De Kuip is opgeveerd. Strafschop. De stilte maakt het verlangen voelbaar bij 13.000 supporters, die deze zondagmiddag juichen alsof ze met dubbel zoveel in het stadion zitten. Achter de bal: Steven Berghuis. Wie anders?
Alle ogen zijn in de 29ste minuut op hem gericht. Niet alleen nu, op weg naar zijn derde doelpunt van het seizoen, maar heel de wedstrijd tegen FC Twente. En waarschijnlijk ook de volgende. En die daarna. Want als Berghuis de bal heeft, weten ze bij Feyenoord dat het goed zit. Dan gebeurt er iets. Een steekpass. Een kap. Een goal.
Ironisch genoeg illustreert de aanvoerder ook het probleem van Feyenoord. Als Berghuis niet aan de bal is, gebeurt er weinig creatiefs. Terwijl de verwachtingen in dit stadion juist zo hoog gespannen zijn. Feyenoord is een topclub, toch? In elk geval niet tegen Twente (1-1).
Koopjes
De middag begint hoopvol, omdat in de Kuip veel niet veranderd is. Blije gezinnen in rood en wit, en hand in hand. De (vocale) steun van het uitgedunde Legioen is weer onvoorwaardelijk. Maar binnen twee minuten, zet Vaclav Cerny Twente op voorsprong en wordt duidelijk dat je voor dit Feyenoord niet even lekker gaat zitten. De ploeg die voor Covid-19 de zeges aaneenreeg, is nu een met koopjes aangevuld elftal dat zal moeten vechten voor zijn positie bij de traditionele topdrie.
Koopjes zoals Bryan Linssen. De 29-jarige aanvaller speelde bij Fortuna Sittard, MVV, VVV, Heracles, FC Groningen en Vitesse, voordat Dick Advocaat in hem een versterking ontwaarde. Linssen was gratis af te halen.
Kees Jansma was minder enthousiast. Bij Studio Voetbal zei hij, terwijl Linssen tegenover hem zat, dat hij hem een speler voor de subtop vond, niet voor de top. Linssen onlangs in het AD: „Ik ben van plan hem een kaartje te sturen als ik er in ben geslaagd om te slagen bij Feyenoord.”
Anders dan in zijn laatste jaar bij Vitesse zal Linssen bij Feyenoord niet snel één keer per twee duels scoren. Feit is wel dat hij bij de club past. Hij loopt én springt op elke bal, zanikt niet en heeft niet de pretentie dat hij een speler van wereldklasse is. What you see is what you get.
Geldt ook voor Mark Diemers, de balvaste controleur die naar eigen zeggen trots was dat Feyenoord zich in juni voor hem meldde. Zijn transfer kwam tamelijk onverwacht, in de zin dat zijn cv – FC Utrecht, De Graafschap, Fortuna – niet wees op een overstap naar een topclub. Anderzijds: waarom niet de gok nemen, met een speler die graag wil bewijzen dat hij Feyenoord-waardig is, en die nu Jens Toornstra uit de basis heeft gespeeld.
Diemers kostte zo’n 1,2 miljoen euro, 30 procent van wat Feyenoord aan nieuwe spelers heeft gespendeerd. De marktwaarde van de selectie bedraagt nu krap 100 miljoen euro, minder dan Ajax (283 miljoen), PSV (138) en AZ (116). De club verdiende niet aan uitgaande transfers, net als AZ, terwijl Ajax 80 miljoen euro boerde. PSV ving 1,5 miljoen euro voor doelman Jeroen Zoet.
Scouts
Dat betekent niet dat de scouts van Feyenoord hun werk niet doen. Ook zij waren bijvoorbeeld gecharmeerd van de Ghanees Mohammed Kudus, die van Nordsjælland naar Ajax ging. Maar anders dan de regerend landskampioen kon Feyenoord geen 9 miljoen euro voor Kudus neerleggen. Arnesen shopt met een lege bankpas.
De Deense technisch directeur moet het van interessante huurconstructies hebben, zoals met de Serviër Uros Spajic, die van FK Krasnodar is overgekomen en zondag nog op de tribune zat. Een beuker, weten ze bij zijn oude clubs, maar wel een aan wie Feyenoord niet of nauwelijks zal verdienen wanneer hij uitblinkt.
„Voor de lange termijn schiet het niet op”, concludeerde Arnesen in VI. „Je wilt als club aan twee kanten werken: goede spelers binnenhalen in je opleiding én voor je eerste elftal. Dan creëer je excellence. Die spelers ontwikkelen zich, worden goed, komen in the picture en worden weer verkocht. Niet voor twintig, maar voor veertig miljoen.”
Tekenend is dat Rick Karsdorp nog altijd Feyenoords recordtransfer is: hij ging in 2017 voor 16 miljoen naar AS Roma. PSV verkocht alleen al de voorbije vijf jaar vijf spelers voor een hoger bedrag. Ajax negen en AZ twee.
Maar cijfers vertellen lang niet het hele verhaal. Ze vormen slechts een indicatie, net als het gelijkspel tegen FC Twente.
„Slecht veldspel. Slechte veldbezetting. Laag tempo. Weinig initiatief.” En zo kon Steven Berghuis nog wel even doorgaan toen hij na afloop voor de camera’s van Fox Sports stond. „Als je onze wedstrijden vaak hebt gezien, ook vorig jaar, dan speelden we nooit echt overtuigend. Vandaag wederom niet.”
In blessuretijd miste hij zelf ook nog eens enkele dotten van kansen. Somber liep hij van het veld. Ook Berghuis kan het niet alleen.