De onvermijdelijke val van Moria

Vluchtelingen Het verwoeste kamp Moria, op Lesbos, was bedoeld als registratiecentrum maar werd een dorp dat niemand wilde. Wat ging er mis?

Kobra Kazimi kwam 10 maanden geleden zonder haar ouders naar Griekenland en zit hier met haar oude buren uit kamp Moria op straat. Ze is bang voor het nieuwe kamp omdat ze denkt dat ze daar wordt opgesloten en er niet meer uit kan.
Kobra Kazimi kwam 10 maanden geleden zonder haar ouders naar Griekenland en zit hier met haar oude buren uit kamp Moria op straat. Ze is bang voor het nieuwe kamp omdat ze denkt dat ze daar wordt opgesloten en er niet meer uit kan. Jelle Krings

Drie Afghaanse mannen lopen, elk met een vuilniszak over hun schouder, een heuvel af. Achter hen de puinresten van het vluchtelingenkamp Moria dat vorige week in vlammen opging. Naast hen verschijnen plots twee Griekse agenten. Ze schreeuwen: „Give me your bag. Go away! Go to the camp, now! You are illegal here!” De jongens kijken elkaar aan. Wat nu weer?

Om vier uur die ochtend zijn ze door de heuvels van het Griekse eiland Lesbos naar hun oude woonplaats gewandeld. Tussen de afgebrande olijfbomen en gesmolten tenten vonden ze wat dozen met bloem. De twintigers bakten zestig broden die ze naar hun hongerige families langs de weg wilden brengen.

Een jongen opent zijn zak en loopt naar de agent. Het is maar brood, zegt hij. Maar de agent pakt de tassen al uit hun handen en loopt naar een vuilnisbak. „Sir, we hungry.” Tranen springen in hun ogen. „Go to the camp, now! They give you food, a T-shirt, a razor! You are illegal!”

Weg brood.

Twaalfduizend migranten op Lesbos, onder wie vierduizend kinderen, zijn sinds 8 september dakloos. Ze wonen onder doeken en dekens naast parkeergarages, in olijfboomgaarden, tussen verlaten fabrieken, in de berm van kronkelende wegen waar auto’s langs scheuren.

Nadat brand het vluchtelingenkamp Moria op 8 september had verwoest, is er een nieuw, tijdelijk tentenkamp opgezet. Vluchtelingen krijgen er eten, maar dit slechts één keer per dag. Kleding en scheermesjes worden niet verstrekt. Veel mensen slapen op de stenen grond (er zijn nog niet genoeg pallets voor onder alle tenten) en mogen het kamp niet verlaten.

Zo’n 8.500 mensen hebben na een registratie en een snelle coronatest al hun intrek genomen in het kamp. Maar een tweede Moria is het laatste wat ze wilden. Iedereen wil weg, het eiland af. De Grieken zijn de vluchtelingen ook liever kwijt. Maar andere Europese landen zitten evenmin op ze te wachten.

De tijd dringt. Sinds Moria is afgebrand hebben vier vrouwen een miskraam gehad. Mensen rennen met paniekaanvallen naar hulpverleners. Velen zijn uitgedroogd na anderhalve week in de zon. Chronisch zieke patiënten zijn wanhopig op zoek naar medicijnen.

Mensen die in Moria zijn geweest, wisten dat de situatie ooit zou exploderen. Moria was uitgegroeid tot een van de grootste en meest beruchte vluchtelingenkampen van Europa. Hulpverleners zeiden vaak: zo kan het niet langer. Moria legt het falen van het Europese migratiebeleid bloot. Hoe kon het zo ver komen?

I: De deal met Turkije

Op maandag 5 april 2016 voer de eerste boot met migranten die Europa had bereikt weer terug naar Turkije. In de haven van Lesbos waren ze de boot op geleid, een deken in hun hand en een medewerker van de Europese grensbewakingsdienst Frontex aan hun zijde. Aan boord zo’n honderd mensen, vooral Pakistanen, wier asielaanvraag in Griekenland was afgewezen. Zo trad de vluchtelingendeal tussen de Europese Unie en Turkije officieel in werking.

De deal moest een eind maken aan de massale, chaotische toestroom van vluchtelingen naar Europa. In de zomer van 2015 staken honderdduizenden mensen in gammele bootjes de Egeïsche Zee over om via de Griekse eilanden naar het vasteland te reizen, en vandaar door naar Duitsland, Nederland of een ander West-Europees land. De foto van Aylan Kurdi, een 3-jarig Syrisch jongetje dat dood aanspoelde op een Turks strand, schokte Europa.

Het antwoord op de chaos was de vluchtelingendeal. Turkije zou zijn grensbewaking opvoeren om mensensmokkel tegen te gaan. Migranten die toch aankwamen op de Griekse eilanden, zouden na een snelle asielprocedure worden teruggestuurd naar Turkije. In ruil trok Brussel 6 miljard euro uit voor de opvang van Syrische vluchtelingen in Turkije. Voor elke Syrische vluchteling die werd teruggestuurd naar Turkije zou Europa een Syriër rechtstreeks uit Turkije opnemen.

Turkije kwam zijn afspraken na. Dankzij strengere grensbewaking daalde het aantal migranten dat op de eilanden aankwam aanzienlijk. Maar Griekenland had niet de infrastructuur om de migranten op te vangen die toch aankwamen, hun asielaanvraag snel af te handelen, degenen die recht hebben op bescherming te identificeren en de rest terug naar Turkije te sturen.

Griekenland was nooit eerder een immigratieland geweest, het had geen koloniën gehad. Veel Grieken waren eerder zelf emigranten. Asielzoekers die in het verleden de eilanden bereikten, waren altijd op doorreis. Maar in 2015 en 2016 arriveerden er ineens 870.000. Het Griekse asielsysteem, dat daarvoor al slecht functioneerde, moest direct op volle toeren draaien. En dat terwijl het land nog middenin een financiële crisis zat.

Fatema Akhlasi (13) en Morteza Akhlasi (11) uit Afghanistan, in de buurt van het afgebrande kamp Moria. Foto Jelle Krings

Onder Europese druk ging Athene akkoord met de komst van identificatie- en opvangcentra op de Egeïsche eilanden. Maar de bouw liet maanden op zich wachten. Het Griekse ministerie van Defensie kwam pas in actie nadat de EU 65 miljoen euro had overgemaakt. Ineens bouwde het leger in minder dan tien dagen enkele Spartaanse maar functionele kampen. De grootste was Moria op Lesbos, vernoemd naar een nabijgelegen dorp.

De centra hadden van alles nodig. Stromend water, wc’s en douches. Een veilige ruimte voor kinderen en voor vrouwen. Er moest een gevangenis in komen. Het vuilnis moest worden opgehaald. En alle vertrekken moesten continu schoon worden gehouden.

Moria was gevestigd in een voormalige legerkazerne, omheind met beton, hekken en prikkeldraad. Het kamp lag tussen heuvels met olijfbomen en bood officieel plek aan 3.300 mensen. Maar het bleek al snel te klein. Er kwamen meer migranten aan op Lesbos dan er doorstroomden naar het vasteland of teruggingen naar Turkije.

Europese asielambtenaren zouden naar Griekenland komen om te helpen. Maar dat werden er minder dan beloofd omdat ze in eigen land ook nodig waren. De asielprocedures verliepen veel langzamer dan de bedoeling was. De bedoeling was dat mensen maximaal 25 dagen in Moria en de kampen op andere eilanden zouden verblijven. Maar velen bleken er maanden te moeten wachten op uitsluitsel. Veel vluchtelingen kwamen vast te zitten op de Griekse eilanden.

Journalisten waren lange tijd niet welkom in Moria. Toch werden in de winter van 2016-2017 de problemen op Lesbos goed zichtbaar. In januari 2017 verschenen beelden van mensen die in ondergesneeuwde tenten sliepen. De Nigeriaanse Felix zag die winter voor het eerst sneeuw. „Mensen begonnen het te filmen, maar mijn lichaam was zo koud dat ik mijn telefoon niet omhoog kon houden”, zei hij destijds. „Ik hoop dat ik sneeuw ooit weer leuk kan vinden.”

Bewoners van Moria stonden bibberend in de rij op eten te wachten. Veel kinderen in het kamp werden ziek. Vijf mensen overleefden de winter niet. Ze vroren dood of kwamen om door koolmonoxidevergiftiging nadat ze vuurtjes hadden gestookt in hun tent.

Europa schoot te hulp en maakte honderden miljoenen euro’s vrij. Maar de Griekse regeringspartij Syriza (radicaal links), wantrouwde de ‘imperialisten’ uit Brussel. Dat gevoel werd versterkt doordat het Europese geld grotendeels naar hulporganisaties ging en niet naar de regering. Griekse ministeries hadden niet de organisatie om complexe Europese fondsen aan te spreken.

In 2016 kon Griekenland 30.000 asielaanvragen afhandelen. In 2017 moest ineens het dubbele worden verwerkt. De enorme verscheidenheid in herkomst van de vluchtelingen maakte de crisis extra complex. Er kwamen grote groepen mensen uit Syrië, Irak en Afghanistan binnen, maar ook uit Jemen, Palestina, Pakistan, Bangladesh, Eritrea, Iran, Congo, Somalië, Kameroen. Omdat landen als de Verenigde Staten en Australië hun asielregels aanscherpten en bijvoorbeeld steeds meer Afghanen uit Iran en Pakistan werden verjaagd, leek Europa voor een steeds grotere groep de enige optie.

Voor tientallen nationaliteiten moesten er vertalers naar de eilanden verhuizen. Ook moest het personeel in de centra onderwezen worden over de culturele kenmerken van al die landen. Griekenland had nog steeds weinig ervaren asielambtenaren. Asielambtenaren op de eilanden waren niet bij machte om alle aanvragen snel te verwerken.

Lees ook: Vluchtelingen in kamp op Lesbos: ‘Wáár is jullie menselijkheid?’

De Griekse autoriteiten probeerden de organisatie wel op de rails te krijgen, maar dat lukte niet, zegt Angeliki Dimitriadi, die migratie-onderzoek leidt bij de Griekse denktank Hellenic Foundation for European and Foreign Policy. Het inefficiënte Griekse overheidsapparaat had er de middelen noch de mankracht voor. „Het was alsof ze ieder jaar weer verrast werden door het Griekse weer: dat het in de zomer te warm was in de tent en ’s winters ijskoud.”

Van het terugsturen van asielzoekers naar Turkije kwam in de praktijk weinig terecht. Veel vluchtelingen tekenden beroep aan tegen hun uitzetting en ook deze procedures verliepen erg traag. Rechters blokkeerden deportaties omdat ze Turkije geen veilig land achtten, al was het in het vluchtelingenakkoord tussen Turkije en de EU wel als zodanig aangemerkt. Sinds 2016 zijn er slechts 2.177 migranten teruggestuurd naar Turkije, de meesten Pakistanen en Syriërs.

II: Moria groeit, de EU verlamt

En dus dijde Moria verder uit. In de jaren erna werd het kamp zo vol dat nieuwe migranten zelf een onderkomen moesten bouwen van pallets, takken en bouwzeil. Ze sliepen tussen de olijfbomen en de hopen afval. Moria kreeg als bijnaam: ‘de jungle’.

Hulporganisaties probeerden orde te scheppen, paden aan te leggen, sanitaire voorzieningen te bouwen, de voedseldistributie te organiseren, medische en psychische bijstand te verlenen en migranten te helpen met hun asielaanvraag.

Omdat de vluchtelingendeal was bedoeld voor Syriërs, konden zij relatief makkelijk asiel krijgen en doorstromen naar het vasteland of naar andere EU-landen. Vluchtelingen met andere nationaliteiten moesten langer wachten, werden vaker afgewezen. En er kwamen steeds meer mensen uit andere landen bij, vooral Afghanistan. Ten tijde van de brand werd Moria voor 70 procent bevolkt door Afghanen.

Tientallen ngo’s kwamen naar de Griekse eilanden. Het wemelde op Lesbos van de vrijwilligers, van artsen tot leraren, die vanuit de hele wereld, Nederland incluis, naar Lesbos waren gereisd om de leefomstandigheden van de vluchtelingen te verbeteren. Ze namen sommige overheidstaken over, zoals lesgeven aan de kampkinderen of gezondheidszorg.

Desondanks werden de verhalen vanuit Moria steeds schokkender: ziekte-uitbraken, zelfverminking. Vrouwen droegen ’s nachts luiers omdat ze bij nachtelijk wc-bezoek de kans liepen aangerand te worden. Een jongen van twaalf vertelde een hulpverlener pijn te hebben in zijn kont. Hij bleek te zijn misbruikt door drie andere jongens.

Hamida Mirzayi (50) uit Afghanistan heeft 4 kinderen Zij en haar dochter hebben al papieren, maar haar zoon en man nog niet. Haar zoon wacht op de uitslag van zijn interview, maar na de brand is onduidelijk wat er gaat gebeuren. Hamida is hier erg verdrietig over. Foto Jelle Krings

De autoriteiten verloren hun grip op de bewoners van Moria. Jonge jongens zopen zich overdag klem, of gebruikten drugs om trauma’s of verveling te verdrijven. Er braken steeds vaker vechtpartijen uit. Soms stonden agenten werkeloos toe te kijken.

De Europese Commissie probeerde de Grieken te steunen met geld. Sinds de financiële crisis waren veel Europese landen bang dat de Griekse regering geen hervormingen zou doorvoeren als de EU te veel taken van de Grieken over zou nemen. Maar de Grieken zagen het juist als een gebrek aan solidariteit dat de EU alleen geld gaf en haar afspraken over de hervestiging van asielzoekers niet nakwam.

Unicef, verantwoordelijk voor de zorg van minderjarigen in het kamp, laat weten dat de coördinatie met andere Europese landen moeizaam verliep. Wanneer ze een land lieten weten dat het kind van een van hun inwoners in Moria zat, kwam er maar geen reactie.

Mensen probeerden illegaal door te reizen naar andere EU-landen. „Van de eerste 66.000 mensen die verdeeld zouden worden, werden er zo’n 22.005 opgenomen”, zegt Angeliki Dimitriadi. In 2018 stopte de structurele herverdeling naar andere EU-landen zelfs helemaal. Er werden door een paar EU-landen alleen nog kleine groepen minderjarigen opgenomen.

Europese lidstaten zaten in een lastig parket, beducht als ze waren voor de groei van radicaal- en extreemrechtse partijen. „De integratie van vluchtelingen kost nu eenmaal tijd”, zegt Dimitriadi. „Ze hadden deze nieuwe mensen ook als een fantastische investering kunnen zien. Hun landen vergrijzen, uiteindelijk hebben ze hen nodig. Maar dat verhaal konden ze moeilijk verkopen.”

Volgens Dimitriadi en andere deskundigen werd de situatie in Moria bewust slecht gehouden om nieuwe migranten af te schrikken. Met succes? „Uit onderzoek weten we dat het vaak niet op die manier werkt”, zegt Dimitriadi. „Als mensen overwegen om te vluchten, bepaalt geld of ze wel of niet weggaan, niet de condities in het aankomstland. Ze kunnen om die reden wel op zoek gaan naar alternatieve routes.”

III: Escalatie met Turkije

Vorig jaar veranderden de verhoudingen tussen de partijen die de vluchtelingendeal sloten. Er trad een nieuwe, rechts-conservatieve regering aan in Athene, die een strenger migratiebeleid ging voeren. En er kwam een nieuwe Europese Commissie in Brussel, die er geen blijk van gaf de steun aan Syrische vluchtelingen in Turkije te willen voortzetten.

Eind vorig jaar bleek dat er geen extra geld zou komen voor Turkije als het huidige Europese hulpprogramma is afgerond.

De Turken voelden zich in de steek gelaten. Zij worden geconfronteerd met „de grootste migratiegolf uit onze geschiedenis”, zoals minister van Binnenlandse Zaken Soylu het uitdrukte. Vorig jaar kwamen er 454.000 irreguliere migranten Turkije binnen. De Turkse regering verscherpte het beleid. Met name in Istanbul hield de politie extra identiteitscontroles bij metro- en busstations en in wijken met veel migranten. Duizenden migranten werden gearresteerd en op de bus naar Syrië gezet.

In de tenten om je heen hoorde je alleen maar huilende kinderen

Cabdiraxman Cabdi

Toen begin dit jaar een nieuwe, massale toestroom van vluchtelingen dreigde, dit keer uit de Syrische provincie Idlib, eiste Turkije meer Europese steun. Anders, zei president Erdogan, zou hij de poort naar Europa open zetten. Zijn ervaring is dat dreigen werkt. Maar Brussel stelde dat Turkije zich aan de vluchtelingendeal diende te houden, en dat er niet meer geld kwam. Hierop begonnen de Turkse autoriteiten vluchtelingen in bussen naar de grens te sturen, richting Europa.

Aangespoord door berichten in de Turkse media dat de grens open was, reisden duizenden vluchtelingen naar de Turkse grensstad Edirne, dichtbij Griekenland en Bulgarije. Griekse grenswachten gebruikten traangas, waterkanonnen en rubberkogels om te voorkomen dat ze de grens overstaken. De meesten van deze vluchtelingen waren Afghanen, Pakistanen en Iraniërs, die in tegenstelling tot Syriërs niet onder de vluchtelingendeal vallen en minder makkelijk een verblijfsvergunning krijgen in Turkije.

„Eerst geloofden we dat de grens open was en dat we die op legale wijze konden oversteken”, zei Arezu Maghsoudloo, een tengere Iraanse vrouw bij het haveloze busstation van Edirne. „Toen we gewapende Griekse grenswachten zagen staan, realiseerden we ons dat we pionnen waren in een cynisch spelletje. Maar we hebben niets om naar terug te gaan.”

Enkele honderden kilometers verderop, in de Egeïsche Zee, kwamen ook meer asielzoekers aan op de Griekse eilanden. Een provocatie van Erdogan, vonden de eilandbewoners, die zich al jaren boos maakten over de vele vluchtelingen en de erbarmelijke situatie in de kampen. Ze voelden zich in de steek gelaten door hun eigen regering en door de EU.

Op zondag 1 maart 2020 duwden inwoners van het stadje Pirgi Thermis op Lesbos, een boot met Afghanen en Afrikanen van de wal af met een stok. Urenlang dobberde de boot op zee. Hulpverleners en journalisten werden uitgejoeld door de Grieken. Hun autoruiten werden kapotgeslagen, camera’s vernield. Zij hielden volgens de bewoners de situatie op hun eiland in stand. „We willen geen vluchtelingen meer. Hoe vaak moeten we het nog zeggen? Ze horen hier niet!”, zei een 25-jarige verpleegster.

De eilandbewoners voelden zich in het nauw gedreven. Met Moria had hun eiland een stad van 20.000 inwoners erbij gekregen zonder dat hun iets was gevraagd. De asielprocedures bleven onveranderd traag. Veel Europese asielambtenaren waren vervangen door Grieken die nog ingewerkt moesten worden.

Op de achtergrond jutte de extreemrechtse partij Gouden Dageraad de bevolking van Lesbos op. Het eiland raakte verdeeld. Binnen families ontstonden conflicten, de een wilde geen vluchtelingen meer, de ander schaamde zich voor de xenofobie van verwanten. „Vluchtelingen én Grieken hebben recht op een normaal leven”, zei de 20-jarige Marianna Tampakopoulou die techniek studeert op Lesbos en iedere dag werd gebeld door haar bezorgde ouders, die elders in Griekenland woonden.

En toen kwam het coronavirus. Bezorgde Nederlandse hulporganisaties schreven een brief aan premier Rutte. „Het risico op verspreiding van het virus is extreem hoog door een gebrek aan hygiëne en sociale afstand; er is geen zeep, geen warm water en vaak is er slechts een kraan beschikbaar voor gemiddeld 1.300 mensen. Hoe kunnen deze mensen zich houden aan hygiënevoorschriften?”

Er kwam een algehele lockdown in Griekenland. Moria ging vanaf 17 maart op slot. Ngo’s zagen de situatie van de vluchtelingen verder verslechteren. Ze waren opgesloten in wat ze „de hel” noemden. „De quarantaine was fout, gevaarlijk”, zegt een woordvoerder van hulporganisatie MSF. „Je kan mensen alleen binnen laten blijven als ze de middelen hebben om zich schoon te houden, maar dat was niet zo in Moria. Er kwamen wachtlijsten voor kinderen die een psychiater moesten zien.”

IV: Hoe verder?

Moria werd een symbool van slecht gecoördineerd Europees immigratiebeleid. Van hopen dat het probleem vanzelf weggaat. „Ondertussen werden mensen in Moria tot het uiterste op de proef gesteld”, zegt de Griekse migratiewetenschapper Angeliki Dimitriadi. „Die quarantaine was de druppel.”

De Griekse regering heeft de pandemie aangegrepen om maandenlange lockdowns in te voeren in alle vluchtelingenkampen op de eilanden en het vasteland. Dit lijkt een voorbode voor de nieuwe, gesloten opvangcentra die Athene wil bouwen. De Griekse onderminister van Migratie zei vrijdag dat de brand in Moria „het einde van een tijdperk markeert”, en dat „we strikt gecontroleerde centra nodig hebben, en een algehele beleidswijziging in Europa”.

De Griekse regering heeft de asielwet al aangepast, zodat migranten langer opgesloten kunnen worden. Maar de nieuwe kampen stuiten op verzet van de bevolking, lokale autoriteiten en de migranten zelf. Hebben zij de brand in Moria gesticht, uit protest tegen het vooruitzicht van langdurige detentie?

Deze week werden vijf Afghaanse jongens opgepakt die verdacht worden van de brand. De Griekse regering heeft laten weten dat een deel van de vluchtelingen voor Pasen 2021 overgeplaatst zal worden naar het vasteland. Duitsland heeft gezegd 1.500 mensen op te nemen. „Nederland gaat honderd mensen opvangen”, zegt Dimitriadi. „Niet bepaald een groot blijk van solidariteit.”

Eind deze maand zal de Europese Commissie nieuwe plannen presenteren. Ylva Johansson, commissaris voor Binnenlandse Zaken, zei vrijdag in een interview met de Financial Times dat de nadruk zal liggen op het terugsturen van afgewezen asielzoekers naar hun land van herkomst. „Met het voorstel zullen we geen nieuwe Moria’s meer hebben. De situatie toont het falen van het beleid zonder gemeenschappelijk Europees migratie- en asielsysteem.”

Enkele kilometers van Moria worden vrijdag soms onwillige gezinnen naar een nieuwe tentenkamp gedirigeerd – gelokt met de belofte van eten, of bedreigd met het vooruitzicht dat hun asielaanvraag anders niet in behandeling wordt genomen. Voor alleenstaande mannen is nog geen oplossing. En de nieuwe onderkomens zijn slechts tijdelijk. Bovendien dreigt er een corona-uitbraak: er zijn al 170 gevallen. „Het Europese migratiebeleid heeft een Januskop”, zegt Dimitriadi. „De ene kant promoot een zeer specifiek waardenstelsel, dat het recht op asiel garandeert en hamert op het recht op bescherming van mensen in nood. De andere kant probeert elke vorm van ongedocumenteerde migratie zoveel mogelijk af te schrikken.”

Lees ook: ‘Mensen werden in Moria tot gekte gedreven’

Vrijdagmiddag zit de Somalische Cabdiraxman Cabdi (46) in de olijfgaarden tegenover het verwoeste Moria, waar hij meer dan een jaar verbleef. „Alles goed?”, lacht hij in het Nederlands – zijn zus woont in België. Gevlucht voor de terreur van Al-Shabaab kwam hij juichend aan in Europa. Als vertaler ondersteunde hij gratis een paar ngo’s in het kamp. Nu slaapt hij al meer dan tien dagen langs een weg. „Mijn vriend belde me vanuit het nieuwe kamp. Hij zei dat er morgen of overmorgen wc’s komen, dan ga ik ook.” Wat zal hem bijblijven van Moria? „Die drie nachten afgelopen winter dat er geen elektriciteit was”, zegt Cabdi. „In de tenten om je heen hoorde je alleen maar huilende kinderen. Het was ijskoud. Ik huilde met ze mee.”

Correctie (24 september 2020): Bij een eerdere versie van dit artikel stonden foto’s van migranten bij Sicilië. Dat is hierboven aangepast.