‘Is-ie niet te zwaar?”, vraagt bouwkundige Bob Hendrikx. Nee. De levende doodskist, die van de auto naar de werkplaats van Hendrikx moet worden gebracht, in een gebouw vol start-ups bij de TU Delft, weegt minder dan een IKEA-kast van dat formaat. Goed te doen met twee man. Het precieze gewicht weet Hendrikx niet. De kisten bestaan uit mycelium, het wortelnetwerk van paddestoelen, dus elk exemplaar is anders.
Bob Hendrikx (26) is gespecialiseerd in biodesign en deze zaterdag is er voor het eerst iemand begraven in zijn ‘Loop Cocoon’ naar het Engelse loop of life, levenscyclus. In de ochtend was hij nog op begraafplaats Westduin in Den Haag en zag hij dat de kist de afgelopen week, gekoeld in het uitvaartcentrum, goed gebleven was. „Het deed me wel wat om er nu de mensen bij te zien”, vertelt hij, zittend tussen houten mallen en zakken en bakjes met schimmels.
Onder het deksel van het prototype, op de bodem van de kist, ligt een verende laag mos. De kist, die wel iets weg heeft van piepschuim maar ook van marmer, voelt warmer en zachter aan dan hij lijkt.
„Dit is mycelium”, zegt Hendrikx. Hij legt het uit aan de hand van een zak met een stevige massa, hard geworden bij gebrek aan voeding en vocht. De zwam aan de buitenkant is de vrucht van de schimmel. In de zak zien we wat in de natuur onder de grond leeft: een netwerk van schimmeldraden dat zich voedt met organische resten van bomen en planten, maar ook giftige stoffen kan neutraliseren. Bovendien brengt mycelium als een soort internet planten met elkaar in contact.
Hendrikx ging als TU-student bouwkunde op zoek naar levende materialen om huizen mee te bouwen – „want waarom moeten organische grondstoffen altijd dood voordat we er iets van maken?” – en begon met schimmels te werken. Mycelium, zegt Hendrikx, gaat verder dan de circulaire economie, waarin dode materialen worden gerecycled.
„Toen iemand vroeg: ‘Kan ik mijn overleden oma in dat huis laten liggen?’ viel het kwartje.” Hij overwon zijn huiver, omdat hij zag dat het einde van het leven met behulp van mycelium het begin van nieuw leven kon worden. En terwijl een huis van mycelium nog toekomstmuziek is, kan er al een kist van worden gemaakt.
/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data61851433-002f2b.jpg|https://images.nrc.nl/rawIxu3yXfABWJdaoZxCy8-5Sao=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data61851433-002f2b.jpg|https://images.nrc.nl/xvOZqMSDFjn5dz2lTlfPZ3EqeQQ=/5760x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/images/gn4/stripped/data61851433-002f2b.jpg)
Binnen een week een solide kist
In een houten kistvormige mal, legt hij uit, gaat voeding – hooi of hennep bijvoorbeeld. Daar doe je de schimmel bij – Ganoderma lucidum, een soort die geen schade aanricht – en af en toe een beetje water. In een paar dagen tijd groeit er een driedimensionaal netwerk, dat werkt als een natuurlijke lijm. Als de mal met mycelium is gevuld, wordt het groeiproces gepauzeerd door er geen voeding meer bij te doen. „Binnen een week heb je een solide kist die, zodra hij onder de grond komt, snel afbreekt en de vertering van het lichaam stimuleert.”
Ja, het lichaam verteert uiteindelijk ook als het in een doek, in karton of in wilgentenen wordt begraven. Maar mycelium, zegt Hendrikx, werkt als een accelerator voor bacteriën en het kan afvalstoffen in het lichaam neutraliseren – hoe sterk en hoe snel mycelium de bodemkwaliteit verbetert, gaan wetenschappers van museum Naturalis onderzoeken. Bodemvervuiling is een belangrijk thema in de uitvaartbranche.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/05/thumbnail_1496039252.jpg)
Een uitvaartcoöperatie in de regio Delft en Den Haag wilde deze kist graag aanbieden. „Het past bij ons streven naar een duurzamere uitvaart”, zegt directeur Frank Franse van CUVO en De Laatste Eer. De coöperatie probeert dat op allerlei manieren te bereiken, zoals door energiezuinig cremeren en met minder vervuilende kisten. Daar is behoefte aan, zegt Franse. „Steeds meer mensen willen hun footprint zo klein mogelijk houden. Dat zie je ook aan de opkomst van natuurbegraafplaatsen.” De ‘Loop Cocoon’, met een richtprijs van 1.250 tot 1.500 euro, zat amper een dag in het assortiment toen de eerste werd verkocht.
Eén met de natuur
Nabestaanden kunnen een boom planten op het graf, stelt Hendrikx zich voor. Of zoals in India wel gebeurt: aan de overledene zaden meegeven waaruit planten kunnen groeien. „En zo kan het lichaam één worden met de natuur.”
Het was onder meer die gedachte die Sander de Haas (43, inkoopmedewerker) ertoe bewoog deze kist te kiezen in plaats van een standaardmodel dat hij niet bij zijn moeder vond passen.
Toen zijn moeder kort voor haar overlijden zei dat ze toch liever begraven dan gecremeerd wilde worden, zocht hij de mooiste plek die hij op Westduin in Den Haag kon vinden. Twee dagen voordat ze op haar 78ste verjaardag wordt begraven, laat hij die zien. Wat hij niet wilde: „Zo’n graftuin, naast vreemde mensen.” Het werd een ‘keuzegraf’, zonder buren, op een hoek aan een rustige laan. De bomen filteren het licht en laten de wind fluisteren. Vanaf de belendende sportvelden klinken kinderstemmen. „En wat ik meteen mooi vond: die rododendrons eromheen.” De witte oleander die hij ertussen heeft gezet, was van zijn moeder. „En dan zet ik hier straks een bankje.”
Zijn moeder liet nooit het licht aan in de keuken, probeerde zo weinig mogelijk weg te gooien. Dat haar lichaam met deze kist geen afval is, doet De Haas goed. Hij weet dat het snel gaat, dat na een maand of anderhalf de kist verteerd is. „Nee, daar heb ik geen enkele aarzeling bij. Alles om ons heen, levend of dood, komt uit de aarde. Ik vind het gaaf dat je zo ook weer teruggaat. Zelfs als je niet in reïncarnatie gelooft, komt dit wel dicht in de buurt.”