Karima el Fillali en Shishani Vranckx vormen samen Shakuar.

Foto Alwin Poiana

Interview

‘Gnawa is muziek die diep tegen me spreekt’

Karima el Fillali De sjamanistische Marokkaanse gnawamuziek krijgt steeds meer aandacht. Dit weekend speelt de Nederlands-Marokkaanse zangeres Karima el Fillali op het Gnawafestival in Den Haag met het Residentie Orkest.

In het land van haar vader leerde Karima el Fillali de driesnarige guembri spelen tijdens de eindeloze trancerituelen van de Marokkaanse gnawa. Die spirituele muziek wilde de zangeres ook in Nederland spelen, maar steeds als ze guembri uit de hoek van de kamer pakte, merkte ze dat er zonder die eeuwenoude gemeenschappen simpelweg geen gnawa was.

Toch is de guembri een kenmerkend geluiden op het nog te verschijnen album van Shakuar, een project van muzikanten en vocalisten El Fillali (33), Shishani Vranckx en producer Trippin Jaguar. De luit vormt een repetitief patroon onder elektronische muziek. De mengmuziek van Shakuar combineert onder meer hiphop, Noord-Afrikaanse stijlen en ook de Namibische invloed van Shishani. Dit weekend wordt daar in Den Haag nog een extra laag aan toegevoegd; het Residentie Orkest speelt een symfonische bewerking tijdens het gnawafestival.

Dat er een festival doorgaat in deze periode is al heel wat, al is het in afgekalfde anderhalvemeter-versie. Het is de derde editie. Vorig jaar wist de Haagse initiatiefnemer Mustapha Barbouch al grote gnawabands en woestijnpopster Bombino te strikken. Dit jaar ligt de focus, noodgedwongen, op de diaspora, maar dat doet weinig af aan de avontuurlijke programmering. Naast traditionele gnawa is er onder meer een muzikale parade door de stad, een stuk van Het Nationale Theater, een lila (gnawaritueel) en Touaregrock van Kel Assouf uit Brussel.

De geluidswereld voelt als een thuis waarin al onze identiteiten een plek hebben

Gnawa krijgt internationaal steeds meer aandacht. Dat is pas sinds kort, vertelt El Fillali in haar Amsterdamse appartement waar de guembri naast een overleden bonsai ficus staat. „Gnawa is muziek die in Marokko diep tegen me sprak, maar als ik terug in Nederland kwam, was het weg. Je hoorde het hier niet, er was geen scene.”

Sjamanistisch

De verklaring ligt volgens haar in de achtergrond van gnawa. „Het is niet alleen muziek, gnawa verwijst naar families, naar een tribe van nakomelingen van West-Afrikaanse tot slaaf gemaakten. Het is sjamanistische muziek die later verweven is geraakt met Marokkaanse vormen en een beetje islam. Je leert het niet op de muziekschool, Gnawa beleef je in familieverband en in rituelen.”

Ze groeide zelf voornamelijk op bij haar moeder in het Westland, waar ze de preken van haar opa, een dominee, hoorde. Haar moeder was gitaarlerares. Marokkaanse muziek kende ze enkel van cassettebandjes die ze in het weekend bij haar vader luisterde. Maar toen ze als begin twintiger naar Fez ging en de familie van haar vaderskant opzocht, dompelde ze zich maandenlang onder in de lokale muziektradities en trok op met gnawa-broederschappen.

„Zo’n lila kan uren duren. De langste die ik meemaakte duurde een volledige nacht. Je gaat dan langs zeven stadia: zeven energieën, spirits, elk met een andere kleur, andere wierook en andere muziek. Mensen raken in diepe trance, liggen soms stuiptrekkend op de grond. Het is een safe space waar iedereen alles kan laten gaan. Vaak zijn het mensen die ziek zijn en daar komen voor genezing.”

Trance

De muziek wordt geleid door de maalem, de meester op guembri en rondom hem bespelen dansers en koorzangers de krakebs, castagnette-achtige metalen kleppers. Ze kwam ook zelf dicht bij trance. „Als artiest moet je ergens helemaal in op kunnen gaan. Dat kon ik ook in zo’n ritueel. Ik zie zo’n trancemoment als een reis door een wereld die gemaakt is door een schepper. Ik ben me ervan bewust dat ik erin ga en ik kon er ook weer makkelijk uit. Heel prettig. Dat is geen volledige trance zoals de mensen die op de grond vielen en helemaal out waren.”

El Fillali werd opgevoed met zowel het christelijk als islamitisch geloof. Ze weet ook dat lang niet alle moslims welwillend tegenover het sjamanistische van de gnawa staan. „Veelal hoor je dat mensen de spirituele kant afwijzen, maar een uitzondering maken voor de muziek.”

Misschien dat daarom de gnawa de laatste jaren soms doorsijpelt tot andere muziekstromingen. El Fillali is dan ook zeker niet de enige vrouwelijke guembri-speler, al blijft het een uitzondering. Nu gebruikt ze het instrument in de muziek van Shakuar, een wonderlijke mix van stromingen van de Kalahari-woestijn via West-Afrika en de Mahgreb naar hiphop en elektronica en nu dus ook Europees klassiek.

Net als Shishani is ze onderdeel van een generatie bi-culturele muzikanten voor wie muziek de manier is om uitdrukking te geven aan verschillende identiteiten. „Ik hoor soms dat mensen ons niet goed kunnen plaatsen. Dat wordt dan gebracht als iets negatiefs. Maar dit is juist wie wij zijn. Wij zijn opgegroeid met klassieke westerse muziek. Toen we jong waren luisterden we in onze slaapkamer naar 2Pac en Lauryn Hill, daarna studeerden we: jazz of klassieke Arabische muziek, reisden door landen van herkomst. Als we met onze geliefden spreken is het soms in het Arabisch, Engels, Nederlands, Frans. De geluidswereld voelt als een thuis waarin al die identiteiten een plek hebben. Dat kan een verwarrende plek zijn waar je je afvraagt: kan dit wel vermengd worden? Maar dat is ook de vraag die we onszelf stellen: kunnen we zijn wie we zijn? Daar kun je ja of nee op antwoorden, maar we zijn het wel.”

Het Gnawafestival is van 11 t/m 13/9 in Den Haag. Inl: gnawafestival.nl. Karima el Fillali speelt zaterdag met Shakuar.