Het Museum Rotterdam moet waarschijnlijk aan het eind van dit jaar in zijn huidige vorm de deuren sluiten. Het stadsmuseum met ruim 110.000 historische objecten mist aansluiting met het publiek. Dat schrijft de Rotterdamse wethouder Said Kasmi (Cultuur, D66) in het dinsdag uitgebrachte Cultuurplan 2021-2024.
Kasmi neemt hiermee het advies over van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC). Het adviesorgaan van het stadsbestuur stelde in juni dat Museum Rotterdam in een „identiteitcrisis” verkeerde. Cultuurwethouder Kasmi schrijft dat de bezoekerscijfers te laag zijn en „het verhaal van de stad een te groot deel van de Rotterdamse bevolking nog niet bereikt”. En dat terwijl die aansluiting „juist nu van groot belang is, door de veranderende demografie en de discussies die dat losmaakt in de samenleving.” De gemeenteraad moet het advies van het college later dit jaar nog goedkeuren.
Museumdirecteur Paul van de Laar spreekt van „kapitaalvernietiging.” Het museum had 4,3 miljoen euro subsidie aangevraagd maar krijgt de komende vier jaar alleen 1,7 miljoen om de collectie in afgeslankte gedaante te beheren. De tweede locatie (’40-’45 nu), over de Tweede Wereldoorlog, blijft wel open.
In 2018 kwamen er 70.000 bezoekers naar Museum Rotterdam, fors minder dan het Maritiem Museum (220.000) en de Kunsthal (415.000) in dezelfde stad.
Museum Rotterdam verdwijnt niet geheel, stelt Kasmi. Het college wil in een tussenperiode van vier jaar een nieuw stadsmuseum voor de toekomst ontwikkelen, op een andere locatie in de stad. (NRC)