‘Twee meloenen voor 3 euro! Ze zijn zo goedkoop omdat ze gestolen zijn!”, roept een marktkoopman vanachter zijn kraampje op El Rastro del pozo del tío Raimundo met gevoel voor cynisme. Zijn collega even verderop is minder goed gehumeurd. „Het is een schande dat deze plek op slot gaat en wij als allerarmsten weer met lege handen staan”, zegt António Salazar Pérez, die al 25 jaar cosmetica verkoopt op de beroemde markt in Vallecas. Net als in maart zal hij zijn werk moeten staken. „Een tegemoetkoming krijgen we niet.”
De arbeiderswijk Vallecas behoort tot 37 zones in de regio Madrid die vanaf maandag vanwege een tweede golf deels in een lockdown gaan. De 858.000 bewoners kunnen vrijwel allemaal een test krijgen. Ze mogen veertien dagen hun wijk alleen nog met speciale permissie verlaten, voor werk, school of een ziekenhuisbezoek. Horeca moet om 22.00 uur dicht. Parken gaan in de betreffende wijken op slot en in heel Madrid worden gezelschappen beperkt tot zes mensen. Tweehonderd agenten gaan vanaf zestig speciaal ingerichte posten handhaven. Boetes lopen uiteen van 600 euro voor een kleine overtreding tot 600.000 bij het bewust riskeren van de volksgezondheid.
Wie naar de kaart kijkt waarop de 37 zones rood zijn gekleurd ziet niet alleen een onderscheid tussen het aantal besmettingen, maar constateert ook een duidelijk zichtbaar verschil tussen arm en rijk. António Zapatero, viceminister Volksgezondheid van de regio Madrid, zegt dat de indeling louter op basis van cijfers is gemaakt.
Lijnen van segregatie
Het aantal besmettingen in de regio Madrid (7 miljoen inwoners) stijgt nu met 2.800 gevallen per dag. Dat zijn circa veertig nieuwe zieken per 100.000 inwoners. Als het totaal aantal coronapatiënten in een wijk boven de 1.000 per 100.000 inwoners komt, wordt een gebied als gevarenzone gezien. „In deze gebieden woont 12 procent van de bevolking, maar die zijn wel goed voor 25 procent van de gevallen”, stelt Zapatero.
Volgens de medicus, die eerder dit jaar nog de leiding had over een noodhospitaal in Madrid, is het geen toeval dat het coronavirus zich langs de lijnen van segregatie beweegt. Net als in Lissabon, waar het aantal gevallen in arme volksbuurten hoger ligt dan in het oude centrum. „Het lijkt erop dat het virus sneller wordt verspreid in wijken met een lagere levensstandaard. Er is sprake van een sociale component bij de bestrijding van deze ziekte.”
Gezondheidszorg is een competentie van de zeventien Spaanse regio’s. De nationale overheid kan alleen via het instellen van een alarmfase de macht overnemen. Het regiobestuur van Madrid kwam onder leiding van president Isabel Díaz Ayuso van de conservatieve Volkspartij na dagen aarzelen tot een pakket maatregelen. „We willen boven alles een nieuwe alarmfase voor heel Madrid voorkomen”, stelde ze bij de bekendmaking. Na de strenge lockdown van het voorjaar is het virus – na tal van versoepelingen in de zomer – weer in volle omvang terug. Het aantal bevestigde besmettingen sinds febuari ligt in Madrid boven de 192.000 – waarvan 100.000 sinds 1 augustus.
De coronacrisis in Spanje is gepolitiseerd. In volkswijk Vallecas voelen de vele progressieve inwoners zich onevenredig gestraft door de rechtse regioregering. Het is de geijkte tegenstelling in de wijk waar de haat tegen dictator Francisco Franco en diens erfenis diepgeworteld is.
Communistische leus
Zondagmiddag verzamelt zich een menigte bewoners om net zoals in tientallen andere wijken het vertrek van Díaz Ayuso te eisen. Een kleine groep scandeert de oude communistische leus: „Strijd is de enige weg!” En: „Vallecas is geen getto!”
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data62203325-58cf26.jpg)
Jesús Favela, die ruim zestig jaar in Vallecas woont, neemt het gevaar voor besmetting voor lief. Een mondkapje, waarop de vlag van de Spaanse republiek is geborduurd, biedt wat hem betreft voldoende bescherming tijdens de manifestatie. Anderhalve meter afstand achtten vele Spanjaarden zoals hij dan niet noodzakelijk. „Wij zijn niet bang voor het virus, maar voor de mensen die ons regeren”, zegt hij. „Wij mogen de komende twee weken onze wijk niet uit en zij kunnen gaan en staan waar ze willen. Dat is toch onbegrijpelijk?”
David Gonzálo (17) denkt er net zo over. „Mijn oma en mijn moeder staan iedere ochtend om vijf uur op om de kantoren van de regering schoon te maken. Daarbij komen ze in contact met mensen uit allerlei andere wijken. Voor de een geldt de lockdown en voor de ander niet. Net als vele anderen ben ik op zoek naar werk. Maar daarvoor moet ik de wijk uit. Als je geen permissie hebt, mag dat niet. Zoals altijd wordt Vallecas bij een crisis het hardst getroffen.”