Met 45 verhuisdozen vol archiefmateriaal kwam fotograaf Kees Tabak (70) aan op Aruba. Na een zeilreis de halve wereld over streken hij, zijn vrouw en zoon daar neer. Prima, dacht Tabak, even tot rust komen, even het archief doorspitten. „Lekker dia’s en negatieven bekijken in de airco, dat dacht ik.”
Krap vier dozen heeft hij gezien, toen kwam er iets anders voorbij. „Op een jazz-festival viel me op hoeveel mixed couples daar waren. Wat leuk dacht ik, daar kan ik een fotoserie over maken.” Zo sloeg hij plotseling toch weer aan het fotograferen.
In Nederland maakte hij eerder al een serie over gemengde stellen in Amsterdam-Noord, genaamd De Noorderlingen. „Ik wist dus hoe ik het aan moest pakken.” Tabak heeft altijd veel duo’s gefotografeerd. Ook in zijn eerdere werk, waarvoor hij vooral muzikanten fotografeerde, komen veel duo’s voor. Herman Brood en Hennie Vrienten, Herman Brood en Frederique Spigt, Herman Brood en Lauri Mcalister, en dan ook nog heel veel duo’s zónder Herman Brood. „Maar deze duo’s zijn anders, onbekend, gewoon, maar interessant, mooi, toegankelijk en karaktervol.”
/s3/static.nrc.nl/bvhw/files/2017/06/data15637758-d50f82.jpg)
‘De samenleving is verhard’
Er zitten duo’s van alle samenstellingen tussen de vijftig foto’s die hij heeft gemaakt in zijn tuin op Aruba. Heterostellen, homostellen, maar ook duo’s binnen het gezin: een moeder en haar dochter, een moeder en haar zoon. Hij kwam ze tegen op het strand en in de supermarkt. „De meeste mensen gaan één keer in de week boodschappen doen, ik ging elke dag.”
De mensen die hij benaderde, begrepen het gelijk. „Deze mensen hebben verschillende achtergronden en huidskleuren, ik hoef ze niet uit te leggen waarom ik daar een fotoserie over wil maken, dat snappen ze al. Ze zijn trots op hun gemixte samenstelling, terwijl het op Aruba tegelijkertijd een vanzelfsprekendheid is die we in Nederland niet kennen.” Over de vraag het toch uit te leggen moet hij even nadenken. „Kijk, de laatste woorden van mijn speech op de expositie waren: mixed couples are the future, en dat geloof ik echt.” De samenleving is zo verhard, kijk maar naar Amerika, zegt hij. „Dit is daar een tegenhanger van.” Het zal niet zonder slag of stoot gaan, voegt hij eraan toe, maar voor begrip, compassie en onderlinge empathie zou het een geweldige stap zijn.
Begrip is in de werkwijze van Tabak altijd een kernwaarde geweest. Want een foto maken kan dan wel makkelijk zijn, fotograferen is een ander verhaal. „Je moet geïnteresseerd zijn in de mensen die voor je lens komen, het moet klikken, je moet communiceren, geaccepteerd worden.” En ja, vroeger vond Tabak dat in de muziekfotografie - „never a dull moment” - maar dat was toen. Dit past beter bij mijn leeftijd, zegt hij met een lach. „Ik dacht eigenlijk dat ik niet meer zou fotograferen, ik was verzadigd, klaar. Ik ben niet voor niks gaan varen. Maar met deze serie heb ik mezelf hervonden. Deze serie heeft soul, het gaat ergens over.”