Poetin dreigt met actie in Wit-Rusland

De Russische president Vladimir Poetin heeft donderdag gezegd dat hij „reservepolitie-eenheden” heeft klaarstaan die „als dat nodig is” kunnen worden ingezet in Wit-Rusland. „Russische troepen zullen niet worden ingezet tenzij extremistische elementen in Wit-Rusland een grens overschrijden en beginnen te plunderen”, aldus Poetin tijdens een interview dat donderdag werd uitgezonden op de Russische televisie.

Rusland wil de voormalige Sovjet-bondgenoot Wit-Rusland binnen zijn eigen invloedssfeer houden en vreest dat de liberale oppositie in het land zich meer tot het Westen en de NAVO zal richten. Dat gebeurde ook met de Maidan-protesten in Oekraïne in 2014, die Viktor Janoekovitsj ten val brachten. Rusland zette begin 2014 ook ‘groene mannetjes’ in (militairen in ongemarkeerde uniformen), waarmee het de Krim kon annexeren.

Volgens Moskou is de onrust in Wit-Rusland aan het afnemen, maar in werkelijkheid wordt er dagelijks nog massaal gedemonstreerd. Poetin zegt dat hem om hulp is gevraagd door de Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko, die kampt met een ernstige politieke crisis sinds de omstreden presidentsverkiezingen van 9 augustus.

Loekasjenko claimde de overwinning met 80 procent van de stemmen, maar volgens de oppositie heeft hij gefraudeerd. Ook oppositiepoliticus Svetlana Tichanovskaja, die zich verkiesbaar stelde nadat haar man werd gearresteerd, claimde de overwinning. Zij wordt door de oppositie gesteund, maar vluchtte het land uit en zit in ballingschap in Litouwen.

Net zoals de afgelopen dagen verzamelden ook donderdag honderden demonstranten zich op het Onafhankelijkheidsplein in Minsk om het vertrek van president Aleksandr Loekasjenko te eisen.

Na enkele waarschuwingen van de oproerpolitie werden aan het begin van de avond met name mannen in groten getale meegenomen door gemaskerde agenten. Ook werden er volgens persbureau Reuters zo’n twintig journalisten opgepakt. Volgens een aanwezige BBC-correspondent, die twee uur werd vastgehouden, was het „een duidelijke poging om verslaggeving van de gebeurtenissen te verstoren”. (NRC)