bestaan. Die moeten we au sérieux nemen.”

In Nederland hebben influencers zich uitgesproken onder #ikdoenietmeermee. Zelfs binnen de Evaluatiecel was kritiek op ‘te strenge’ maatregelen. Hoe ga je met deze twijfels om?

„Het heeft geen nut mensen weg te zetten. Dat werkt alleen maar verdelend en radicaliserend. We moeten in gesprek gaan. Ik denk dat we bijvoorbeeld een publiek debat zouden kunnen organiseren, waar burgers vertegenwoordigd worden en hun cruciale vragen grondig worden behandeld.”

Is dat niet al genoeg gebeurd?

„Ik maak me geen illusies, mensen zijn het vast niet plotseling allemaal met elkaar eens. Maar open met elkaar praten, haalt wel het vuur uit het protest. Sommige mensen zullen zich misschien gematigder opstellen als misverstanden opgehelderd worden, en zo komen we hopelijk iets dichter bij een gedeelde waarheid. Pas als de vraag ‘waarom doen we dit?’ is beantwoord, kunnen we door naar de vervolgvraag: ‘wat gaan we doen?’”

Wat moeten we doen?

„Het is vaak zo dat virologen adviseren over maatregelen, waarna psychologen de boodschap zo moeten helpen overbrengen dat mensen ze volgen. Ik pleit ervoor dat de maatregelen zelf worden afgestemd. We weten dat het veel interessanter is mensen te verleiden, dan ze voor te schrijven. Laat sectoren zelf met oplossingen komen en aantonen dat het werkt. Zo worden we partners tegen een gemeenschappelijke vijand.

„Toon tegelijkertijd het nut van maatregelen. De contactbubbel, die wordt gezien als de meest ingrijpende maatregel, is ook de meest effectieve. Als mensen dat weten, zijn ze meer geneigd de regel te volgen. Of neem het veelbesproken idee om kwetsbare groepen te isoleren. Dat is niet alleen moreel verwerpelijk, maar ook een illusie. Enig contact is er altijd. Als het virus dan eenmaal binnenkomt bij zo’n afgeschermde groep, zijn de gevolgen groot.”

De nieuwste beslissingen van de Veiligheidsraad lijken hiermee in lijn. Woensdag besloot die – het toenemend aantal besmettingen ten spijt – onder andere dat de ‘contactbubbel’ niet langer verplicht is, maar slechts een advies. Premier Sophie Wilmès legde de nadruk op de „individuele verantwoordelijkheid” om vooral de „3,5 miljoen” kwetsbare Belgen te beschermen. Tegelijkertijd toonde ze begrip voor de „fundamenteel menselijke” behoefte aan contact.

Veel overheden worstelen met hun boodschap. Wilmès probeert begrip te tonen. Liberaal Rutte kiest soms voor een strenge toon. Welke boodschap werkt het beste?

„Een bittere boodschap zal altijd wrevel opwekken. De besmettingen lopen op. Maatregelen moeten genomen worden. Kom met feiten, leg uit waarom. Angela Merkel doet dat wat mij betreft heel mooi. Zij spreekt rechtuit, als een wereldleider. Tegelijkertijd voelt ze heel dichtbij.”

In Gent liep de start van het collegejaar deze week uit op uitbundige studentenfeesten. Veel Belgen lijken zich ook niet te houden aan quarantaines. Wat moet de overheid doen? Is het zo simpel als ‘bek houden’?

„Het is vergelijkbaar met iemand die in mijn praktijk komt en zijn hoofdhaar uittrekt en opeet. Natuurlijk is het niet zo simpel als ‘doe dat niet’. Dat we weerspannig worden, is ook gezond. Het is een teken van psychische veerkracht. We moeten kijken hoe feesten voorkomen kunnen worden. Tegelijkertijd moeten we ook nadenken over wat we doen als het wel gebeurt. We kunnen denken aan een systeem met qr-codes of een check-in, waardoor mensen zich op of na een feest kunnen aanmelden. Zelfs al is dat verboden, áls er dan achteraf een zieke blijkt te zijn, kan iedereen worden gewaarschuwd.”

Kunnen we een tweede golf aan?

„We zijn in elk geval beter voorbereid dan bij de eerste. Als er weer een lockdown nodig is, zullen we kwetsbare groepen beter beschermen.”

Niet zo heel verschillend van hoe een therapeut omgaat met een patiënt, zal het belangrijkste voor de komende maanden zijn dat de overheid hoop kan geven, denkt Bazan. „Nu moeten we allerlei ontberingen doorstaan, maar na elke oorlogssituatie ontstaat een enorme vitaliteit. Dat is het vooruitzicht waar we mee moeten werken. We hebben het virus een eerste keer kunnen stoppen, een tweede keer kunnen we het ook.”