Zorg- en onderwijspersoneel krijgt tijdelijk voorrang bij het maken van een afspraak voor een coronatest. Dat schrijft minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport, CDA) in een vrijdag verstuurde brief aan de Tweede Kamer. Reden voor dat aangepaste beleid is de toegenomen druk op de testcapaciteit.
In de eerste week van september werden volgens de minister gemiddeld 36.800 tests per dag aangevraagd. Deze week werd bekend dat laboratoria en medewerkers overbelast zijn, net als de afsprakenlijn voor een coronatest. Die overbelasting is volgens De Jonge „voor iedereen nadelig, maar voor specifieke groepen in de samenleving nog problematischer”.
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2020/09/anp-421201177.jpg)
De twee beroepssectoren behoren tot die specifieke groepen. Voor medewerkers in de zorg geldt dat professionals met voorrang een afspraak kunnen maken voor een test. In het onderwijs geldt dat leraren met Covid-gerelateerde klachten zich sneller kunnen laten testen, en „personen die nodig zijn om te voorkomen dat leerlingen geen onderwijs krijgen”. Die regels zijn opgesteld vanwege de maatschappelijke impact van het niet naar school kunnen gaan voor zowel de leerlingen als ouders of verzorgenden, als besmette kinderen thuis moeten blijven.
De voorrang is een tijdelijke maatregel, die volgens De Jonge noodzakelijk is vanwege de schaarste aan testcapaciteit. De minister neemt ondertussen stappen die de capaciteit zullen vergroten. Zo heeft hij een derde overeenkomst gesloten met een buitenlands lab voor de verwerking van tests en heeft hij het RIVM gevraagd te kijken naar het in gebruik nemen van antigen-sneltests en innovatieve methoden als aanvulling op het beleid. Die oplossingen bieden echter nog geen oplossing voor de rest van de maand september: „Het tempo waarin de vraag stijgt is deze maand hoger dan het tempo waarmee de beschikbare analysecapaciteit kan toenemen.”
Het is aan de regionale GGD’s om het systeem voor voorrang in te richten.