Met enig trompetgeschal presenteerde de Europese Commissie woensdag het langverwachte plan voor een Europese migratieaanpak. Het moet een vlaggenschip van de Commissie-Von der Leyen worden; een toonbeeld van solidariteit en samenwerking. Een continent dat een groot Covid-19-herstelfonds van de grond krijgt, zei Von der Leyen, moet ook een oplossing vinden voor migratie.
Aan het voorstel, dat in Brussel-speak een ‘pact’ wordt genoemd, is maanden gewerkt. Het moet een einde maken aan jaren van onderling gebakkelei en collectief onvermogen. De brand in het vluchtelingenkamp bij Moria op het Griekse Lesbos, twee weken geleden, maakte op schrijnende wijze duidelijk hoe groot de behoefte aan een nieuwe aanpak is – en het versnelde de presentatie van het plan.
Het leeuwendeel van het voorstel is weinig opzienbarend en legt extra nadruk op beleid waar Europa al jaren mee worstelt. Zo moeten asielprocedures efficiënter, waardoor vluchtelingen niet meer eindeloos hoeven te wachten aan de buitengrens. Cruciaal is vooral de extra druk die de Commissie achter terugkeer van afgewezen asielzoekers wil zetten. Die ambitie is allerminst nieuw, maar Brussel denkt het binnen het nu gepresenteerde ‘totaalpakket’ wél voor elkaar te krijgen – onder meer door herkomstlanden te bewegen middels ‘wortel’ (ontwikkelingsgeld en handelsverdragen) en ‘stok’ (weigeren van visa).
Speciale aandacht voor Turkije
De EU wil de banden met derden aanhalen. Speciale aandacht gaat uit naar Turkije, dat voor geld meer Syrische vluchtelingen opvangt. Deze ‘Turkije’-deal is al maanden inzet van lastige discussies tussen Ankara en Brussel. Hoewel de deal formeel gezien losstaat van het migratieplan, onderstreepte de Commissie woensdag hoe noodzakelijk samenwerking met Turkije is.
Nieuw én politiek gevoelig is vooral de nieuwe invulling van ‘solidariteit’ die de Commissie voorstelt. De vorige commissie probeerde ook al eens de druk op de aankomstlanden in de Middellandse Zee – Italië, Griekenland, Malta en Cyprus – te verlichten met de idee de overige lidstaten verplicht asielzoekers volgens een quotasysteem te laten overnemen. Die aanpak, kort na het hoogtepunt van de Europese migratiecrisis in 2015, faalde. Polen en Hongarije zijn hier mordicus tegen. De nieuwe Commissie probeert het nu met een andere definitie van solidariteit en een afgezwakt quotasysteem voor noodsituaties.
Het plan is van een byzantijnse complexiteit. Onder de noemer solidariteit tuigt de Commissie een hyperingewikkeld mechanisme op om de verantwoordelijkheden voor het Europese migratiebeleid eerlijk te verdelen. Niet-aankomstlanden kunnen een deel van de asielzoekers opvangen, maar hun bijdrage ook ‘afkopen’, door geld of grenswachten te sturen. Nog heikeler: ook het ‘sponsoren van terugkeer’ kan als bijdrage gelden, waarbij een lidstaat er zorg voor draagt dat een afgewezen asielzoeker ook daadwerkelijk naar zijn of haar thuisland vertrekt. Lidstaten die wél meewerken met het opvangsysteem, stelt de Commissie 10.000 euro per asielzoeker in het vooruitzicht.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data62343462-b87676.jpg)
Lidstaten zelf verantwoordelijk
De gedachte is dat lidstaten kunnen bijdragen op een manier die bij ze past, met geld, arbeidskrachten, opvangplaatsen. Weigerachtige lidstaten zelf verantwoordelijk maken voor het uitzetten van afgewezen asielzoekers, geeft ze een groot belang bij het slagen daarvan, waar de hele EU van zou profiteren.
Cynici zien vooral een pijnlijke ruilhandel met mensen. Ingewikkelde formules moeten bepalen voor hoeveel uitzettingen een lidstaat verantwoordelijk wordt. Ongemakkelijk is bovendien dat dat aantal ook weer afhankelijk is van hoeveel asielzoekers andere lidstaten wél willen opvangen. Daarbij komt nog de vraag in hoeverre de tekentafelberekeningen uit Brussel in de modderige praktijk van het migratiebeleid uitpakken – zeker als een nieuwe crisis ontstaat.
Toch zat er voor de Commissie niets anders op dan naar nieuwe manieren te zoeken om tot een ‘gezamenlijk’ Europees migratiebeleid te komen. Na de escalatie die de verplichtende quota in gang zette, bleek de afgelopen jaren ook keer op keer dat het opzetten van zogeheten ‘coalitions of the willing’ niet leidde tot een duurzame Europese migratiesamenwerking.
Bereidheid tot opvang
Het aantal mensen dat asiel aanvraagt ligt in 2020 vele malen lager dan vijf jaar geleden. Maar de bereidheid vluchtelingen op te vangen is in veel landen in Europa nog even groot, of beter: klein, als destijds. Veel hangt in de praktijk af van hoe effectief het terugkeerbeleid echt wordt. De afgelopen jaren lukte het uitzetten maar bij circa 30 procent van de afgewezen asielzoekers. Ook het versnellen van de grensprocedures wordt al jaren beloofd – vooralsnog zonder veel resultaat.
Commissaris Ylva Johansson onderstreepte dat migratie een normaal verschijnsel is en dat het vergrijzende continent Europa op migratie is aangewezen. Vorig jaar kwamen 2,4 miljoen mensen naar Europa, terwijl er ongeveer 1 miljoen vertrokken. Ongeveer 700.000 mensen werden Europees staatsburger.
De Commissie heeft de plannen vooraf uitgebreid besproken met alle hoofdsteden. Het woensdag gepresenteerde pakket overschrijdt volgens Brussel „geen enkele rode lijn”. Winst is voorlopig vooral dat het plan het gesprek over een Europees migratieplan de komende periode weer aanzwengelt. Na de Commissie zijn Europees Parlement en regeringsleiders aan zet. Het gaat dus in een gunstig geval nog maanden duren voordat Europa een nieuwe aanpak heeft. Intussen krijgt Lesbos wel hulp van een speciale Task Force onder leiding van de Commissie.