Join the Clean Network. Het blauwe logo met de cursieve letters lijkt zo weggelopen uit een tandpastareclame. Een fris en schoon internet, zonder invloed van de Chinese Communistische Partij, is de belofte van een zuiveringscampagne die Mike Pompeo, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, vorige maand introduceerde.
De VS willen hun digitale wereld ‘ontkoppelen’ van China: een mobiel netwerk zonder Huawei, smartphones zonder TikTok, een cloud zonder Chinese servers. „We roepen alle freedom-loving naties op zich bij het Clean Network aan te sluiten”, aldus Pompeo.
Als de Chinezen hun internet met een Great Firewall afsluiten voor ongewenste buitenlandse invloeden, dan kunnen de Amerikanen dat ook. Bewijs van spionage of diefstal is volgens de Clean Network-doctrine niet nodig. „Wantrouwen tot het tegendeel is bewezen”, is Pompeo’s devies.
Dit fundamentele wantrouwen van de VS jegens China splijt de techwereld en raakt zelfs het fundament van internet: de afspraken die netwerken met elkaar verbinden tot één structuur. In de organisaties die over de onderliggende communicatiestandaarden gaan, worden Chinese ideeën om dataverkeer te innoveren met argwaan bekeken.
De macht over internet verschuift van het westen naar het oosten
Bilel Jamoussi International Telecommunications Union (ITU)
Al twee jaar dringt een groep bedrijven onder leiding van Huawei aan om te onderzoeken hoe internetstandaarden uit de jaren zeventig en tachtig geüpdatet kunnen worden voor industriële toepassingen na het jaar 2030. Hun ‘New IP’-plan roept weerstand op: het internet zou versplinterd raken, China zou zijn totalitaire regime proberen te exporteren, verpakt in netwerkprotocollen.
Macht verschuift naar het oosten
Internet, voortgekomen uit een militair-academisch project van de Verenigde Staten, bleef na de privatisering in de jaren negentig onder invloed van de VS en Amerikaanse bedrijven.
De Amerikanen houden China het liefst op achterstand, economisch en technologisch. Dat China zich meer bemoeit met netwerktechniek ligt wel voor de hand. De meerderheid van alle 4,8 miljard internetgebruikers woont in Azië, China telt er ruim 900 miljoen van – ongeveer evenveel als Noord-Amerika en Europa bij elkaar.
„De macht over internet verschuift van het westen naar het oosten”, zegt Bilel Jamoussi van de International Telecommunications Union (ITU), de tak van de Verenigde Naties die over de internetstandaarden gaat. China wordt in de telecomwereld als een technologische koploper beschouwd, in de VS heerst het beeld dat China de vrijheden op internet wereldwijd bedreigt omdat het land de eigen bevolking surveilleert en censureert.
New IP is een onderzoeksvoorstel dat Huawei, China Mobile en China Unicom in september 2019 indienden bij de ITU. Daar maken overheden de dienst uit. Maar Europese landen vinden dat de Internet Engineering Taskforce (IETF), een openbare en onafhankelijke gemeenschap van bedrijven en onderzoekers, over New IP moeten beslissen.
Op IETF-vergaderingen worden beslissingen niet genomen door stemmen te tellen, maar door deelnemers zachtjes te laten brommen om de consensus te peilen – hummen noemen ze het.
„Het is een klein clubje mensen met een heel eigen cultuur die de macht op internet verdeelt”, zegt Niels ten Oever. Zeven jaar lang volgde de Nederlandse onderzoeker bijeenkomsten van onder meer ITU en IETF. Hij publiceert er volgende maand zijn proefschrift over.
Veel internetexperts vergaderen mee in meerdere beheerorganisaties tegelijk. Ten Oever omschrijft hun wereld als een vliegend circus; een internationale elite, die de ene maand in Marokko vergadert en de maand daarop in Singapore. „Ik heb in die jaren een heel bos aan CO2 verstookt.”
De afkorting die alles verbindt
Internet is opgetrokken uit tienduizenden losse netwerken, bijeengehouden door minstens zoveel afkortingen. De belangrijkste is IP: het internetprotocol, een technische standaard die netwerkcomputers al decennialang verbindt.
Het huidige internet is ontworpen voor informatieoverdacht tussen apparaten, voornamelijk computers en telefoons. Het systeem doet zijn best, maar datapakketjes kunnen onderweg vertraging oplopen en uitvallen, of geblokkeerd worden door cyberaanvallen. Voor een YouTube-video maakt dat weinig uit, voor bedrijfskritische datatoepassingen moet het netwerk garanties bieden. Alleen zo kun je via internet veilig fabrieken aansturen, robotauto’s laten rijden, medische ingrepen op afstand doen. Dat zijn toekomstdromen die aanbieders van 5G-netwerken (en straks 6G) beloven maar nog niet waar kunnen maken.
:format(jpeg):fill(f8f8f8,true)/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2018/12/131218eco5gfi-1.png)
New IP wil meer controle over de manier waarop data door het achterliggende netwerk reizen. Dat druist in tegen de bestaande norm in de internetwereld: dataverkeer wordt niet centraal geregeld, routes worden niet van hogerhand opgelegd. Al die tienduizenden losse netwerken zijn koninkrijkjes, die zelf bepalen hoe ze data doorgeven, volgens het allesverbindende internetprotocol.
Een sluw spelletje
Olaf Kolkman werkt voor Internet Society, een organisatie die sinds 1992 de vernieuwing van internet in goede banen probeert te leiden. Hij analyseerde het New IP-voorstel en vindt dat het overlapt met vernieuwingsplannen die andere standaardenorganisaties uitvoeren. Hij is bang dat netwerken ‘eilandjes’ worden die niet met elkaar samenwerken, met administratieve rompslomp en extra kosten tot gevolg.
De kritiek op New IP heeft ook een politieke lading. Dit voorjaar schreef Financial Times dat China de wereld een omstreden techniek wil opleggen en het internet wil ‘heruitvinden’. De krant baseert zich op een rapport van het Britse Oxford Information Lab.
Internet is opgetrokken uit tienduizenden losse netwerken, bijeengehouden door minstens zoveel afkortingen
„We voorspellen dat de technologie die China voorstelt [beheerders] fijnmazige controle geeft over het netwerk. [...] Mogelijk heeft dat gevolgen voor de veiligheid en mensenrechten van gebruikers”, aldus het rapport, dat voor een NAVO-congres is opgesteld. „We zijn bang dat China een sluw spelletje speelt met westerse zorgen over cybersecurity”, licht één van de auteurs toe.
Olaf Kolkman: „Ik denk niet dat de ingenieurs die hier mee bezig zijn politieke intenties hebben, maar er zijn waarschuwingssignalen. Het voorstel is ook ondertekend door de Chinese staat. In de ITU ziet je vaak dat China vooroploopt met een plan en vervolgens ondersteund wordt door Rusland en ontwikkelingslanden.”
De man achter het plan
De initiator van de New IP-voorstellen is Richard Li. Hij werkt voor Huawei’s Amerikaanse onderzoekstak Futurewei. Li richtte in 2018 de Focus Group Network 2030 in de ITU op. Daarin zitten ook vertegenwoordigers van Amerikaanse en Europese telecombedrijven en wetenschappers zoals de Vlaamse hoogleraar informatietechnologie Filip De Turck. Hij noemt Richard Li een „inspirerende persoon met een uitgebreid netwerk”.
Li, in het verleden onderzoeker voor Cisco en Ericsson, heeft zestig patenten op zijn naam en woont in Silicon Valley. Hij wil alleen vragen over techniek beantwoorden. Li is het beu dat technologie „gepolitiseerd” wordt en zijn woorden uit verband gerukt. „Het is niet goed voor de ontwikkeling van internettechnologie om van New IP een politiek thema te maken en nonsens te verspreiden”, reageert hij.
De zorgen over het versplinteren van het web deelt hij niet. „New IP is een verbetering, uitbreiding en optimalisatie van bestaande techniek. New IP is niet voor alle verbindingen nodig, maar wel als je bijvoorbeeld op grote schaal fabrieken wil aansturen.”
De naam New IP suggereert dat de bestaande techniek op de schop moet. Dat is tegen het zere been van de gemeenschap die het internet bouwde. Bilel Jamoussi, chef van de studiegroepen van het ITU standaardisatiebureau in Genève: „Ik zou willen dat het voorstel niet New IP heette, maar Future Networking Protocols of zo. Anders denken mensen meteen dat je het internet wilt afschaffen. Dat is niet het geval. Het gaat niet over morgen, maar over de verre toekomst.”
Jamoussi’s wens lijkt vervuld te worden. NRC kreeg een Chinees ITU-voorstel uit juli onder ogen waarin ‘New IP’ is doorgestreept en vervangen door de term ‘Future Vertical Communication Networks’. Richard Li reageert verrast. „De indieners hebben niet alleen de naam veranderd, maar ook de inhoud.” Volgens hem gaat dit nieuwe voorstel minder ver dan New IP.
Einde van het stoomtijdperk
Het is niet alleen China dat het internetprotocol wil aanpassen. ETSI, de Europese standaardorganisatie, sleutelt sinds 2015 aan iets soortgelijks: het Next-Generation Protocol, dat volgens een presentatie het ‘stoomtijdperk van internet’ moet beëindigen. Er is een duidelijke link met New IP: in oktober 2018 sponsorde Huawei een ETSI-congres in Den Haag over nieuwe protocollen, voorgezeten door Richard Li.
ETSI werkt inmiddels aan een nog ingrijpender vernieuwing van datatransport. Mobiele providers willen complexe diensten aanbieden om niet te verworden tot ‘domme datapijp’. Dat kan alleen als ook het achterliggende netwerk meehelpt.
New IP is dus niet alleen controversieel omdat het door Chinese bedrijven is ingediend, maar ook omdat er een spanningsveld zit tussen mobiele netwerken die zich bemoeien met het vaste netwerk. Niels ten Oever verwijst naar de begindagen van internet: „Destijds doorbrak internet het monopolie van de grote telefoonbedrijven. Nu wil de telecomwereld een deel van die macht terug.”
Kan Huawei de wereld een nieuwe standaard opleggen? Bij de IETF is Huawei, na het Amerikaanse Cisco, de partij die de meeste voorstellen doet en het aantal Chinese deelnemers op leidinggevende posities in de ITU neemt toe. Olaf Kolkman: „China heeft een industriepolitiek voor de lange termijn en een idee hoe ze internet daarbij willen gebruiken. Daarom sturen Chinese bedrijven competente mensen naar dit soort organisaties en stellen ze verkiesbaar.”
Huawei vergroot zijn invloed door experts in dienst te nemen die eerder voor westerse bedrijven werkten. Bilel Jamoussi: „Het is normaal dat andere bedrijven na een ontslagronde elkaars ervaren krachten overnemen. Expertise is waardevol in het wereldje van netwerkexperts – we zijn maar met weinigen.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2019/07/data47079387-547668.jpg)
Wat niet verandert, is het lage tempo van de besluitvorming – veel te langzaam volgens Chinese begrippen. Als IETF zich over New IP zou buiten, dan gaat dat „extreem lang duren”, verwacht Richard Li.
De adoptie van nieuwe internetstandaarden verloopt ook traag, waardoor oude, kwetsbare protocollen nog volop in gebruik zijn. „Internet hangt met plakband en kauwgum aan elkaar”, zegt Niels ten Oever. Dat is precies datgene wat New IP wil aanpakken.
Het organisme moet groeien
Een nieuwe standaard zal het internet niet snel opdelen. Maar nieuwe regels wel. Het is onvermijdelijk, denkt Ten Oever, dat grenzen opdoemen. „Landen willen invloed op het netwerk waarop een groot deel van hun maatschappij is gebouwd.”
Internet wordt sinds de jaren negentig bestuurd door techneuten van private bedrijven, maar zij kunnen de maatschappelijke consequenties van hun beslissingen niet overzien, vindt hij. „De nadruk ligt bij IETF op ‘meer onderlinge verbindingen tussen apparaten en netwerken’. Omdat dat goed zou zijn voor het internet. En wat goed is voor het internet, is goed voor de wereld. Elk voorstel dat die norm bedreigt, wordt ondermijnd of tegengewerkt.”
De techlobby is machtig. Het bestuur van internet mag dan gedecentraliseerd zijn, de economische macht is wel sterk geconcentreerd. Vooral webreuzen als Google en Facebook exploiteren het beeld dat internet een organisme is, dat ongehinderd moet kunnen groeien om het vrije woord te verspreiden.
Overheden en multilaterale organisaties als de ITU eisen meer grip op internet. Ten Oever: „De Europese privacywet was een eerste, belangrijke stap. Het duurde twintig jaar voor die er kwam, maar dit wordt het decennium van regulering.”
De VS dwingen Europese landen te kiezen tussen een Amerikaans of een Chinees internet
Pompeo’s ‘Clean Network’ is een eenzijdige poging tot regulering. Kort daarna kwam China met een ‘Global Initiative on Data Security’, dat overheden oproept elkaars ‘cybersoevereiniteit’ te respecteren - elk land mag zelf weten hoe het zijn eigen hoekje op internet regelt. Liefst met Chinese apparatuur, natuurlijk.
De VS dwingen Europese landen te kiezen, tussen een Amerikaans of een Chinees internet. Dankzij Edward Snowden weten we dat de VS hun eigen burgers afluisteren, en die van bondgenoten. Westerse opsporingsdiensten dringen openlijk aan op achterdeurtjes in software, van Chinese bedrijven wordt vermoed dat ze daartoe gedwongen kunnen worden door de Chinese staat.
Europa zit in een geopolitieke spagaat maar Niels ten Oever ziet een voor de hand liggende oplossing. „Eis dat netwerken goed controleerbare open hardware en software gebruiken voor hun infrastructuur. Overheden weigeren tot nu toe voorwaarden op te leggen aan internetbedrijven. Maar dat doen we wel met andere nutsvoorzieningen, zoals water en elektriciteit. Anders blijft de keuze: laten we ons zeker afluisteren door de Amerikanen of misschien door de Chinezen?”