Het hotel had door corona minder schoonmakers nodig

Economie en recht Deze rubriek belicht elke week kwesties uit het bedrijfsleven waarover de rechter zich onlangs uitsprak. Ditmaal arbeidsrecht.

Foto Prakash Singh/AFP

Een schoonmaakbedrijf reinigt sinds mei 2013 de publieke ruimtes en hotelkamers van het Hilton in Amsterdam. Het hotel heeft daarnaast eigen schoonmakers in dienst. Een conflict ontstaat als het hotel het schoonmaakbedrijf opzegt. Dat sommeert het hotel dan op basis van gemaakte afspraken de schoonmakers zelf in dienst te nemen, of hen onder te brengen bij het nieuwe schoonmaakbedrijf. Hilton weigert. Het zegt geen nieuw schoonmaakbedrijf in te huren en gaat evenmin meer schoonmakers aannemen; door corona is er simpelweg minder schoonmaakwerk.

Het schoonmaakbedrijf stapt naar de rechter. Als het hotel zelf gaat schoonmaken, betoogt het bedrijf, is per definitie sprake van inbesteding. En dan gelden de afspraken over het aanbieden van een contract of het overnemen van het personeel door een ander bedrijf. Nee, stelt het Hilton: het schoonmaakbedrijf was ingehuurd voor meerwerk, en door de coronacrisis is dat niet meer nodig.

Met die redenering gaat de rechter mee: aangetoond is dat door de sterke teruggang in kamerbezetting en benutting van algemene ruimtes meerwerk niet beschikbaar is. „Ook Hilton gaat dat werk niet verrichten”, en dus is van inbesteding geen sprake.

Uitspraak: NL:RBAMS:2020:4226