Opinie

Hoe kunnen we vooruit, omgeven door hysterie?

Prinsjesdag Terwijl de extremen het land verscheuren, wordt de middenmoot gegijzeld. De stand van het land, door .
Illustratie Hajo

Oudere Nederlanders zeggen weleens over de oorlog: het was verschrikkelijk, maar ook machtig. Nooit werd het leven intenser ervaren, alles kreeg vanzelf belang. De wereld was helder en afgebakend: dat is de vijand, dit ben jij. Je bestaan dééd er toe. Afgezien daarvan was het een gruwel, verdwenen je vrienden een voor een. Die extremen gaan soms samen.

Vandaag zijn er Nederlanders die de coronatijd met ’40-’45 vergelijken. Maar er is niet eens een vijand en er zijn geen razzia’s. We kunnen ook niet zo bijster veel doen: ons is gevraagd binnen te zitten. Dat is weinig heldhaftig, dus blijft het verleidelijk over een onzichtbare vijand te spreken.

Oorlog of niet, ik werd niet eerder zo aangesproken op mijn geweten. Een hoest, een aanraking, elke stap hield plots verband met leven en dood. Tederheid als besmetting, ook dat ging samen. Zo zat ik thuis in mijn uppie, gezellig in dialoog met mijn geweten. Misschien werden we ook een beetje gek.

Premier Rutte roemde intussen onze nuchterheid. Maandenlang ervoer ik een merkwaardig nationaal gevoel, niet via vlaggen of retoriek, maar door de afwezigheid van ruis. Alsof we in een schilderij van Saenredam zaten opgesloten. Er was ruimte, voor angst en ook – ik zeg het voorzichtig – voor beperkt geluk.

In die eerste coronaweken wandelde ik vaak door Amsterdam. De verlaten stad leek bevangen door een onwerkelijke schoonheid. Alsof de afwezigheid van getoeter en gedram de machinerie zelf blootlegde, die pas te bewonderen viel nu de raderen waren stilgevallen. Mijn geweten sprak: dit mag je niet mooi vinden. Dit is schoonheid veroorzaakt door zieltogen. Zo wandelde ik, balancerend tussen verrukking en schaamte. Nog niet failliet. Nog niet geraakt.

Gesprekken gingen over de toekomst, bij gebrek aan een heden. Niemand wist hoe die eruit zou zien, maar op de Wallen leek ze al voorzichtig begonnen. In deze wijk, verpest door grootschalig toerisme, groette je nu op afstand een bewoner en die groet werd nog beantwoord ook – zonder dat je een fiets hoefde te kopen. De toekomst als ‘Het Dorp’ van Wim Sonneveld.

Belachelijk en prachtig

Hoe hopeloos die maanden ook waren, ik vond ons, Nederlanders, leuker. We waren beschaafder, geduldiger, liever dan normaal. Intussen was de lucht schoner, de hemel blauwer, kon je vanaf je balkon de sterren zien. Je zou bijna zeggen dat het leven beter was, ware het niet dat het leven ontbrak.

Alles culmineerde in die onwezenlijke Dodenherdenking, verpletterend door onze eigen afwezigheid. Alleen Willem-Alexander en het gekoer van duiven. Zwijgende beelden van overlevenden, verzetsstrijders en slachtoffers. Onze zwarte geschiedenis samengebald op de vlakte in mijn tv. Ik zat op mijn bank, en het zullen wel die twee maanden van isolement zijn geweest, maar bij het aanheffen van het Wilhelmus stond ik recht en ik zong. Nooit eerder gedaan. Het was belachelijk, een mannetje in zijn kamer, rechtop zingend terwijl niemand het kon horen. Belachelijk en prachtig, omdat iedereen op dat moment alleen was terwijl niemand het kon horen, en op die manier één onbreekbaar land vormde.

Toegegeven, dat had allemaal weinig met nuchterheid te maken, eerder met haar tegendeel: sentiment. In Nederland draaien die twee om elkaar heen. Ze wisselen elkaar af. Als een helix.

Een paar maanden later. Nederland mag weer naar buiten. NRC toont een foto van een spandoek op het Malieveld. „EENIEDER DIE DE GRONDWET NIET RESPECTEERT IS EEN FASCIST! ZOALS ABOUTALEB, HALSEMA, RUTTE, DE JONGE, GRAPPERHAUS, DE MEDIA EN ALLEN DIE ’T TOELATEN.” Daarnaast houdt iemand een Nederlandse vlag ondersteboven vast waarop „DICTATUUR!” gekalkt staat.

Lees ook: Verliest het kabinet de grip op corona?

Terug naar het oude normaal.

Ik snap wel waarom sommigen willen dat het oorlog is: wel zo helder. En als burger wil je toch graag iets doen. Zo circuleert op het internet een filmpje van een Brabantse vrouw, alleen achter het stuur in de auto. Al rijdend spreekt ze de natie toe. Het is zo te zien de eerste maal dat ze de camerafunctie op haar telefoon benut. Haar hoofd staat op klappen als een oude granaat. Ze waarschuwt ons, traag en vol haat: „Mensen… Dit kan niet meer. Dit moeten we niet meer pikken. IK NIET! Ik ben er helemaal klaar mee... Echt.” Als een volksmenner met pleinvrees vervolgt ze: „En de tweede lockdown… zet het maar allemaal uit uw kop, Tweede Kamer, overheid, hoe ge het allemaal wilt noemen… Want dan sloop ik echt alles. ALLES. Dan ben ik: De Leeuwin. En ik hoop dat er meer strijders meegaan. Genoeg is genoeg!”

Negeren is het gerieflijkst

Ziedaar een kleine greep uit het hedendaags verzet. En het is natuurlijk om je kapot te lachen, deze Marinus van der Lubbe, te timide om te toeteren maar dapper genoeg om Facebook in lichterlaaie te zetten. En intussen moet ze ook nog afslaan op de rotonde. Maar laten we er, voor het ongemak, eens van uitgaan dat haar zorgen reëel zijn. De vrouw heeft tranen in haar ogen. Iets heeft haar over de rand geduwd.

De stemming is omgeslagen. En natuurlijk, we kunnen zeggen: stompzinnigheid, de verbeten agressie van de machtelozen – dat zal er altijd zijn. We halen onze schouders op en sluiten het hek van ons domein. Een week later rijdt er wel een tractor door dat hek.

Negeren is het gerieflijkste en het domste. Corona heeft een trend versneld die al langer gaande is. Eerder vergeleek boerenorganisatie Farmers Defence Force het inkrimpen van de veestapel met de Holocaust. Zulke maatregelen hadden immers ook ooit tot Auschwitz geleid.

Boeren als Joden en politici als nazi’s: subtiel. Het is dezelfde hysterie als van de leeuwin, maar dan georganiseerd. Ook de pro-Zwarte-Piet-protesten en de Viruswaanzin-demonstraties zijn geen toevallige bijeenkomsten. Het protest waarbij Kamerlid Omtzigt werd bedreigd („Ik zal je doodslaan”), is georganiseerd door de groepering Nederland in opstand. Haar leider is een ex-dakloze ex-crimineel die ook de leus ‘Eigen land, eigen volk’ gebruikt. Dát wordt bedoeld met het oude normaal.

Vrijheid – zo heet het virus dat ons aantast

Het sluimerde al lang, maar sinds we inzagen dat het lockdowngedoe níét na de zomer voorbij zou zijn, dat er voorlopig geen vaccin is, geen zekerheid zal zijn, lijkt het geduld opgeraakt. Hoe ging dat liedje ook weer? Zeventien miljoen mensen/ Die schrijf je niet de wetten voor, die laat je in hun waarde. We zien nu wat er gebeurt als we wél zolang een paar wetten krijgen voorgeschreven. Wanneer de Nederlander zich in zijn waarde aangetast voelt, verandert nuchterheid in botheid, sentiment in hysterie. En dan komt de oorlog. Dan spelden veeboeren – je gelooft het niet – tijdens een protest hun kinderen Jodensterren op.

Je zou zeggen: een bedrijfssector die jaarlijks miljoenen dieren doodt op industriële schaal en dan zelf over concentratiekampen begint… Ze zullen toch wel inzien dat dat een beetje gek is? Maar zo werkt het niet. Hysterie gedijt niet op feiten maar op gevoel. Daarbinnen is geen ruimte voor reflectie, je kunt er enkel in opgaan. Hysterie is van nature altijd waar. Bij Viruswaanzin lijdt men aan eenzelfde cognitieve dissonantie: niet de duizenden Covid-19-doden en IC-patiënten, maar zijzelf zijn slachtoffers van de epidemie. Evenzo draait Zwarte Piet niet om gekwetste zwarte burgers maar om witte Nederlanders die in hun bestaan worden bedreigd. Minsk is er niks bij.

Zulke zelfverklaarde oorlogsslachtoffers gaan zich vroeg of laat verweren. Dat gebeurt nu in de vorm van intimidatie, blokkades, doodsbedreigingen, afpersing of het inrammen van stadhuisdeuren. Het kan ook kleiner. In een situatie waarbij stilzitten de norm is, heeft elke stap gevolgen. Wil je een samenleving ontwrichten, dan hoef je elkaar slechts te knuffelen, zoals bij de protesten van Viruswaanzin gebeurt. Andere oproepen van Viruswaanzin: expres geen afstand houden, je niet laten testen bij klachten en op openbare plekken de aanwijzingen voor looproutes en coronamaatregelen verwijderen.

Oorlogje spelen voor lafaards.

Voor de duidelijkheid: álle Nederlanders hebben maandenlang een offer gebracht. Weliswaar minder groot dan in veel andere landen: onze lockdown was mild, de overheid gaf steun, het aantal doden en ernstig zieken is niet te vergelijken met bijvoorbeeld Italië. Maar het blijven offers. Niet te verwarren met slachtoffers: daarvoor zijn daders nodig. En daar schuilt het gevaar.

Compleetdenkers

Ik weet: chic is het niet om een vergelijking met de jaren dertig te maken. Ik bedoel, dat was een totaal andere situatie. Toen hadden we een wereldwijde crisis met gigantische werkloosheid, grote politieke en maatschappelijke onrust. Dat waren hoogtijdagen voor populistische partijen doordat alle zekerheid was weggevallen. Bovendien kwam toen ook het idee van het slachtofferschap in zwang, van een bedreigd onschuldig volk, gepaard gaand met stigmatisering van andere bevolkingsgroepen, intimidatie en complotdenken. Een totaal andere situatie.

Toch?

Verschillende peilingen geven aan dat zo’n 10 procent van de Nederlanders denkt dat het coronavirus onderdeel is van een complot om die hardwerkende Nederlander op de knieën te krijgen. Dat zijn 1,7 miljoen mensen. Bijna 30 procent weet het nog niet zeker – maar laten we even focussen op die 10 procent. Deze ‘compleetdenkers’ , zoals ze zich graag noemen, geloven bijvoorbeeld dat onze politici hopen dat wij corona zullen krijgen, omdat zijzelf aandelen hebben in de farmaceutische industrie. Deze mensen weten ook waarom Bill Gates zoveel van zijn geld pompt in het verkrijgen van een vaccin: hij gaat microchips erin verwerken zodat we voortaan overal te volgen zijn. Bill Gates heeft lange tentakels. En is hij het niet, dan wel die andere grootgeldbezitter, de Hongaarse Jood George Soros. Hee, daar komen we op bekend terrein: de Jood als octopus.

Uiteraard zeggen die paar miljoen Nederlanders niet allemaal dát. Ze hebben het vooral over ‘hogere machten’. Volgens de een worden we geregeerd door invloedrijke pedofielen – dat kan. De ander gaat liever voor 5G. Basale feiten staan paf tegenover hogere machten. Van een complot win je nooit. Complotdenken is bovendien aantrekkelijk; je gooit de rede overboord en verandert vanzelf in een ziener. The poor man’s genius.

Lees ook: 'Corona, is dat niet gewoon een seizoensgriepje?’

Nu hebben hogere machten (laten we zeggen: wetenschappers) zojuist via uitgebreid onderzoek vastgesteld dat Nederlandse kinderen de gelukkigste ter wereld zijn. Statistisch gezien leven wij ondanks alle coronaschade nog steeds in het meest vrije land ter wereld, met een van de best draaiende economieën. Toch leeft 10 procent van onze burgers in een dictatuur. En 30 procent weet het nog niet zeker.

Vrijheid – zo heet het virus dat ons aantast. We zijn er zo van doordrongen geraakt dat we in het dagelijks leven geen idee meer hebben van haar oorsprong, haar waarde. Dáárom wanen wij ons nu zo graag in oorlog: we hebben geen benul wat het is. Geen wonder dat wij vluchtelingen gelukszoekers noemen.

Immuun voor alle mededogen.

Het zijn niet de complotdenkers op zich, de chantageboeren, de pro-zwarte-pieters, de viruswaanzinnigen. Het is de optelsom. Tel de Nexit-proevers daarbij op en de Forummers wier boreale bloed wordt ‘verdund door immigratie’, en het beeld doemt op van een zuivere, argeloze groep slachtoffers, aan banden gelegd door duistere krachten. Alles wordt hun afgepakt: hun prachtige werk met koeien en varkens, hun onschuldige kinderfeest, hun traditie, hun vrijheid.

Ongerichte rancune

Wat deze mensen verbindt, naast historisch besef als een gapende leegte, is dat ze weigeren na te denken over onze toekomst. De wereld is totaal veranderd. Deze groepen blokkeren elke poging daarmee om te gaan. Liever richten ze zich tegen De Ander. Wie dat is? Nu eens de politicus, dan weer de kunstenaar, de media, de Jood, de vluchteling, de immigrant, de wetenschapper, de anti-racismedemonstrant, de milieubeschermer, de elite, Europa, de overheid. Kortom: hoe ge het allemaal maar wilt noemen. En, kers op de taart, allen die het toelaten. Ik geloof dat we daarmee de volledige samenleving wel gecoverd hebben.

Ongerichte rancune richt zich uiteindelijk op de democratie zelf. Een scenario waarbij onze premier moet worden vermoord is dan geen fictie meer.

Elke gezonde samenleving is gebouwd op de frictie tussen tegenstellingen, zoals nuchterheid en sentiment. Zet die tegenstellingen aan en niets blijkt nog verenigbaar. Terwijl de extremen het land verscheuren, wordt de middenmoot gegijzeld – dus wat gaan we doen? Hoe kunnen we vooruit, omgeven door hysterie en stompzinnigheid? Dat is de vraag die mijn geweten mij stelt.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.