Opinie

Met Annabel Nanninga ben ik nu voor preventief fouilleren

Zihni Özdil

Het moet ergens in 2006 zijn geweest. Ik liep in de Rotterdamse wijk Spangen en kwam een jeugdvriend van me tegen. Een hardwerkende jongen van Marokkaanse afkomst die geen vlieg kwaad doet. Hij was met zijn broer, een rechtenstudent, en we raakten in gesprek.

Binnen tien minuten kwam een agent op ons af en snauwde: „Doorlopen!” Ik wist niet wat ik meemaakte en ging verontwaardigd in discussie. Mijn vrienden pakten me bij de arm en zeiden: „Kom Zihni, we gaan. Straks krijg je een boete.” Alsof er niets aan de hand was, sleurden ze me naar de dichtstbijzijnde tramhalte: „Hier kunnen we verder kletsen zonder gezeik van de politie.” Alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat je niet vrij kan staan in de publieke ruimte.

Collectief straffen van jongeren met een migratie-achtergrond is nog Rotterdamser dan elke dag zeiken over Amsterdam.

Ook Rotterdams: ‘preventief fouilleren’. In 1999 was het nog wettelijk verboden in Nederland, maar toch begon de havenstad daarmee in de Millinxbuurt. Pas in 2002 veranderde de wet.

„Een groot succes”, volgens de evaluatie in 2003. Want er waren in een jaar 19.000 mensen gefouilleerd in ‘probleemwijken’. Daarbij waren bijna 500 wapens ingenomen. Dat onder die ‘wapens’ ook veel zakmessen, pennen en schroevendraaiers waren, bleef onvermeld. Zelfs schilmesjes van huismoeders waren ‘wapens’. Dat dit ‘succes’ ontzettend duur is, omdat een agent ongeveer vijf dagen bezig is met het verwerken van de gevonden ‘wapens’, bleef ook onvermeld. De ruwe tijdgeest eiste ‘keihard aanpakken’, hoe inefficiënt en nutteloos ook.

We hebben te maken met bloeddorstige jongeren zonder empathie – met wapens

U kunt zich dus voorstellen hoe ik deze week het Amsterdamse raadsdebat over het invoeren van preventief fouilleren bekeek. De rechtse partijen onder aanvoering van FVD-raadslid Annabel Nanninga pleitten voor. De progressieve partijen waren tegen. „Nee, alsjeblieft niet in mijn Amsterdam, waar ik naartoe gevlucht ben vanwege dat rechtse Rotterdamse onzinbeleid!”, schreeuwde ik in mezelf. Maar al snel realiseerde ik me dat mijn schreeuw vooral een reflex was, en niet doordacht.

Want mijn verstand zegt nu iets anders. Toen ik opgroeide in Rotterdam hadden jongeren nauwelijks wapens. Twintig jaar geleden sloeg je elkaar op straat, en dan bleef je in leven. Maar de jongeren in 2020 zijn allang niet meer de jongeren uit mijn tijd. Zei ik jongeren? Kinderen eerder, zoals de schokkende reportage van Danny Ghosen over drillrappers laat zien. Nu lopen kinderen vanaf veertien jaar oud met pistolen en enorme kapmessen rond, al instagrammend en tiktokkend. Ze dealen drugs en ‘rippen’ elkaar daarbij. En ze hebben een ‘puntensysteem’ waarmee fans kunnen zien in hoeverre ze de doodsbedreigingen in hun drillraps waarmaken. Gevolg: steeds meer steek- en schietincidenten met steeds meer doden.

Lees ook: Amsterdam gaat alsnog experimenteren met preventief fouilleren

Omdat ik in de war ben – ben ik nu wel voor preventief fouilleren? – bel ik met Nanninga. Ik begin haar het vuur aan de schenen te leggen. Nanninga: „Luister Zihni. Ze hebben kapmessen en guns bij zich. En het zijn kinderen uit die wijken zelf die hier slachtoffer van zijn. De linkse naïviteit wil maar niet begrijpen dat de oogst van preventief fouilleren veel breder is dan alleen wapens vinden. Het gaat ook om bewustwording, dat ze weten dat er gevolgen zijn als je met een kapmes op straat loopt.”

Maar het probleem van discriminatie dan? Nanninga: „De Amsterdamse politie is zich daar bewust van. En dat is maar goed ook. Het plan dat er ligt gaat over gericht aanpakken. Dus niet collectief iedereen zomaar fouilleren en niet ieder nagelknippertje innemen als wapen. De politie weet al waar het gevaar is. Het gaat om die antenne van de politie versterken, juist in het belang van de mensen in die wijken.”

Het komt niet makkelijk uit mijn pen, maar Annabel Nanninga heeft helemaal gelijk. In de wapenrijke context van 2020, met bloeddorstige jongeren zonder empathie, moet je wel preventief fouilleren. En dan niet dom, collectief en racistisch, zoals in Rotterdam, maar verstandig en gericht.

Naïeve linkse reflexen, zoals die van mij, mogen niet resulteren in niet aanpakken.

Zihni Özdil is historicus.

Reageren

Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement. Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.